• blad nr 9
  • 6-5-2000
  • auteur O. Bosma 
  • Redactioneel

 

Onderhandelingen over onderwijs-cao op scherp

Bij het sluiten van dit nummer van Het Onderwijsblad was het onduidelijk of de onderhandelaars over een nieuwe onderwijs-cao tot een akkoord zouden komen. AOb-bestuurder Martin Knoop zag het echter vlak voor het overleg met het ministerie op 2 mei somber in. ³We vinden een looptijd van twintig maanden te lang, de salarisverhoging te laag en het lijkt er nu op dat verslechtering van de ziektekostenregeling niet van tafel gaat. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat er een akkoord bereikt wordt.²

De cao-onderhandelingen voor het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en de bve-sector werden 25 april heropend, nadat minister Hermans voor de paasdagen zijn eerste bod iets had verhoogd. De bonden besloten daarop acties op te schorten. Een voor 26 april aangekondigde protestbijeenkomst in Utrecht werd afgelast. De onderhandelingen, gevoerd in het Haagse Centrum voor arbeidsverhoudingen overheidspersoneel, liepen door tot donderdagnacht.
Het laatste formele bod van Hermans voor de salarissen was een salarisverhoging van 2,25 procent per 1 maart 2000, het moment van ingang van de nieuwe cao. Op 1 augustus komt er 0,75 procent bij en op 1 maart 2001 1,5 procent. Eind 2000 biedt de bewindsman een eenmalige uitkering van 0,6 procent, dat is gelijk aan de eindejaarsuitkering van 1999. De cao zou moeten lopen tot 1 november 2001, in totaal dus twintig maanden.
De AOb beschouwt dit aanbod als niet-marktconform. De tot nu toe afgesloten cao¹s in het bedrijfsleven geven salarisverhogingen van 3,25 tot vier procent, naast allerlei incidentele maatregelen. De inzet van de bonden is vier procent, een structurele eindejaarsuitkering van een procent, anderhalf procent voor het inhalen van achterstanden en een half procent voor onder meer verbetering van de kinderopvang voor onderwijspersoneel.
De vooruitgang over de andere onderwerpen in de cao betrof onder andere een verbetering van de salarisschalen. Besproken werd een evenwichtiger opbouw (sommige periodieken zijn heel erg beperkt) en enige inkorting, waardoor het maximumsalaris eerder zou worden bereikt. Een ander onderwerp is het aan scholen toe te wijzen budget voor maatwerk in de arbeidsvoorwaarden - voor minister Hermans een van de belangrijkste doelstellingen in dit overleg. De AOb staat niet afwijzend tegenover het idee, maar stelt veel randvoorwaarden. De schoolleiding moet verplicht worden bijgeschoold om personeelsbeleid te kunnen voeren en de positie van het personeel moet worden versterkt, bij voorkeur door de invoering van ondernemingsraden in het onderwijs. Ook moet arbeidsvoorwaardengeld als zodanig worden aangemerkt. In de bekostigingssystematiek van het voortgezet onderwijs en de bve ligt dat laatste niet voor de hand: instellingen krijgen een lumpsum voor zowel de personeels- als de materiële kosten en bepalen zelf hoe ze dat uitgeven. Dit uiteraard met inachtneming van cao-afspraken.
Een voor de bonden moeilijk onderhandelingspunt is de vergoeding van de ziektekosten (zkoo- en zvo-regeling). Minister Hermans hanteert het motto Œjullie een marktconform salaris, dan ook een marktconforme ziektekostenregeling¹. De bonden voelen er niets voor om een voor het onderwijspersoneel gunstige regeling zonder compensatie te verslechteren.
Het laatste nieuws over de cao-onderhandelingen is te volgen op de website www.aob.nl. De betrokken leden worden zonodig verder op de hoogte gehouden via een ledenbrief.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.