- blad nr 22
- 15-12-2001
- auteur R. Sikkes
- Commentaar
Kater
Maar de kater komt later. Na tijden touwtrekken heeft de AOb besloten om niet langer te praten met de werkgevers in het voortgezet onderwijs. Het conflict gaat over de verdeling van de tientallen miljoen voor het personeel. Waarom?
Het aardige van de cao-afspraken in de zomer was dat er meer dan twee miljard beschikbaar kwam voor salarissen en schoolbudgetten. Een flinke impuls voor het onderwijs, waardoor het beroep van leraar aantrekkelijker wordt. Hoognodig, gezien het groeiende lerarentekort.
Het pakket bestond uit twee onderdelen: een salarisverhoging en een beter carrièreperspectief. Voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs werd het mogelijk om een flinke groep leraren - ongeveer twintig procent - in een hogere salarisschaal te plaatsen.
Over de verdeling van de tientallen miljoen die voor de verbetering van het carrièreperspectief beschikbaar zijn, blijkt nu echter geen afspraak mogelijk met de werkgevers in het voortgezet onderwijs. Verbijsterd zijn de onderhandelaars van de AOb toen maar opgestapt. Want als werken in het onderwijs aantrekkelijker moet worden, dan moet dat toch ook goed zichtbaar zijn?
De AOb wilde een ondergrens vastleggen om te verzekeren dat een flink percentage leraren inderdaad in een hogere schaal (schaal 11/LC of schaal 12/LD) terechtkomt. De werkgevers wilden de vrije hand houden en het schoolbudget geheel naar eigen inzicht kunnen besteden.
Het is verbijsterend dat juist in het voortgezet onderwijs, waar het lerarentekort de komende jaren het hevigst zal toeslaan, werkgevers niet bereid zijn om in de cao afspraken te maken over een beter carrièreperspectief van leraren. Een afspraak die wervend zou kunnen werken.
De AOb zal nu met de afzonderlijke werkgevers gaan onderhandelen en daar opnieuw aansturen op afspraken die de keuze voor het leraarsberoep aantrekkelijker maken. Het gevolg is dat een maatregel die gunstig had kunnen uitpakken voor de hele sector nu misschien niet overal realiteit wordt.