• blad nr 9
  • 6-5-2000
  • auteur O. Bosma 
  • Commentaar

 

Machtsstrijd?

Het cao-conflict in het onderwijs ­ waarvan de afloop bij het schrijven van dit commentaar nog onzeker was ­ is door enkele media beschreven als een Œmachtsstrijd¹, waarin de onderwijsbonden niet in de eerste plaats optreden voor een goede cao, maar voor het behoud van hun machtspositie. In deze commentaren wordt erop gewezen dat minister Hermans zoveel mogelijk geld voor de arbeidsvoorwaarden naar de schoolbesturen wil sluizen. De instellingen regelen dan zelf hoe het wordt besteed. De bonden zouden in zo¹n gedecentraliseerd bestel veel minder hun stempel op de vorming van de arbeidsvoorwaarden kunnen drukken, aldus deze analyses.
In de onderhandelingen over de nieuwe cao vormt dit onderwerp inderdaad een belangrijk agendapunt en het is waar dat de onderwijsbonden niet bepaald happig zijn op minister Hermans¹ voorstellen om scholen een deel van het arbeidsvoorwaardengeld toe te bedelen. De zaak is echter ingewikkelder dan een simpel gevecht om macht en invloed.
Voor decentraal te besteden geld valt op op zichzelf wel wat te zeggen. Maatwerk in de arbeidsvoorwaarden is, zeker voor grote scholen of grote schoolbesturen een alternatief voor steeds gedetailleerder centrale afspraken. Die zijn op het laatst zo ingewikkeld dat er nauwelijks meer een touw aan valt vast te knopen. Het grote probleem is, dat de meeste scholen (nog) geen arbeidsorganisaties zijn waar vorming van arbeidsvoorwaarden op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Zowel aan de kant van de werkgevers (het schoolbestuur, met veelal de directies als voornaamste representant) als aan de kant van de werknemers schort er veel aan de deskundigheid en de faciliteiten. De meeste besturen en directies hebben ondanks jarenlange debatten, voorlichting en scholing, nog geen begin gemaakt met personeelsbeleid. En dat is toch een eerste criterium voor goed werkgeverschap. Zelfs ten aanzien van onderwerpen waarvoor de laatste tijd erg veel aandacht bestaat, zoals het bevorderen van een veilig schoolklimaat, is geklungel en dilettantisme aan de orde van de dag. Het verhaal in dit nummer van Het Onderwijsblad over de mishandeling van een leraar en de inadequate reactie daarop van zijn schoolleiding, is exemplarisch. De dossiers op de afdeling Juridische dienstverlening van de AOb puilen uit van de miskleunen van besturen en directies. Op het terrein van de collectieve afspraken, bijvoorbeeld gemaakt in sector-cao¹s, moet de AOb de ene binnenbrand na de andere blussen. Schoolleidingen proberen geregeld zulke afspraken te ontduiken of naar eigen inzicht aan te passen. Dit illegale handelen kan natuurlijk opgevat worden als bewijs van de noodzaak om de wet te verzetten en decentraal ruimte te geven. Maar dan komt het probleem bij de andere partij om de hoek kijken: het personeel op de scholen ontbreekt het aan macht en ervaring om voldoende weerwerk te kunnen bieden. Invoering van de wet op de Ondernemingsraden zou een voorwaarde zijn om hierin verbetering te brengen. Schoolleidingen van hun kant zouden verplicht moeten worden scholing te volgen in werkgeverschap.

Scholing, faciliteiten en toekenning van rechten zijn echter niet voldoende om van scholen arbeidsorganisaties te maken met een balance of power tussen werkgevers en werknemers. Zolang er geen geld is om ergens over te beslissen, blijft het droogzwemmen en van droogzwemmen leer je het niet. Het valt dus wel te begrijpen dat minister Hermans er bij de bonden op aandringt om hoe dan ook een begin te maken met het toedelen van middelen. Daarover zou te praten moeten zijn als wordt voldaan aan onder meer de hierboven genoemde randvoorwaarden en als, bij wijze van overgangsmaatregel, het decentrale geld wordt geoormerkt voor arbeidsvoorwaarden.
Of er in een te sluiten onderwijs-cao werkelijk stappen in deze richting worden gezet, hing in het laatste stadium van de onderhandelingen af van de vraag of minister Hermans voor de algemene salarisverhoging een marktconform bod zou doen. Ook in een stelsel waarin arbeidsvoorwaarden gedeeltelijk op het niveau van schoolbesturen worden vastgesteld behoort de salarisontwikkeling in een centrale cao, in overeenstemming met de algemene trend te worden vastgesteld. Dat is niets bijzonders, zo gaat het in andere sectoren van de maatschappij ook.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.