- blad nr 22
- 15-12-2001
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Naast muziekschool ook de taalschool
De Onderwijsraad boog zich de afgelopen tijd over de toekomst van het onderwijs in (zoals het nu nog heet) allochtone levende talen. Dat onderwijs valt nu uiteen in twee gedeelten. In de eerste plaats mogen basisscholen ervoor kiezen om de vreemde taal - doorgaans Turks of Arabisch - binnen schooltijd te gebruiken om leerlingen te helpen het Nederlands beter onder de knie te krijgen. Van deze vorm van oalt als 'taalondersteuning' maken veel scholen gebruik. Daarnaast kan oalt worden ingezet als traditioneel taalonderwijs, waarbij de leerlingen daadwerkelijk de vreemde taal leren. Deze optie is veel minder populair en de lessen dienen in dit geval ook buiten schooltijd te worden gegeven.
Het probleem van oalt is dat deze onderwijsvorm nu nog onderdeel is van het gemeentelijke achterstandenbeleid. De hoogte van de oalt-budgetten verschilt sterk per gemeente, ook criteria voor de inzet van oalt als taalondersteuning of als traditioneel taalonderwijs lopen uiteen. Verder is niet duidelijk wat die 'taalondersteuning' precies inhoudt en hoe het georganiseerd moet worden.
De Onderwijsraad beveelt nu aan om de component taalondersteuning onderdeel te maken van het NT2-beleid: het beleid dat gericht is op het verwerven van Nederlands. De andere component van het oalt, het traditionele taalonderwijs, zou een plaats moeten krijgen in een aparte school die - qua opzet - vergelijkbaar is met die van een muziekschool. Zo'n taalschool staat onder directe verantwoordelijkheid van de gemeente en wordt gefinancierd door de gemeenten, het Rijk en de ouders.