- blad nr 9
- 6-5-2000
- auteur . Lachesis
- Redactioneel
Fascinatie
Er gebeurde niets op school dat tot mijn verbeelding sprak. Niet op de lagere school, niet op de mavo. Ik herinner mij veel leuke momenten maar die hadden nooit met de inhoud van de lessen te maken. Deze momenten speelden zich af in het geniep of na schooltijd. Leraren waren er niet om geboeid door te raken, leraren waren er om te ondermijnen of op z¹n minst niet waar te nemen. In 1972 kwam er abrupt een einde aan deze donkere tijden. Ik was inmiddels op de havo beland. In Chili was een coup gepleegd, de democratisch gekozen regering was omver geworpen en een militaire junta had de macht overgenomen. Het zou me waarschijnlijk koud gelaten hebben ik wist niet eens waar Chili lag als mijn geschiedenislerares niet zo onder de indruk was geweest van deze gebeurtenis. Een dergelijke betrokkenheid was volkomen nieuw voor mij. Fascinerend nieuw. De geschiedenislerares schortte al haar lessen over het verleden op om ons over de realiteit in Zuid-Amerika te vertellen. Zij legde verbanden, trok conclusies en verhaalde meeslepend over de waarde van de democratie. In dezelfde tijd speelde het Watergate schandaal. Ook dat beroerde haar zeer. Corruptie, machtswellust, ik wist niet dat het onderwerpen waren waar ik van overeind kon gaan zitten. Maar ik deed het. Mijn geschiedenislerares bleek een verhalenverteller uit de beste tradities. Uit de oudste tradities ook. De wereld heeft altijd verhalenvertellers gehad. De indianen, de aboriginals, de Germanen, de oude Grieken, de Romeinen, onafhankelijk van elkaar ontstonden de mooiste verhalen. Van generatie op generatie overgebracht door de beste vertellers. In die verhalen weerklonk alles wat van belang was om door te geven. Betrokkenheid, inzicht, moraal, verbondenheid. Ieder volk heeft zijn verhalen en ieder volk heeft zijn vertellers. Onder ons huizen nog steeds verhalenvertellers. Vooral in het onderwijs zijn er veel terecht gekomen. De huidige opvatting over effectief lesgeven laat echter weinig ruimte voor het vertellen van verhalen. Dat houdt maar op. Het overbrengen van betrokkenheid, inzicht, moraal en verbondenheidŠŠhet is niet kwantificeerbaar en daarom tijdverspilling. Het programma komt niet af. Het aantal geslaagden is niet hoog genoeg. Op veel middelbare scholen wordt er dan ook geen tijd meer aan het vertellen van verhalen vuil gemaakt. De leerlingen krijgen aan het begin van het lesuur vijf minuten instructie en gaan dan zelf aan het werk. Het is een kwestie van tijd voordat dit ook in het basisonderwijs een feit is. Passief luisteren is niet meer van deze tijd. Van leerlingen wordt verwacht dat zij de hele tijd interactief in de weer zijn. Dat zij zichzelf motiveren. Dat zij op zoek gaan naar antwoorden op vragen die zij zichzelf nooit gesteld hebben. Uit welke bron moeten zij immers putten? Verhalenvertellers zijn de bron. Verhalenvertellers activeren vragen. Hoe weet je waar je kijken moet als het donker is. Het houdt mij voornamelijk zo bezig omdat ik zelf natuurlijk ook een verhalenverteller ben. Ik had werkelijk op elk moment in de geschiedenis ter wereld kunnen komen om mij te verzekeren van een ademloos publiek. Ik had bij de aboriginals kunnen leven, bij de indianen. Ik had in de middeleeuwen rond kunnen trekken van marktplein naar marktplein. Ik had eindeloos bij kampvuren kunnen zitten. Maar nee. Uitgerekend in het verzakelijkte jaar 2000 loop ik hier rond.
Met man en macht probeer ik dan ook ieder jaar te voorkomen dat er video-interactietrainingen op mijn school van start gaan. Met inzet van alle middelen houd ik de deur van mijn lokaal gesloten. God verhoede dat er bij ons op school een Œopen klimaat gerealiseerd wordt waarbij wij van elkaar kunnen leren¹ en mijn vermogen tot het begeleiden van leerlingen in hun leerproces op zijn modieuze merites wordt beoordeeld. Ik val namelijk meteen door de mand:
Geeft de leerkracht duidelijk aan wat de inhoud van de les is en wat er gaat gebeuren?¹ Observatie: kwebbelt er op los.
Ondersteunt de leerkracht de leerlingen bij de stappen die zij bij hun leer/studietaak moeten zetten?¹ Observatie: onderbreekt het gekwebbel geen tel. ³Houdt de leerkracht zich aan het aangegeven doel?² Observatie: vindt geen uitweiding te min. ŒPast de leerkracht haar onderwijsaanbod aan op de behoeften van leerlingen?¹ Observatie: de leerkracht heeft louter weet van haar eigen behoefte. ŒControleert de leerkracht of de informatie overkomt?¹ Observatie: alleen maar als ze om een glaasje water vraagt. Maar ach.
Ik hoef geen juichende beoordeling volgens de huidige opvattingen over goed leraarschap. Als er in al die jaren één leerling in mijn klas met dezelfde fascinatie naar mij luistert als ik destijds naar mijn geschiedenislerares luisterde, ben ik al dik tevreden.