- blad nr 3
- 6-2-2016
- auteur Y. van de Meent
- Redactioneel
Inburgeren anno 2016
Veel werk, maar geen vaste banen voor NT2-docenten
Jacqueline Damen is terug bij af. Dertig jaar geleden, toen anderstaligen die Nederlands wilden leren waren aangewezen op vrijwilligers, gaf ze taalles in een Amsterdams buurthuis. Toen het vak professionaliseerde kwam ze als docent Nederlands als tweede taal (NT2) in dienst van de Open school voor volwassenen die later met alle andere educatie-instellingen zou opgaan in het Roc van Amsterdam. Daar maakte ze begin deze eeuw hoogtijdagen mee. Bij het roc verzorgde ze samen met zeshonderd NT2-collega’s inburgeringscursussen voor de tienduizenden nieuwkomers en oudkomers die halverwege de jaren negentig verplicht werden Nederlands te leren.
En nu staat ze weer als vrijwilliger voor de klas. Ze geeft een ochtend per week les in de ‘bijna gratis’ taalschool die ze met voormalige collega’s van het roc heeft opgezet. In een kleine bedrijfsruimte in Amsterdam-West verzorgen ze vijf dagdelen per week NT2-lessen voor maximaal tien cursisten. Voor 20 euro kunnen inburgeraars een strippenkaart kopen waarmee ze acht lessen van drie uur kunnen volgen. Cursisten bepalen zelf hoe vaak ze komen. “Sommigen komen een keer per week, maar er zijn er ook die vijf keer komen”, vertelt Damen.
Afscheid
Op een donderdagochtend is het volle bak. Damen en haar collega-vrijwilliger Toos van der Linden hebben ieder vijf vrouwen onder hun hoede. Terwijl vier cursisten oefeningen in hun werkboek maken, bespreekt Damen met de vijfde vrouw een oefening over ziek zijn, in bed liggen, koorts en ‘vlekjesziektes’ als mazelen en waterpokken.
Tijdens de koffiepauze vertelt Van der Linden dat het lesmateriaal afkomstig is van het Roc van Amsterdam. “Dat hebben we gered toen het roc een paar jaar geleden stopte met inburgeringscursussen”, vertelt ze. “Alle leslocaties zijn gesloten en de materialen en het meubilair werd weggegeven. Ook van bijna alle NT2-docenten werd afscheid genomen.” Van der Linden ging zelf met vervroegd pensioen. Damen stapte over naar het beroepsonderwijs en werkt daar nog steeds 3,5 dag per week. Andere docenten gingen de markt op en werken nu als freelancedocent voor commerciële taalbureaus.
De taalschool is geboren uit liefde voor het vak. “Noem me een dwaze idealist, maar ik doe dit omdat ik graag met deze mensen werk”, legt Damen uit. Maar er zit ook frustratie achter. “Bij het roc moesten we aan steeds meer regeltjes voldoen. De trajecten werden steeds korter, cursisten moesten een portfolio bijhouden. Allemaal lariekoek waar ze niets aan hadden. Hier kunnen we weer gewoon lesgeven.”
Het Roc van Amsterdam is niet het enige roc dat zijn inburgeringscursussen heeft afgebouwd. Tot 2007 moesten gemeenten de honderden miljoenen die zij jaarlijks kregen om vluchtelingen en migranten te laten inburgeren, besteden bij roc’s. In het topjaar 2004 kwam er ruim 460 miljoen euro binnen bij de educatieafdelingen, 15 procent van de totale inkomsten. Bij de grote roc’s in de Randstad liep het educatieaandeel zelfs op tot een kwart of een derde van het totale budget.
Ondanks de forse investeringen bleven de resultaten uit. Slechts 40 procent van de cursisten bereikte het afgesproken taalniveau, bleek uit onderzoek. Geen wonder, vindt Jacqueline Damen. “Alle cursisten werden geacht in een jaar het Nederlands op basisniveau te beheersen. Dat is niet realistisch. Sommige cursisten hebben meer tijd nodig en anderen halen dan niveau nooit op alle vaardigheden. Analfabeten bijvoorbeeld.”
Slachting
Maar het tij was gekeerd. De gedwongen winkelnering werd gezien als boosdoener, marktwerking als oplossing. Gemeenten moesten hun inburgeringscontracten voortaan aanbesteden zodat ook particuliere taalbureaus konden meedingen naar de opdrachten. De introductie van marktwerking veroorzaakte een slachting waarbij duizenden NT2-docenten hun baan verloren. Roc’s raakten hun inburgeringstrajecten voor het grootste deel kwijt aan commerciële bureaus die met freelancedocenten werken die maar een paar tientjes per uur mogen declareren.
“De gemeente Amsterdam heeft in 2007 de inburgeringstrajecten gegund aan een stuk of dertig gegadigden”, vertelt Irma van der Grijn, manager educatie bij het Roc van Amsterdam. “Dat zorgde voor zo’n grote versnippering dat het voor ons moeilijk werd om nog kostendekkend te draaien.” De spoeling werd nog dunner toen vreemdelingen van buiten de EU in 2013 hun inburgeringscursussen zelf moesten gaan betalen. Inburgeraars kunnen maximaal 10 duizend euro lenen om cursussen in te kopen, maar daarvan maakten ze in het begin maar mondjesmaat gebruik gemaakt.
