- blad nr 15
- 3-10-2015
- auteur M. van Nieuwstadt
- Redactioneel
Sommige breinpeppers werken echt
Slim, slimmer, slimst
Wat als ik probeer slimmer te worden op zeven manieren tegelijk? De Amerikaanse journalist Dan Hurley nam de proef op de som. Hij deed drieënhalve maand lang fitnesstraining, speelde luit, mediteerde, trainde zijn hersens op de computer, plakte nicotinepleisters, liet zijn brein stimuleren met een magneetveld en oefende met het onthouden van lastige letterreeksen op de computer.
Het resultaat? Hurley’s score op een IQ-test nam toe, met één puntje van 136 naar 137. Maar op breinscans ‘voor’ en ‘na’ was geen noemenswaardige verandering te zien.
Hurley boekte wel een vooruitgang van 6 procent op een reeks tests ter bepaling van zijn vloeiende intelligentie, het vermogen om patronen te herkennen en nieuwe problemen op te lossen. En direct na de stimulering van zijn brein met magneetvelden haalt hij een persoonlijk record op een razend moeilijke test voor zijn werkgeheugen. Bij deze maatstaf voor slimheid gaat het er niet om wat we kunnen onthouden (de tafels bijvoorbeeld), maar hoe goed we die informatie in ons geheugen kunnen bewerken (uitrekenen hoeveel 81x81 is).
Proefkonijn
Hoe wordt iemand slimmer? En kan dat eigenlijk wel? Internet levert heel wat suggesties op ter aanvulling van Hurley’s lijstje van zeven: pillen slikken, alcohol drinken of koffie, kauwgom kauwen, vis eten of chocolade of bosbessen. Muziek luisteren.
Zoveel mogelijk uitproberen, zoals Hurley deed voor zijn boek Smarter* is een mooie stunt, maar wijzer word je er niet van. Hurley experimenteerde alleen met zichzelf, dus dat hij hier en daar een beetje slimmer werd, kan toeval zijn. En als je zeven methoden tegelijk uitprobeert, weet je na afloop nog niet wat werkt. Zeker als je niet alles volhoudt: voor mediteren was Hurley bij nader inzien te druk.
Als wetenschapsjournalist voerde hij wel gesprekken met tientallen specialisten. Daarnaast las Hurley alle wetenschappelijke publicaties op het gebied van slimmer worden die hij kon vinden. Dat deed ook neurowetenschapper Martin Dresler van de Radboud Universiteit. Hij schreef er een hoofdstuk over in het boek Cognitive Enhancement** (2015). Op basis van het werk van Hurley en Dresler maakt het Onderwijsblad de balans op. Wat maakt ons slimmer? En welke kwakzalvers maken goede sier met valse claims?
Breintraining
Aanleiding voor Dan Hurley’s boek Smarter was een onderzoek van twee Zwitserse psychologen dat in 2008 zorgde voor opschudding in de wetenschap van het slimmer worden: de cognitieve psychologie. Susanne Jaeggi en Martin Buschkuehl van de Universiteit van Bern trainden studenten vier weken lang met een ingewikkelde computertaak waarbij ze op een knop moesten drukken als ze bepaalde lettercombinaties eerder hadden gehoord. Door te oefenen scoorden de studenten niet alleen beter op deze zogeheten ‘n-terug-taak’, maar ook op de ‘Raven matrices-test’. Die vraagt van proefpersonen om in acht figuurtjes een patroon te herkennen en vervolgens aan te vullen in een volgend blanco vakje. De Raven matrices-test meet vloeiende intelligentie.
De verrassende Zwitserse onderzoeksresultaten inspireerden in de afgelopen jaren nieuwe bedrijven zoals Cogmed en Lumosity. Er is onderzoek dat laat zien dat hun computergames werken, maar lang niet iedereen is overtuigd. De Amerikaanse psycholoog Randall Engle zegt in Smarter, dat geld verdienen de enige drijfveer is achter de ‘valse’ claims van deze bedrijven. Sceptisch is ook Heleen Slagter, een Nederlandse psycholoog die eind 2012 een kritisch stuk publiceerde over het wetenschappelijk onderzoek naar trainingsprogramma’s die het werkgeheugen verbeteren. ‘De status quo op dit moment is dat intelligentie niet te trainen is met computertaken’, mailt Slagter. ‘Breinstimulatie met magnetische velden is misschien minder effectief is dan gehoopt.’
Voeding
Het idee dat hersencellen baat hebben bij een lekkere vette haring is nog wijdverbreid. Maar het lijkt niet te kloppen. Een recente review van onderzoek bij in totaal vierduizend proefpersonen liet zien dat mensen in elk geval niet slimmer worden van omega-3 vetzuren, het bestanddeel van vette vis waarvan jarenlang is gedacht dat het onze hersencellen zou helpen groeien. Kinderen van vrouwen die tijdens de zwangerschap visoliesupplementen slikken hebben met vier of zeven jaar niet een hoger IQ dan leeftijdgenoten.
Er zijn vast andere goede redenen om vis te eten - bloeddruk verlagen, hart- en vaatziekten voorkomen - maar slimmer worden we er waarschijnlijk niet van. De bosbessen en vitamine-B kunnen ook blijven staan volgens de inventarisaties van Hurley en Dresler.
Kauwgom helpt misschien. Al lijkt het niet zoveel uit te maken wat kinderen kauwen. Mogelijk stimuleren de malende kaken de doorbloeding van onze hersenen. Op tijd moedermelk drinken werkt nog beter. Het was nog niet zo eenvoudig om dat te bewijzen. Alleen de constatering dat kinderen die borstvoeding krijgen een hoger IQ hebben, is niet voldoende, want deze moeders zijn gemiddeld hoger opgeleid en ook dat heeft een positief effect op het IQ van hun kinderen. Dan Hurley liet zich overtuigen door een studie waarin is aangetoond dat kinderen ook een hoger IQ hebben naarmate ze langer borstvoeding krijgen.
