- blad nr 5
- 5-3-2016
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Beurzenfestival barst weer los
Studie naast baan kost bergen tijd
De Lerarenbeurs is niet meer alleen. Sinds de start in 2008 heeft de beurs gezelschap gekregen van een reeks van subsidieregelingen voor onderwijsmasters, bevoegdheid voor bewegingsonderwijs of lokale broertjes en zusjes in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Laatste loot aan de stam is het Leraren Ontwikkel Fonds.
De ‘klassieke’ Lerarenbeurs heeft voor een doorbraak gezorgd bij de professionalisering van leraren. In de onderwijs-cao’s worden daarnaast voor onderwijzend en ondersteunend personeel steeds vaker afspraken gemaakt over scholing. Kortom: professionalisering staat op de kaart. En dat werd tijd ook.
Lange tijd was het onderwijs een van de kennissectoren in Nederland die zo ongeveer het minst besteedde aan de scholing van het personeel. Inmiddels hebben 40 duizend leraren gebruikgemaakt van de beurs, een diepte-investering in kennis en kunde in de onderwijssector. Na de Lerarenbeurs kan het Lerarenregister, dat vermoedelijk in de loop 2017 ingevoerd wordt, een tweede stimulans zijn.
Met het register in de hand kunnen leraren namelijk laten zien dat zij hun vak bijhouden. Werkgevers moeten op hun beurt leraren in staat stellen om hun vak bij te houden. Dat kan een volgende stimulans geven aan het beurzenfestival dat de afgelopen jaren is losbarsten. Maar er zitten ook barstjes in het bestel.
Was de Lerarenbeurs de eerste jaren overtekend, de laatste jaren stagneert de belangstelling. Zo erg zelfs dat er in 2015 van de 135 beschikbare miljoenen er 29 op de plank bleven liggen. Zonde. Vooral in basis- en speciaal onderwijs bleef de vraag achter: van de beschikbare 60 miljoen werd 23 miljoen niet gebruikt.
Belemmering
Het grootste knelpunt, zo blijkt uit onderzoek van Centraal Planbureau (CPB) en ResearchNed is het studieverlof. Ja, het overgrote deel van de aanvragers kan met de ongeveer vier verlofuren wel uit de voeten, maar dat geldt niet voor iedereen.
‘De factor tijd lijkt een belemmering te zijn’, constateren de onderzoekers van ResearchNed in Lerende leraren. Zowel bij de groep die niet voor de studie met Lerarenbeurs kiest, maar ook voor de 10 procent die na toekenning alsnog niet start met de opleiding, en ten slotte bij de groep studiestakers. Bij degenen die het wel volhouden zorgt tijdsgebrek voor vertraging.
Het tijdsgebrek laat zich weer in verschillende onderdelen uiteenrafelen. Zo kost het volgen van de opleiding zelf meer tijd dan verwacht, ook omdat de combinatie met de privésituatie lastig is. Daar kan je je van alles bij voorstellen vandaag de dag: tweeverdieners met kinderen plus een toenemende druk op mantelzorg voor familieleden. Pas daar nog meer eens die extra studie in.
Maar er zijn ook scholen die het studieverlof niet aanvragen en dus ook niet voor vervanging zorgen. Dat legt op de leraar die een opleiding volgt een zware druk om zo veel mogelijk in de eigen tijd te doen om zijn klas niet in de steek te laten.
Vooral in het primair onderwijs wordt er relatief weinig vervanging aangevraagd: 40 procent van de leraren basis- en speciaal onderwijs geeft aan dat ze de studie zonder verlof en vervanging doen. Kanttekening daarbij is dat een deel daarvan een kleine deeltijdbaan heeft en ook geen recht heeft op verlof.
In het mbo is het aandeel leraren dat vertraging oploopt tijdens de opleiding met 40 procent het hoogst. De leraren wijten de vertraging vooral aan het tijdsbeslag van de opleiding en vinden dat hun school onvoldoende faciliteiten biedt.
‘Uitval en vertraging worden veelal aan het tijdsbeslag van de opleiding en de lastige combinatie met het privéleven geweten’, schrijven de onderzoekers daarover. Tegelijkertijd zien zij de gunstige effecten die het studieverlof sorteert. ‘Elk uur studieverlof reduceert de kans om vertraging op te lopen, en daarmee de kans om uit te vallen.’ Oftewel: meer studieverlof helpt. Maar helpt misschien ook wel om de belangstelling te vergroten, zodat weer meer leraren gebruik gaan maken van de Lerarenbeurs. Zo heeft de Promotiebeurs vanwege tijdsgebrek de termijn voor het afronden van het proefschrift naast het eigen werk verlengd van vier naar vijf jaar. Dus niet meer studieverlof in uren per jaar, maar over de hele periode.