Uit cijfers van de Dienst Onderwijs Uitvoering blijkt dat in 2013 nog geen 20 procent van de ruim 10 duizend inburgeringsplichtige nieuwkomers een lening afsloot. Niet zo gek, vindt Van der Grijn. Erkende vluchtelingen hoeven het geleende bedrag niet terug te betalen als ze binnen drie jaar het inburgeringsexamen halen. Gezinsherenigers en huwelijksmigranten moeten wel alles terugbetalen. “Die zijn dus niet erg geneigd om zo’n lening op te nemen”, weet ze. Maar vluchtelingen hebben ook last van leenangst, stelt Dorine Manson, directeur van Vluchtelingenwerk Nederland. “Ze hebben al geld moeten lenen voor het inrichten van hun huis en willen vaak niet nog meer schulden maken.”
Gat in de markt
Doordat veel roc’s zich terugtrokken uit de inburgering ontstonden er volgens Vluchtelingenwerk gaten in het aanbod. “Vooral op het platteland. Vluchtelingen zouden grote afstanden moeten afleggen om een cursus te volgen, terwijl ze geen reiskostenvergoeding krijgen”, aldus Manson. Daarom heeft Vluchtelingenwerk in 2012 besloten zelf in het gat in de markt te duiken.
Met succes. Mede dankzij het de snelle toename van het aantal vluchtelingen
Ook bij roc’s die de inburgering nooit helemaal de rug hebben toegekeerd, groeit het aantal cursisten snel. “In 2013 hadden we nauwelijks instroom, in 2014 hadden we 160 cursisten en vorig jaar 500. Daarmee zitten we weer op het niveau dat we voor de introductie van marktwerking hadden”, stelt Rudi Knol van het Groningse Alfa-college. Het Roc van Twente wil de groei van het aantal inburgeraars zelfs een halt toe gaan roepen. In de zomer van 2014 waren er nog maar vijftig cursisten nu zijn het er al 690, verspreid over 41 groepen. “Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven verzorgen hebben we een limiet van 750 inburgeraars ingesteld”, vertelt opleidingsdirecteur Marian Kroeze.
Kater
Hoewel ze een flinke kater hebben overgehouden aan de afbouw van hun omvangrijke inburgeringsaanbod, zijn het Roc van Amsterdam en Roc Mondriaan in Den Haag toch weer voorzichtig teruggekeerd op de markt. “In Amsterdam zijn inmiddels veel taalaanbieders afgehaakt. Daardoor wordt het voor ons nu weer interessant”, vertelt Irma van der Grijn. “We hebben nu drie groepen en daar komen binnenkort drie groepen bij.” Bij Roc Mondriaan kunnen de vluchtelingen sinds 1 januari aanschuiven bij de taalcursussen voor arbeidsmigranten uit Europa die het roc nog steeds in opdracht van Den Haag en de omliggende gemeenten verzorgt. En Roc Midden Nederland is aan het rekenen of inburgeringscursussen kostendekkend zijn aan te bieden.
De terugkeer van de roc’s op de inburgeringsmarkt lijkt goed nieuws voor NT2-docenten die de afgelopen jaren als zzp’er van tijdelijke klus naar tijdelijke klus hobbelden. “De rechtspositie van NT2-docenten is door de introductie van marktwerking dramatisch verslechterd”, stelt Frieda van den Hout, bestuurslid van de beroepsvereniging voor NT2-docenten. Ze werkte zelf de afgelopen jaren als freelancedocent voor verschillende opdrachtgevers. “Ik heb daarvoor tussen de 25 en 45 euro per uur gekregen. Soms kun je dan een uurtje voorbereiding per dagdeel les declareren, maar dat is er lang niet altijd bij. En een vergoeding voor je reistijd of reiskosten al helemaal niet.”
Dat het anders kan, bewijst Fiolet Taaltrainingen dat dit jaar dertig freelancedocenten (parttime) in dienst heeft genomen. “We houden ons daarbij aan de salarisschalen in de volwasseneneducatie. Docenten zitten bij ons in schaal 10”, vertelt mede-eigenaar Monique Schoorl. “Het is een sprong in het diepe. Of het bedrijfseconomisch uit kan is nog niet helemaal zeker, maar er is heel veel werk en om dat goed uit te voeren heb ik een hecht team nodig waarin de neuzen dezelfde kant op staan. Dat lukt niet met zzp’ers die allemaal voor meerdere opdrachtgevers werken.” Ook Vluchtelingenwerk neemt NT2-docenten in dienst en ze worden net als andere medewerkers volgens de cao welzijn betaald.
Flexwerk
Roc’s zijn voorlopig terughoudend met het in dienst nemen van nieuwe docenten. Bij het Roc van Amsterdam en Mondriaan keren NT2-docenten die zijn overgestapt naar het mbo weer terug. Die docenten zijn in vaste dienst. Daarnaast houden de roc’s een flinke flexibele schil aan om te voorkomen dat er wachtgeld betaald moet worden als het aantal cursisten weer terugloopt. “Wij werken daarom ook met uitzendkrachten en zzp’ers”, vertelt Van der Grijn van het Roc van Amsterdam.
De opleving van de inburgeringsmarkt levert dus geen nieuwe vaste banen op voor NT2-docenten. Spijtig, vindt Van der Grijn. “Vreemdelingen hebben de taal nodig om te integreren en om werk te vinden. NT2-cursussen zouden daarom een basisvoorziening moeten zijn. Zo is het lang geweest, maar het is nu anders geregeld door de overheid. De trajecten die wij verzorgen worden op tijdelijke basis gefinancierd. Daarom kunnen we het ons niet veroorloven vaste krachten aan te stellen en blijft het bij inhuren van flexwerkers.”
Met medewerking van journalist Tricia Bots