• blad nr 18
  • 14-11-2015
  • auteur J. van Aken 
  • Redactioneel

Excellentieprogramma’s moeten zesjescultuur verdringen  

Proeftuin voor het hoger onderwijs

Het hoger onderwijs gaat met excellentieprogramma’s de strijd aan tegen de ‘zesjescultuur’. Ondernemerschap en kritisch denken zijn daarbij belangrijker dan hoge cijfers.

In de bus naar de campus van de Hanzehogeschool Groningen zegt een student tegen zijn buurvrouw: “Om half negen bij college zijn, trek ik echt niet. Dan laat ik iemand anders het aanwezigheidsformulier tekenen.” Dit is duidelijk geen student die een excellentieprogramma volgt.
Die studenten zijn ambitieus en gemotiveerd en willen meer uit hun studie willen halen. “We richten ons op studenten die meer uitdaging zoeken, ambitieus zijn en over hun eigen discipline heenkijken”, vertelt Pieter Veenstra, teamleider van het Hanze Honours College.
Mede door het Sirius-programma van het ministerie van Onderwijs, dat excellentieonderwijs tot 2015 subsidieerde, zijn de meeste hogescholen en universiteiten de afgelopen jaren begonnen met een programma voor studenten die meer willen en kunnen. Landelijk volgt circa 6 procent van de studenten in het hoger onderwijs een honoursprogramma.
Doelstellingen zijn: cognitieve vaardigheden ontwikkelen, talentontwikkeling door het stimuleren van motivatie, ambitie en leiderschapskwaliteiten, het creëren van nieuwe onderwijsvormen of -inhoud. De term excellentie is vaak vervangen door de internationale term honours omdat het niet per se om excelleren en de hoogste cijfers gaat. Zo wil de Hogeschool Utrecht (HU) iedere student met ambitie de mogelijkheid bieden deel te nemen aan het honoursprogramma. “Studenten krijgen de mogelijkheid wat extra’s te doen naast hun studie en daar zelf richting aan te geven. Het gaat om zaken als persoonlijk leiderschap en gedrevenheid”, verklaart Annelies Riteco, honoursprojectleider en docent bij de faculteit educatie van de HU.
De Law Colleges van de Universiteit Utrecht en Erasmus Universiteit hanteren voor deelname wel een eis van minimaal een 7. “Wij leveren onderwijs voor studenten die meer betrokken zijn en kritischer, ze willen doordenken, doorvragen, en discussiëren”, beschrijft Adriaan Dorresteijn, voorzitter van het bestuur van het Utrecht Law College (ULC) Sirius. Het ULC heeft 150 honoursstudenten op 800 rechtenstudenten, bijna 20 procent van het totaal aantal eerstejaars.
De honoursprogramma’s zijn er in vele soorten en maten: korte cursussen en meerjarige trajecten, als onderdeel van het curriculum en als extra aanbod bovenop het reguliere programma. Zowel bij de HU als de Hanzehogeschool kunnen studenten kiezen voor een individueel project. Het Utrecht Law College is een aparte opleiding, waarbij studenten een extra verdiepend programma volgen. Het Erasmus Honours Law College volgt het reguliere programma, alleen zitten de honoursstudenten in tutorgroepen bij elkaar en krijgen ze extra excursies en cursussen aangeboden. “Er heerst competitie binnen de groep, waardoor ze dieper op de stof ingaan en zo zorgen ze zelf dat ze aan het eind van hun studie erg goed zijn”, merkt Maarten Kroeze, hoogleraar ondernemingsrecht bij de Erasmus Universiteit.

