- blad nr 5
- 5-3-2016
- auteur A. Moerman
- Meer voor elkaar
De mbo’er op juiste waarde
Een grote meerderheid?
“Dat kun je wel stellen. Ik kreeg 52 stemmen, de andere kandidaat, Rob Hommen, 14. Ook een zeer geschikte kandidaat, tevens al jaren hoofdbestuurder bij de bond. Het klopt dat ik nog maar net lid ben, daar staat tegenover dat ik al van kinds af aan bij de onderwijsbond over de vloer kom.”
Van kinds af aan?
“De driejaarlijks Leon van Gelder-innovatieprijs is vernoemd naar mijn grootvader. Deze prijs wordt om de drie jaar uitgereikt op het AOb-congres. Mijn vader was ooit journalist bij Het Schoolblad, een voorloper van het Onderwijsblad. In 1975 werd hij niet gekozen in het dagelijks bestuur van de AOb. Daar was hij destijds een beetje chagrijnig van. Met deze historie in gedachten vind ik het heel leuk dat ik nu wel verkozen ben.”
In een portret in Het Parool word je jaren geleden door anderen omschreven als eigengereid, workaholic, Tamarpedia, generalist en als onvermoeibaar. Klopt dat allemaal nog steeds?
“In herken mezelf daarin helemaal. Ik heb de energie van een adhd’er, met dat belangrijke verschil dat ik me wel zeer goed kan focussen.”
Je richtte in 2006 in Amsterdam de Onderwijs Consumenten Organisatie mede op.
“Inderdaad, ik heb dus ruime ervaring in belangenbehartiging. Immers, de OCO functioneert als een soort van ANWB voor ouders en leerlingen. Meer ouderbetrokkenheid als tegenmacht tegen de schoolbesturen.”
Daarna werd je opleidingsmanager bij MBO College Amstelland, onderdeel van het Roc van Amsterdam.
“Na acht jaar OCO was het tijd voor ‘de poten in de modder’, onderdeel zijn van het primaire proces. Op een mbo, het ondergeschoven kind van onderwijsland. Maar zo leuk om daar een team van docenten aan te mogen sturen.”
Waarom dan toch de overstap naar de AOb?
“De vacature kwam langs. De volgende kans komt misschien pas over tien jaar. Bovendien denk ik dat ik wat te brengen heb. Ik ga me bezighouden met het mbo. Onderwijsgevenden in die sector mogen best wat vaker laten zien dat besturen en ‘Den Haag’ hun professionaliteit niet altijd op de juiste waarde schatten. Binnen en buiten de vereniging wil ik zorgen dat het mbo de aandacht krijgt die de sector verdient.”
Verder nog speerpunten?
“De AOb kan nog veel nieuwe leden winnen. Ik ben van een generatie voor wie het lidmaatschap van een bond min of meer vanzelfsprekend is. Dat geldt voor de jonkies echt niet meer. Ik kwam pas nog een universitair geschoolde docent tegen die dacht dat hij automatisch lid was omdat hij in het onderwijs werkt. Zo onnozel!”