• blad nr 18
  • 14-11-2015
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Excellent

De baliemedewerker van de garage waar ik mijn auto na een onderhoudsbeurt ophaal houdt de sleutels nog even in zijn hand. Nog één ding mevrouw, zegt hij vriendelijk, u krijgt morgen een mail waarin gevraagd wordt hoe uw ervaringen met dit bedrijf zijn. Ik hoop dat u tevreden bent, zo niet dan hoor ik dat graag. Ik kijk verbaasd op. Het is goed hoor, zeg ik terwijl ik naar de sleutels reik. Als u tevreden bent, vervolgt de medewerker, dan hoop ik dat u dat ook opschrijft en niet zoals we in Nederland gewend zijn met zesjes of zeventjes maar met een 8 of hoger. Mijn baas hecht daar veel belang aan en zijn baas ook. Ik knik aangeslagen.
Aan het eind van een rondreis overkomt mij iets soortgelijks. De reisleider pakt op de laatste dag van de reis de microfoon en kondigt aan dat er bij terugkomst in Nederland een mail op ons wacht met daarin een tevredenheidsonderzoek. Ze benadrukt het belang van dit onderzoek. Ook zij geeft aan niet te hopen op Nederlandse zesjes en zeventjes. Dan heb ik een probleem, vertelt ze. Als we willen dat zij in de toekomst haar baan houdt dan weten we wat ons te doen staat. Dus vul ik braaf beide enquêtes in. Tijdens het schrijven valt me op hoe algemeen alle vragen zijn. Zelfs al zou ik mijn ervaringen eerlijk willen invullen, dan nog nodigen de vragen daar niet toe uit. Daar komt bij dat ik mij altijd erg bewust ben van het arbitraire en impulsieve karakter van mijn bevindingen. Zijn ze wel algemeen geldig, is het sop de kool wel waard? Het is me een raadsel waarom tevredenheidsonderzoeken zo’n groot deel van de tijd van organisaties in beslag nemen. Al die functionerings- en beoordelingsgesprekken die gebaseerd zijn op informatie van klanten die achteloos wat invullen of emotioneel onder druk zijn gezet. Het heeft iets treurigs voor alle medewerkers. Vooral als die zich op hun beurt gedwongen voelen om goede beoordelingen te bedelen. Toch kan ik me bij bedrijven wel voorstellen dat ze op een of andere wijze willen weten wat klanten van hun product vinden. Ze moeten immers winst maken. In het onderwijs geldt dit winstoormerk niet. Toch wemelt het hier ook van allerlei onderzoeken en komen oordelen net zo arbitrair en willekeurig tot stand. Hypes, tijdgeesten, nieuwe wijn in oude zakken, het komt met de snelheid van het licht de scholen in en steeds staan er nieuwe beoordeelaars op de stoep met hun puntenlijstje. Audit zus, onderzoek zo. Zorgelijke rapport hier, zwakke beoordeling daar. En steeds opnieuw geldt: meer scholing, meer inspanning, meer neuzen dezelfde kant op, minder plezier, minder tijd voor het eigenlijke werk in de klas. Er zijn inmiddels zoveel personen en instituties financieel afhankelijk van (slechte) beoordelingen van scholen: interim-managers, scholingsinstituten, zzp’ers met een eigen toko, inspectie, passend onderwijs dat de vraag zich voordoet of er ooit een moment komt waarop men zal zeggen dat het wel in orde is met het onderwijs. En dat terwijl we het internationaal helemaal niet slecht doen en de kinderen in Nederland tot de gelukkigste kinderen ter wereld behoren. Ook de volwassenen zijn helemaal niet ongelukkig bleek onlangs uit een rapport. 64 procent van de vrouwen en 68 procent van de mannen noemt zichzelf gelukkig. Waar komt de ontevredenheid waarmee de werkdruk in het onderwijs wordt opgejaagd dan toch vandaan? Is het hier ook al zover dat we geen zesjes en zeventjes meer willen. Zijn leraren de enigen die per se ongelukkig moeten blijven. Gaan we alleen nog voor excellentie en moeten we allemaal Leerkracht van het Jaar worden? Misschien is het beter om ook maar zelf de boer op te gaan om al die willekeur te stoppen: een 8 of hoger graag, beste ouders, want anders…

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.