Meer studieverlof adviseren ResearchNed en CPB ook in hun rapporten. Zij noemen dat ‘een verhoging van dit aantal als mogelijk aangrijpingspunt gegeven voor het verder aantrekkelijk maken van de Lerarenbeurs.’ Dat brengt wel veel kosten met zich mee. Het CPB vindt daarom dat zo’n maatregel wel goed gemonitord moet worden, om te bekijken of een verhoging van het aantal verlofuren en vervanging ‘daadwerkelijk gepaard gaat met hogere deelname- en afrondingspercentages’.
{heel veel kadertjes}
Lerarenbeurs
Op 1 april start de nieuwe aanvraagronde voor de klassieke Lerarenbeurs. De meest populaire met het grootste budget, 135 miljoen euro per jaar, waar bevoegde leraren uit alle onderwijssectoren van po tot en met hbo subsidie krijgen voor een erkende bachelor- of masteropleiding. Dit geldt ook voor leraren die werken als intern begeleider, zorgcoördinator, remedial teacher of ambulant begeleider. De beurs vergoedt de cursuskosten en regelt deels studieverlof en vervanging. Alle voorwaarden staan op de website van de Dienst Uitvoering Onderwijs: www.duo.nl/particulier/leraar
Promotiebeurs
Wie wil promoveren kan terecht bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor een Promotiebeurs. Deze bestaat er voor leraren van po tot en met hbo met een vaste aanstelling. Om doctor te worden krijgt de promovendus vijf jaar de tijd, met vervanging voor de helft van het contract en maximaal twee dagen. De beurs bedraagt 3500 euro voor reis- en opleidingskosten. De volgende ronde sluit in september, vanaf juni staat alle informatie daarover op www.nwo.nl. Er staat al wel een informatiebijeenkomst gepland op vrijdag 27 mei. Verstandig om naartoe te gaan, want een promotietraject vraagt om een grondige voorbereiding.
Onderwijsmaster
Recent afgestudeerde leraren die een master willen halen, kunnen terecht bij de regeling Onderwijsmaster po. Ook is er een regeling voor mensen die verder willen studeren voor tekortvakken in het voortgezet onderwijs. Wie start met een opleiding Special Educational Needs, pedagogiek, onderwijskunde of pedagogische wetenschappen, kan 3000 euro subsidie aanvragen voor studiekosten en moet een stage-overeenkomst afsluiten bij een schoolbestuur. Er is geld voor driehonderd beurzen, de inschrijfronde voor volgend schooljaar start op 1 april 2016.
Meer informatie op www.duo.nl/particulier/leraar
Bevoegdheid bewegingsonderwijs po
Leraren po kunnen tijdelijk subsidie krijgen voor hun bevoegdheid bewegingsonderwijs voor de groepen 3 tot en met 8. Op die manier zijn zij breder inzetbaar in de school, ook voor de gymnastieklessen. Aanvragen kan het hele jaar door tot het budget op is. Het gaat om een tijdelijke regeling die in 2017 afloopt. Voor het jaar 2017 starten de aanvraagmogelijkheden op 1 november 2016. Het gaat om 3500 euro aan cursusgeld, plus maximaal 350 euro studiemateriaal en nog eens 350 euro reiskosten.
Meer informatie op www.duo.nl/particulier/leraar
Leraren Ontwikkel Fonds
Initiatieven van leraren om het onderwijs op de eigen school te verbeteren kunnen rekenen op de steun van het Leraren Ontwikkel Fonds (LOF). In po en vo kunnen zij rekenen op een bijdrage tussen de 4 en 75 duizend euro. Er zijn drie verplichte bijeenkomsten met andere LOF-deelnemers. De volgende aanvraagronde sluit op 9 mei.