Coachende rol
Het honoursonderwijs vraagt een andere, vooral coachende rol van een docent. Studenten van de Hanzehogeschool kunnen een project kiezen en zelfstandig aan de slag gaan. “Met het organiseren van een conferentie over passend onderwijs voor andere studenten bijvoorbeeld”, vertelt Menno Wierdsma, docent science en honourscoördinator van de pabo van de Hanzehogeschool. “Het vraagt van mij dat ik me in moet houden. Als docent ben je geneigd je helpend op te stellen en antwoord te geven op een vraag. Soms is het beter een wedervraag te stellen. Sommige studenten vinden het moeilijk met die ruimte om te gaan en kiezen ervoor te stoppen met het honoursprogramma.”
Het Hanze Honours College biedt een leergang voor honoursdocenten aan: A teachers road to excellence. Inge Wijkamp is projectleider van de leergang en geeft zelf ook les aan honoursstudenten. “Het is echt een leergang, we stimuleren docenten om te onderzoeken hoe ze een betere honoursdocent worden”, zegt Wijkamp. De leergang heeft drie pijlers: gebonden vrijheid, het stimuleren van verdieping en kritisch denken, en ‘community denken’ om te zorgen dat studenten samenwerken. “Studenten vrijheid geven zonder dat ze verdrinken, vinden docenten het lastigst”, merkt ze.
“Je moet studenten loslaten en vertrouwen in ze hebben”, bevestigt Herry In den Bosch, (honours)docent voor de lerarenopleiding gezondheidszorg en welzijn van de HU. “Soms sturen ze mij aan in plaats van ik hen: we hebben een ruimte nodig, zou je dat kunnen organiseren.” Hij leert ook van studenten. “Hoe je sociale media in het onderwijs kunt inzetten bijvoorbeeld. Soms komen ze ook met nieuwe kennis. Het vraagt lef om als docent te erkennen dat je niet alle wijsheid in pacht hebt.”
Ook Wierdsma ontwikkelt zich als docent. “Je bent gericht op verbeteren wat niet goed is als docent, terwijl je ook kunt kijken naar waar je wel goed in bent en hoe je daar beter in kunt worden. Daarnaast bereid je in het reguliere onderwijs studenten zo goed mogelijk voor op een tentamen, waarbij je soms de individuele student uit het oog verliest. Vanuit het honoursonderwijs heb je daar wel aandacht voor.”
Ook de HU en het Utrecht Law College geven een training over lesgeven aan honoursstudenten. “Wij leren docenten hoe je omgaat met de spanning tussen de agenda die je wilt afwerken en de spontane vragen en kritiek van studenten”, vertelt Dorresteijn van het ULC. “Sommige docenten vinden honoursstudenten erg vrij, die kunnen hun energie dan soms beter in het reguliere onderwijs steken.”

Proeftuin
De speciale programma’s functioneren mede als proeftuin voor onderwijsvernieuwing. En dat werkt door in de reguliere programma’s, merkt Wijkamp. “Bij gezondheidsstudies geven honoursstudenten in het reguliere onderwijs kleine colleges over nieuwe ontwikkelingen. Het plan is om bij de opleiding logopedie vanuit het honoursonderwijs een intervisiemethode te gebruiken die op successen gebaseerd is, om te generaliseren wat er goed ging in plaats van te leren van fouten.”
Ook het ULC plantte vorig jaar elementen over naar de reguliere bachelor. “Er zijn extra contacturen toegevoegd en verdiepend onderwijs door kritisch te kijken naar bijvoorbeeld het jihadproces en naar arresten van de Hoge Raad”, vertelt Dorresteijn. De HU is opleidingen aan het herontwerpen en kan zich laten inspireren door good practices uit het honoursonderwijs, vindt Riteco. “Studenten zouden in het reguliere curriculum veel meer keuzeruimte moeten hebben. Misschien dat honoursonderwijs zich overbodig maakt als gepersonaliseerd leren daar is vormgegeven”, denkt ze.
Honoursonderwijs levert een meerwaarde op voor studenten. Honoursstudenten halen hogere cijfers, studeren vaker door, vinden minder snel werk omdat ze vaker werk op hun niveau zoeken en hbo’ers verdienen meer. Afgestudeerden schrijven zelf de effecten slechts in beperkte mate toe aan het excellentieprogramma. Dit bleek bij een presentatie over het onderzoek Het beste uit studenten naar de werking van het Sirius-programma tijdens de honoursconferentie in juni dit jaar. Over de leeropbrengsten zijn studenten volgens het onderzoek in een self-assessment positief: hbo’ers ervaren groei in leiderschap, waarbij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid daalde. Universitaire studenten groeiden in onderzoeksvaardigheden, doorzettingsvermogen, presenteren en ambitie, maar werden minder creatief.
Veenstra van de Hanzehogeschool vindt de winst dat studenten meer ruimte hebben om te kiezen voor een onderwerp dat ze interessant vinden. “Deze ruimte ontbreekt vaak in de reguliere bachelors. Door de projecten die ze doen, kijken ze verder dan het eigen vakgebied, ontmoeten nieuwe mensen en werken aan persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Het zijn mensen met een bredere blik en betere onderzoeks-, leiderschaps- en communicatieve vaardigheden.”
Dorresteijn van het Utrecht Law College vindt dat zijn studenten dieper in de kern van het recht zijn doorgedrongen. “Ze komen qua inhoud en vaardigheden, als pleiten, schrijven en analyseren, beter beslagen ten ijs. We denken dat we met het ULC een hogere kwaliteit juristen afleveren, advocatenkantoren en de rechterlijke macht erkennen dat.” Het verwijt klinkt soms dat excellent onderwijs eliteonderwijs is voor een groepje uitverkoren studenten. Dorresteijn vindt niet dat het ULC reguliere studenten tekort doet. “De zwaarte van de honoursopleiding is dusdanig dat niet iedere student daar tijd en energie voor heeft.”
Herry In den Bosch van de HU vindt dat ze studenten afleveren die kritisch kijken en innovatief zijn. “Ze hebben de moed en bereidheid om veranderingen in gang te zetten.” Riteco steekt de loftrompet over twee pabo-studenten die een website met oefenmateriaal ontwikkelden voor de beruchte rekentoets. “Dat materiaal was er nog niet. Ze hebben zich didactisch verdiept in rekenen en snappen nu beter tegen welke rekenproblemen kinderen aanlopen. Daardoor zijn ze betere leerkrachten geworden.”

