- blad nr 3
- 6-2-2016
- auteur T. van Haperen
- Column
Premiejagers
Nee, natuurlijk niet. Maar wel begrijpelijk. Rotterdam heeft een probleem. Kinderen krijgen niet het onderwijs dat ze verdienen. Amateurs verzorgen een substantieel deel van de lessen. Dat is al even zo. En dan beland je in een hopeloze tredmolen. Een uitnodiging voor wanhoopspogingen. Dat maakt die bonus begrijpelijk. Maar helpen doet het niet. Het kwalitatief lerarentekort holt namelijk het gehele Nederlands onderwijs al meer dan twintig jaar uit. Als op mijn school een collega vertrekt, neemt ook de stagiair de lessen over. Dit probleem is onlosmakelijk verbonden met het bekostigingsstelsel, de daarbij horende bedrijfsmatige aanpak van schoolbesturen en een minister die weigert verantwoordelijkheid voor het beroep leraar te nemen. En vanaf die constatering wordt het vervelend. De Rotterdamse oplossing maakt namelijk alles alleen maar erger.
Want wat gebeurt er? Stel, de bonus werkt. Leraren in tekortvakken melden zich massaal bij de Rotterdamse scholen. Hun aankomst is een vertrek elders. Het probleem verschuift en de kersverse vacaturescholen kunnen niet anders dan hun wethouder lief aankijken. Die betaalt ook een bonus. Noodgedwongen. Deze prijsprikkel resulteert in een leger van premiejagers. Als een flipperbal bewegen de tekortleraren van school naar school. Van stad naar stad. Zo organiseren de premiejagers hun structurele loonsverhoging. De rest kijkt rancuneus toe. De leraar Nederlands, toch een kernvak, die zich al twintig jaar het snot voor de ogen werkt, krijgt niks en is voor zijn beloningsschaal afhankelijk van de grillen van zijn schoolleider. Deze brave lobbes ziet elk jaar een andere fysicus binnenvliegen, die niet alleen vijfduizend euro van de wethouder krijgt, maar waarschijnlijk ook een hogere beloningsschaal. Zo gaat dat namelijk bij tekortvakken. En of die fysicus er wat van kan, is nog maar de vraag. Waarna het risico op een hoosbui van klachten van ouders en leerlingen ontstaat. Maar dat risico is dragelijk, want aan het eind van het jaar vertrekt de verse kracht toch weer. Op naar de volgende bonus. Voor de toch al brakke collegiale cohesie is deze constructie bepaald niet bevorderlijk.
De bonus van de Rotterdamse wethouder is als de dwergstaat Luxemburg die de klimaatverandering bestrijdt. De cynicus kan erom lachen. Maar ondertussen gaat het affikken van de aarde wel gewoon door. Zo ook het onderwijs. En de politiek maar blussen. Miljarden euro’s rollen vanuit Den Haag naar besturen, met hun flexibele schil, maniakale kostenbewustzijn, uitdijende reserves en schoolculturen die heen en weer schommelen tussen de uitersten ‘totale innovatie’ en ‘terug naar vroeger’. Echt, onderwijsbesturen lossen geen nationale problemen op, ze maken ze erger. Geen machtspoliticus die het zo ziet, die intervenieert. En precies daarom is elke leraar die bij de volgende verkiezingen op een partij stemt die verantwoordelijkheid draagt voor deze onderwijspolitiek knettergek. CDA, VVD, PvdA en D66 hebben met ons beroep gegokt. En verloren.