- blad nr 20
- 12-12-2015
- auteur M. van Nieuwstadt
- Redactioneel
Thuis in de klas
Via een microfoontje volgt hij de uitleg van meester Robbert. Als Jeroen antwoord wil geven op een vraag dan steekt hij gewoon zijn vinger op, net als alle andere kinderen. En hij legt net als alle anderen zijn handen op zijn hoofd als meester Robbert daarom vraagt.
Via een zogenoemde Webchair volgt Jeroen een of meerdere lessen, drie dagen per week. De klas hoort hem via twee luidsprekertjes onder het tv-scherm. Als de meester de rekenles heeft uitgelegd, gaat hij in een klein groepje zelfstandig aan de slag met de sommen uit het tekstboek De wereld in getallen. Teun en Ruben krijgen nu het microfoontje van meester Robbert en kunnen overleggen en samenwerken met hun klasgenoot in die huiskamer ver weg.
Ruben leest de opgaven voor, “want dat vindt Jeroen prettig”. Via de webcamera laat Jeroen zien dat hij de namen op de goede plek heeft gezet. “Die is goed”, zegt Teun. Ruben vult aan: “De volgende opgave kan je wel alleen maken.”
Het werk van Jeroen nakijken is niet per se nodig, erkent Ruben. “Hij maakt eigenlijk bijna nooit fouten, maar hij vindt het wel leuk om samen te werken. En hij houdt van grapjes.” Als bewijs maakt Ruben een scheetgeluid in de microfoon. Jeroen moet lachen.
Soms gaapt Jeroen een beetje. Soms loopt de webcamera vast. En soms knuffelt hij de hand van zijn begeleider buiten beeld. De kinderen hebben Jeroen één keer op school gezien. “In het begin was hij verlegen, maar dat gaat steeds beter”, zegt Jelle. “Het voelt echt wel alsof hij een klasgenoot van ons is.”
www.webchair.com