Meer informatie: www.onderwijscooperatie.nl/lerarenontwikkelfonds
Versnelling professionele dialoog mbo
Onderwijsteams van roc’s, aoc’s en vakscholen kunnen subsidie krijgen voor projecten waarin de samenwerking tussen docenten, andere onderwijsgevenden en leidinggevenden wordt versterkt. De volgende aanvraagronde start op 15 maart. De school moet 50 procent meefinancieren. Snelheid bij het aanvragen is geboden, want de eerste ronde was direct overtekend.
www.sommbo.nl
Vierslagleren
Het project Vierslagleren van het Arbeidsmarktplatform po en Voion slaat vier vliegen in één klap. Startende leerkrachten vinden een baan en behalen via de Lerarenbeurs een masterdiploma en tegelijkertijd behalen zittende leerkrachten op dezelfde manier een master. Er is in het po ruimte voor 150 duo’s. Inschrijving start op 1 april
Meer informatie po: www.arbeidsmarktplatformpo.nl
Meer informatie vo: www.voion.nl
Haagse Lerarenbeurs
Leraren voortgezet onderwijs in de regio Den Haag die niet meer in aanmerking komen voor de landelijke Lerarenbeurs of zij-instroomregeling kunnen met de lokale lerarenbeurs alsnog hun bevoegdheid halen, of een hogere bevoegdheid. Het gaat om maximaal 3500 euro per docent met een fulltime aanstelling, deeltijd naar rato. Aanvragen kan tot het budget op is.
Meer informatie: www.derodeloper.nu
Tweedegraads plus
Een ander Haags initiatief is het project Tweedegraads plus, waarbij leraren vo een of meer modules volgen op de Archimedes lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht. Voor voorjaar 2016 is de inschrijving gesloten, wanneer de volgende ronde van start gaat staat nog niet online.
Rotterdamse Lerarenbeurs
De aanvraagtermijn voor de beurzen in Rotterdam is al gestart: deze loopt van 1 maart tot en met 1 april. De beurs is maximaal 2000 euro en is bedoeld voor allerhande cursussen. Van coaching bij agressie, een bijspijkerweek in een vak of een training mindfulness. Ook kan men als groep een bedrag van maximaal 10 duizend euro aanvragen voor een gezamenlijk project.
Meer informatie: www.rotterdam.nl/lerarenbeurs
Amsterdamse Lerarenbeurs
Wie in Amsterdam werkt en een extra beurs wil incasseren heeft iets meer tijd dan in Rotterdam: de inschrijving voor de Amsterdamse Lerarenbeurs start op 14 maart en loopt tot 22 april. Het gaat om een bedrag van 2000 euro voor eigen professionalisering of voor een groep leraren. Duidelijk bedoeld voor kortere trajecten dan de landelijke Lerarenbeurs. Vooralsnog loopt het beurzenproject tot en met 2018 en kan 40 procent van alle leraren er gebruik van maken.
Meer informatie: www.amsterdam.nl/lerarenagenda
{een groot kader}
Cao regelt scholing voor alle werknemers
In alle cao’s heeft de AOb de afgelopen jaren afspraken gemaakt over professionalisering. Meestal gelden die voor al het personeel, ondersteunend en onderwijsgevend. Hieronder een beknopt overzicht, meer informatie vind je in de cao van jouw sector op www.aob.nl
Primair onderwijs
Iedere werknemer heeft recht op twee uur per week individuele professionele ontwikkeling bij een fulltime baan. Deze tijd staat los van teamscholingen en kan worden gespaard tot scholingsdagen. Verder is er per school gemiddeld tenminste 500 euro per fte beschikbaar voor deze scholingen. Het team beslist hoe het totaalbudget wordt verdeeld.
Voortgezet onderwijs
Jaarlijks gaat 10 procent van de personele bekostiging naar professionalisering in tijd en geld. Leraren hebben recht op ten minste 83 klokuren en beslist zelf hoe die uren worden ingezet. Zij hebben een persoonlijk budget van 600 euro. Ondersteuners hebben recht op ten minste veertig klokuren. Opgedragen scholing door de werkgever wordt volledig vergoed in tijd en geld.
Mbo
In deze cao is vastgelegd dat een werknemer recht heeft op ‘scholing die nodig is om zijn functie goed uit te kunnen oefenen’. Wie werkt in de klas heeft recht op 59 uur aan professionalisering, en kan rechten ontlenen aan het scholingsbudget/plan van het onderwijsteam. Werkgever vergoedt alle kosten van de opleiding van een werknemer als deze wordt opgedragen en zorgt voor studieverlof tot driekwart van de studielast van de cursus of opleiding. Wanneer het gaat om een verzoek van de werknemer dat in het belang is van de instelling, wordt 50 tot 75 procent van de studiekosten vergoed. Studieverlof hangt dan af van ‘het belang van de instelling’ en is maximaal één dag per week.