{portret 1}
Kritisch denken

Carrie van der Kroon (27), studeerde in 2010 af aan het Utrecht Law College.

De rechtsantropoloog werkt voor Defence for Children aan de rechten van meisjes in Liberia, Sierra Leone en Ghana. “We ondersteunen lokale organisaties in het voorkomen van meisjesbesnijdenis en kindhuwelijken door slachtoffers psychische bijstand te verlenen en juridisch advies te geven bij procedures”, legt ze uit.
Onlangs publiceerde ze het boek I write with the right over kinderen die vanuit Panama naar Costa Rica migreerden om daar op de koffievelden te leven en veelal te werken. “Ik interviewde meer dan vijftig kinderen over hun leven, of ze naar school gingen en of ze weten wat hun rechten zijn. Met het boek hoop ik organisaties daar een lobbytool te bieden om de overheid te stimuleren de situatie van kinderen op koffieplantages te verbeteren.”
Het ULC maakte haar een veelzijdig jurist, vindt Van der Kroon. “Mijn werk gaat over hoe je kunt bereiken dat mensen hun rechten kennen en dat die worden nageleefd. Het ULC moedigde mij aan kritisch te denken over recht, met onbekende (rechts)terreinen aan de slag te gaan en je eigen mening te vormen over vraagstukken. Dankzij het ULC kan ik mezelf veel beter redden. Ik weet van mezelf: als ik een vraagstuk moet oplossen, kan ik tot een antwoord komen.”

{portret 2, IT.Turn.IT}
Blij gevoel

Vincent Veenbrink (in ruitjesoverhemd), student vastgoed, en Robert Adema (in rode overhemd), studeerde hbo rechten, richtten tijdens hun honourstraject aan de Hanzehogeschool het bedrijf I.Turn.IT op dat als doel heeft jongeren te enthousiasmeren voor werken in de IT.

“In Noord Nederland is schaarste aan IT-personeel en wij werden als honoursstudenten door overheid en bedrijven uitgenodigd feedback te geven op een plan. Dan moet je niet bij afgestudeerden beginnen zoals het idee was, maar bij jongeren op school”, vertelt Veenbrink.
Ze besloten er een bedrijf van te maken dat jongeren benadert via evenementen op gebied van muziek, mode en sport. “Vooral door te laten zien dat IT meer is dan computers; robots programmeren en drones laten vliegen bijvoorbeeld”, zegt Adema. Hun doel is IT in het reguliere onderwijsprogramma te krijgen. “We willen leerlingen met kennis en vaardigheden voorbereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst. In de zorg, veiligheid of gaming, waar je ook werkt, kom je met IT in aanraking”, vult Veenbrink aan.
Het honoursprogramma stimuleerde hem anders naar vraagstukken te kijken. “Daar word je toe geprikkeld door contacten met bedrijven, overheid en medestudenten van een ander vakgebied.” Adema leerde veel over zichzelf. “Je wordt losgelaten. Je verdiept je en zoekt je grenzen op. Daardoor ben ik ondernemender geworden.”
Een keerzijde van het honoursprogramma vindt Adema dat het voor hem nooit goed genoeg was. “Hadden we succes met de I.Turn.IT dan was het blije gevoel de volgende dag alweer weg. Ik wilde voor tentamens minimaal een 8 halen. Mijn werkweken besloegen daardoor zestig uur. Nu doe ik vooral dingen die ik leuk vind, en anders steek ik er niet zoveel tijd in.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.