Koffie met suiker is een van de weinige andere voedingsmiddelen die ons wel eens slimmer zouden kunnen maken. Beide bestanddelen maken mensen in elk geval alerter en de koffie heeft ook een effect op de langere termijn. Ouderen die het drinken raken minder vergeetachtig en ratten die het krijgen, vinden makkelijker hun weg in een doolhof dat ze één keer eerder hebben gezien.
Pillen
Je kunt er verslaafd aan raken en ze hebben bijwerkingen als angstaanvallen, hoofdpijn, misselijkheid en slapeloosheid. Maar ze werken soms wel, zo blijkt uit de inventarisatie van neurowetenschapper Martin Dresler.
Amfetaminen zoals de harddrug speed verbeteren het geheugen op de korte termijn, bij het onthouden van woorden bijvoorbeeld. Methylfenidaat (Ritalin), dat aan adhd’ers wordt voorgeschreven verbetert de aandacht en het werkgeheugen.
Slapen
Dat slapen helpt om te onthouden is aangetoond in honderden wetenschappelijke onderzoeken. Zelfs mensen die al goed uitgeslapen zijn, onthouden beter als ze even slapen nadat ze iets geleerd hebben. En een volle siësta tijdens de lunchpauze is niet een nodig. Een dutje van zes minuten is genoeg, zo concludeert Dresler uit zijn inventarisatie van het bestaande onderzoek.
Muziek
Kinderen worden niet slimmer als ze naar muziek van Mozart luisteren, zelfs niet als ze dat al doen in de baarmoeder. Van dit in 1993 ontdekte Mozart-effect is in latere wetenschappelijke studies gehakt gemaakt.
Er zijn wel aanwijzingen dat een instrument bespelen het leren ten goede komt. Psycholoog Glenn Schellenberg gaf de helft van de zesjarige kinderen op een school in Canada een schooljaar lang muzieklessen (zang- of keyboard). Hun IQ-scores gingen erop vooruit, meer nog dan de scores van klasgenoten die toneellessen kregen of helemaal geen extra les. Schellenberg publiceerde over zijn onderzoek in 2004 in het tijdschrift Psychological Science. In later onderzoek is dat resultaat bevestigd.
Bewegen
Een bewezen manier om slimmer te worden is volgens Dan Hurley lichamelijke oefening. Ouderen die gymmen tennissen of zwemmen, scoren hoger op cognitieve tests en er is een onderzoek dat laat zien dat dagelijks gymmen de vloeiende intelligentie verbetert van zes- tot veertienjarigen.
Het overzichtswerk van de Nieuw-Zeelandse onderwijswetenschapper John Hattie toont aan dat conditie- en duurtraining het leren in de klas ten goede komt, maar slechts een klein beetje. Het hard maken van de relatie tussen bewegen en slimheid is niet eenvoudig, omdat allerlei andere invloeden dat verband vertroebelen. Kinderen van hoogopgeleide ouders sporten gemiddeld meer en presteren beter op school, maar dat betekent niet dat een kind van veel sporten slimmer wordt.
Mediteren
Er zullen vast nog veel leerkrachten zijn die net als Volkskrant-columnist Aleid Truijens de kriebels krijgen van scholen die kinderen op een matje zetten om ‘aandachtig te ademen’ of ‘hun zonnevlecht te voelen’.
Toch toont almaar meer onderzoek aan dat mediteren, in het bijzonder het bewust worden of sturen van de eigen gedachten (mindfulness), kan helpen om de waarneming te verbeteren, de aandacht te focussen en zelfs het werkgeheugen te versterken.
De Chinees-Amerikaanse psycholoog Yi-Yuan Tang onderzocht een methode waarbij studenten leerden hun aandacht te richten op hun ademhaling en lichaamshouding. Na afloop van een vijfdaagse groepstraining scoorden de studenten beter op de Raven matrices en een test voor aandacht.
Het is opvallend dat Randall Engle, eerder in dit verhaal zo sceptisch over breintraining, wel gelooft dat meditatie mensen kan helpen om hun aandacht te richten en daarmee hun werkgeheugen en vloeiende intelligentie te verbeteren. ‘Ik denk inderdaad dat we kunnen leren om aandachtiger te zijn en dat we op die manier het werkgeheugen kunnen trainen’, zegt hij in Smarter.
Stripboeken
Het idee dat onze intelligentie trainbaar is, lijkt na de hype van de afgelopen jaren weer enigszins op zijn retour, maar Dan Hurley put toch moed uit de woorden van Randall Engle.
Hij eindigt zijn boek met een herinnering aan de lagere school. In groep 5 kon hij nog niet lezen. Juf Browning vertelde zijn moeder in een oudergesprek dat Hurley simpelweg een trage leerling was. Maar Hurley schrijft trots: ‘In groep 6 werd ik gered door Spider Man. Samen met mijn enige vriendje in die tijd begon ik zelf stripverhalen te schrijven en te tekenen.’ In groep 8 haalde kleine Dan alleen nog maar negens en tienen. ‘Werd ik slimmer door mezelf onder te dompelen in het lezen en schrijven van stripboeken’, vraagt hij zich af.
Hurley laat de vraag onbeantwoord. Hoe dan ook laat zijn ervaring zien dat zogenaamd trage kinderen op de basisschool een snelle inhaalslag kunnen maken. Scores op intelligentietests zijn maar getallen, het gaat het erom wat we met die slimheid doen.