- blad nr 9
- 6-5-2000
- auteur O. Bosma
- Dossier
Bijzonder geval
Sinds augustus 1992 geeft docente D. 21 uur les op een roc. Van die 21 uur werkt ze er vijf in het volwassenenonderwijs. Een jaar later wordt ze eervol ontslagen uit deze werkzaamheden. De docente is het er niet mee eens. Zij vindt dat ze niet zomaar voor vijf uur ontslag kan krijgen, omdat die behoren bij haar volledige dienstbetrekking. De commissie van beroep verklaart haar beroep echter ongegrond. De vijf uur dienen als een aparte overeenkomst beschouwd te worden, waarvoor volledig ontslag mogelijk is. Als D. echter wachtgeld voor de uren aanvraagt, weigert het ministerie dit. Het ministerie ziet het ontslag juist niet als volledig, maar als deeltijd. Het ministerie voelt er niets voor om voor D. een aparte regeling te maken. De kantonrechter stelt het ministerie in het gelijk. Maar D. laat het er niet bij zitten en de zaak komt voor bij de Centrale raad van beroep. Ook de raad is van oordeel dat er sprake is van een deeltijdontslag. De docent had immers één betrekking, niet twee. Daarbij bepaalt het rechtspositiebesluit onderwijspersoneel uitdrukkelijk dat een werknemer slechts voor één functie bij een instelling kan worden benoemd. Het ministerie heeft dan ook terecht de wachtgelduitkering geweigerd.
Maar als de raad gaat kijken naar de gang van zaken, komt hij tot de conclusie dat voor D. een bijzondere situatie is ontstaan. Toen de commissie van beroep het ontslag goedkeurde, verzekerde de werkgever de docente dat zij voor wachtgeld in aanmerking zou komen. Ervan uitgaande dat het advies van de commissie bindend was en ook omdat zij nog steeds bij de school werkte, ging D. vervolgens niet tegen haar ontslag in hoger beroep. In tegenstelling tot een schoolbestuur is het ministerie niet gebonden aan de uitspraken van de commissie van beroep en kende geen uitkering toe.
Als de regels meteen op juiste wijze waren toegepast, had de school D. helemaal niet zomaar mogen ontslaan. Haar functie had eerst in het zogenoemde risicodragende deel van de formatie geplaatst moeten worden. Dan zou zij gedurende ten minste vier jaar haar volledige salaris ontvangen. Pas daarna is deeltijdontslag mogelijk, waarbij ze wèl voor wachtgeld in aanmerking komt. Nu krijgt de docent voor die vijf uren geen salaris en ook geen wachtgeld. Volgens de raad heeft het ministerie ten onrechte geweigerd om een aparte regeling te overwegen. Het ministerie moet een nieuw besluit nemen en de proceskosten betalen.