• blad nr 20
  • 12-12-2015
  • auteur Y. van de Meent 
  • Redactioneel

 

Het hbo legt de lat te hoog

De eindscriptie is voor steeds meer hbo-studenten een onneembare horde. Dat is te merken aan het uitdijende leger langstudeerders. Een kwart van alle hbo’ers heeft zes of meer jaren nodig om een diploma te halen.

Meer masters voor de klas, minder uitval, meer lesuren, meer diploma’s. In 2012 maakten hogescholen prestatieafspraken met het ministerie van Onderwijs die ervoor moeten zorgen dat het niveau van het hbo flink omhoog gaat. Volgend jaar komt een reviewcommissie controleren of ze hun beloften waarmaken. Spannend, want op het niet halen van de afgesproken streefcijfers staat een flinke sanctie. In totaal staat 7 procent van de bekostiging op het spel. Wie er niet in slaagt het studierendement te verbeteren, kan 1,7 procent van het budget kwijtraken. Dat scheelt een grote hogeschool al snel drie of vier miljoen euro per jaar.
Er is de afgelopen jaren daarom fors geïnvesteerd in het onderwijs. Om de hoge uitval in het eerste jaar te bestrijden hebben hogescholen extra studieloopbaanbegeleiders aangesteld, mentoren en peercoaches ingezet, meer contacturen op het rooster gezet en vorig jaar is de landelijke studiekeuzecheck ingevoerd. Alle scholieren die zich aanmelden voor een hbo-opleiding vullen een vragenlijst in, volgen proeflessen en krijgen na een persoonlijk gesprek te horen of ze kans van slagen hebben bij de studie die ze op het oog hebben.
Toch staat nu al vast dat hogescholen op een enkele uitzondering na de prestatieafspraken over studiesucces niet zullen halen. Want het studierendement stijgt niet maar daalt tamelijk spectaculair. Van alle hbo-studenten die in 2009 aan een hbo-opleiding begonnen had na vijf jaar studeren slechts 49 procent een diploma op zak, terwijl van de lichting 2002 nog 59 procent binnen vijf jaar afstudeerde.

Randstad-effect
Bij de vijf grote hogescholen in de Randstad is de situatie nog een tikje dramatischer. Hogeschool Inholland zag het diplomarendement in vijf jaar met 15 procentpunten dalen. Slechts 38 procent van de studenten haalt er in vijf jaar een diploma. De Hogeschool van Amsterdam zit daar met een diplomarendement van 41 procent maar net boven. Maar ook bij de andere Randstadhogescholen daalt het studiesucces fors en heeft na vijf jaar studeren nog niet de helft van de studenten een diploma bemachtigd.
Voor de ‘G5’ naast Inholland, Hogeschool Rotterdam, Haagse Hogeschool, Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Utrecht was dat twee jaar geleden een aanleiding om de handen ineen te slaan en samen uit te zoeken was er mis is. Uit het eerste onderzoek naar het ‘Randstad-effect’ bleek dat het slechtere rendement vooral te wijten is aan de samenstelling van de studentenpopulatie.
Net als in de rest van Nederland hebben in de Randstad allochtone jongens die economie studeren een aanmerkelijk kleinere kans tijdig de eindstreep te halen dan autochtone meisjes die een gezondheidszorgopleiding volgen. Het probleem van de G5 is dat er meer van die risicostudenten instromen dan in de rest van Nederland en dat hun aandeel groeit. Dat laatste is een landelijke trend, maar bij de Randstadhogescholen stijgt het aandeel risicostudenten net iets sneller. Dat verklaart voor een deel de daling van het studierendement. De hbo-instroom is het laatste decennium fors gegroeid, daardoor meer zwakpresterende studenten binnen gekomen.

Langstudeerders
Maar uit nieuw onderzoek van de G5 en Hogeschool Leiden dat eind november is opgeleverd, blijkt dat er meer aan de hand is. Hogescholen kampen met een uitdijend leger langstudeerders. Zowel in de Randstad als erbuiten groeit het aantal zesde-, zevende- en achtstejaars rap. Van de eerstejaars uit 2003 was na vijf jaar één op de zes aan het studeren, terwijl van de lichting 2009 één op de vier studenten na vijf jaar nog bezig was.
En het zijn zeker niet alleen de usual suspects die voor de groei van het aantal langstudeerders zorgen. “Alles en iedereen gaat langzamer studeren: jongens en meisjes, allochtonen en autochtonen, mbo’ers en havisten”, stelt Rutger Kappe, lector studiesucces bij Hogeschool Inholland en voorzitter van het G5-onderzoeksteam.
Het is een trend die al in 2002 is ingezet, maar sinds 2012 groeit het aantal langstudeerders twee tot drie keer zo snel. De acceleratie valt samen met het moment waarop de keurmeesters van de accreditatieorganisatie NVAO de beoordeling van de eindscripties scherper tegen het licht gingen houden, constateert Marjon Molenkamp, beleidsonderzoeker bij de Hogeschool Rotterdam die het langstudeerdersonderzoek coördineerde. Het was een reactie op de ophef die een jaar ervoor ontstond toen bleek dat langstudeerders bij de Hogeschool Inholland via een alternatieve afstudeerroute op een al te makkelijke manier aan een diploma werden geholpen.
Sinds die tijd controleren de keurmeesters of de zesjes die docenten uitdelen voor scripties wel terechte zesjes zijn. Maar opleidingen voelen niet alleen de hete adem van de keurmeesters in hun nek. Hogescholen leggen zelf de lat ook steeds hoger. Hbo-studenten moeten zelfstandig een onderzoek kunnen uitvoeren, waardoor de het afstudeerwerk steeds meer op een academische scriptie begint te lijken. De bachelorscriptie is daardoor voor veel studenten onneembare horde aan het worden.

Extra tijd
Hoewel, onneembaar is de horde eigenlijk niet. Langstudeerders zijn geen spookstudenten die wel ingeschreven staan, maar niks meer aan hun studie doen, blijkt uit het G5-onderzoek. Een flink deel haalt na zes, zeven of acht jaar studeren toch nog een diploma, waardoor het studierendement van een lichting uiteindelijk oploopt naar 70 tot 75 procent. “Langstudeerders zijn dus geen late uitvallers, het zijn studenten die extra tijd nodig om een diploma te halen”, stelt Kappe. “Dat kan zijn omdat ze moeite hebben om een stageplaats te vinden of veel tijd besteden aan een bijbaan. Maar de sterke stijging van de laatste jaren hangt waarschijnlijk samen met de hogere eisen die aan het afstudeerwerk gesteld worden.”
Kappe trekt liever niet zelf de conclusie dat het realiseren van alle prestatieafspraken een onmogelijk opgave is. Dat laat de onderzoeker aan strategen en bestuurders over. “Maar verwachten dat het hbo in kortere tijd afgestudeerden van hoger niveau kan afleveren terwijl de diversiteit van de instroom toeneemt, dat wringt natuurlijk wel.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.