• blad nr 18
  • 14-11-2015
  • auteur W. de Lange, de 
  • Column

 

Waarom

We hebben filmpjes gezien. We hebben palmbomen zien knakken en steden zien onderlopen. We hebben gelezen en opdrachten gemaakt. Tijd voor de waaromvraag. Waarom ontstaan er orkanen in de opgewarmde wereldzeeën langs de evenaar?
Van de ruim vijftig eersteklassers die ik aardrijkskunde geef, is er een die gaat nadenken. Hij heet Jordi. Hoe kan een opstijgende kolom lucht zo’n pandemonium van wind en water ontketenen? Jordi’s hersens malen, hij probeert zich voor te stellen wat daar gebeurt, in die warme wereldzeeën en in de hete damp daarboven. “Die lucht vol damp gaat omhoog, dus onderaan krijg je een soort van vacuüm eigenlijk en dat zuigt.”
“Haha zuigt, sucker”, roepen de jongens achter hem.
Jordi onverstoorbaar: “een vacuüm dat zuigt, is dat het?”
Jordi, twaalf jaar, emotioneel, gepest, in een drukke vmbo- klas geplant, houdt vast aan het idee dat hij, als hij maar flink doordenkt, de sprong kan maken van die ene geknakte palmboom naar een natuurwet. Jordi wordt niet afgeschrikt, maar aangetrokken door de waaromvraag.
De anderen gaan rotzooien of bladeren in het boek. Ook de meisjes die goede cijfers hebben. Juist de meisjes die goede cijfers hebben. Het moet ergens staan, anders zou de juf het niet vragen. Ergens moet een zinnetje staan dat ze moeten oplepelen om te kunnen scoren. Als ze niks vinden, vragen ze boos waar het staat, het goede antwoord. Nergens, zeg ik. Ze denken dat jullie er te dom voor zijn en daarom schrijven ze het maar niet op. Maar jullie zijn niet dom. Daarom gaan jullie thuis uitzoeken hoe het zit en het volgende week in je eigen woorden aan de klas vertellen.
Zou er een proefopstelling in de klas te verzinnen zijn, waarmee je er iets van kan laten zien? Ik zou niet weten hoe ik in een gewoon theorielokaal snel stijgende, vochtige lucht kan laten afkoelen in een hogere luchtlaag en dan de winden kan laten waaien. Net zo min als ik weet hoe ik een mini-vulkaantje kan laten uitbarsten. Zwaktebod van de juf. Jammer. Ik weet nu al dat ik volgende week uit vijftig monden een en dezelfde, niet begrepen Wikipedia-tekst ga horen. Jordi, mijn hoop is op jou en je spreekbeurt gevestigd.
Waarom vindt Jordi het leuk om iets uit te zoeken en zijn hersens ergens over te breken? Omdat Jordi’s ouders hem aanmoedigen zich met zulke dingen bezig te houden? Omdat ze al vroeg met hem lazen en praatten? Ik weet niet eens of dat zo is.
Waarom vindt de rest het niet leuk? Waarom willen ze niet nadenken over het waarom van dingen? Waarom stichtten nou juist de Romeinen een enorm rijk, terwijl veel slimmere volkeren al moeite hadden een klein stadsstaatje op orde te houden? Waarom rijst het deeg als je er gist in stopt? Waarom is zoete troep lekker, als het ongezond voor je is? Waarom is Nederland rijk en Eritrea arm? Nadenken, kennis zoeken, kennis ordenen, theorie opstellen, theorie testen. Alles begint met waarom. Wie doorwaaromt tot hij of zij het snapt, is vrij, is mens. Driejarigen snappen dat wel en twaalfjarigen niet.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.