• blad nr 14
  • 19-9-2015
  • auteur D. van 't Erve 
  • Idee

 

Vlot taalboek helpt jonge nieuwkomers

Docent Nederlands Fros van der Maden, docent Nederlands, ontwikkelt lesmateriaal voor anderstalige pubers. Omdat geen uitgever interesse toonde, besloot ze het zelf uit te geven.

Fros van der Maden ontwikkelt lesmateriaal vanaf het begin van haar carrière in het onderwijs aan mensen die Nederlands als tweede taal moeten leren (NT-2). “Midden jaren ’80 was er alleen nog maar een Engelse methode, maar vanuit het Engels Nederlands leren werkt helemaal niet. Dus toen ben ik zelf materiaal gaan maken, dat leidde onder meer tot de NT2-methode Nederlands Nu!”
Inmiddels is er heel veel materiaal voor volwassenen, maar niet voor jongeren. De doelgroep is klein en daarom waarschijnlijk minder interessant voor uitgevers. Van der Maden werkt als docent Nederlands op de Internationale School in Groningen en ziet de noodzaak van goed materiaal voor pubers toenemen. “Steeds meer leerlingen stromen door naar het mbo waar de voertaal Nederlands is, in tegenstelling tot het veelal Engelstalige hbo en wo. Zij blijken de taal onvoldoende te beheersen om de opleiding goed te doorlopen, met name schrijfvaardigheid is een probleem. Deze jongeren gaan me aan het hart. Ik ben dus in eerste instantie voor mijn eigen leerlingen materiaal gaan ontwikkelen om ze gerichter voor te bereiden op het regulier onderwijs.”

Belevingswereld
Om te bepalen wat haar leerlingen minimaal nodig hebben om goed te kunnen doorstromen, vergeleek ze het raamwerk NT2 met het referentiekader Taal waarin de niveaus voor voortgezet onderwijs en mbo zijn vastgelegd. “En dan had ik mezelf ook nog opgelegd dat het materiaal qua inhoud en uiterlijk echt voor pubers geschikt moet zijn. Het moet passen bij hun belevingswereld, anders slaat het niet aan”, vertelt ze. “Lesmateriaal maken is echt mijn passie en het is boeiend om mee te werken aan doorlopende leerlijnen in het onderwijs. Mijn voordeel is dat ik alle werelden ken: ik werk voor educatieve uitgeverijen en heb zowel aan jongeren als volwassenen lesgegeven. Contact houden met je doelgroep is daarin belangrijk. Het mooie is dat ik nieuw materiaal meteen kon uitproberen en aanpassen.”
Toen het Lowan, een belangenorganisatie voor onderwijs aan nieuwkomers, interesse toonde, besloot ze haar materiaal verder uit te werken tot een schrijfmethode voor anderstalige leerlingen van internationale schakellassen en het internationaal onderwijs.
Haar schrijfmethode Op Schrift bestaat uit zes blokken, waarin de leerling op weg gaat naar niveau 2F. De methode bestaat uit een gecombineerd tekst- en werkboek. Van der Maden: “Ik vind het belangrijk dat het boek echt iets van de leerling zelf wordt. Doordat ze er zelf in mogen schrijven, worden ze ook eigenaar van hun werk.”

Enthousiast
Omdat geen uitgever interesse toonde, besloot ze het boek zelf uit te geven. Haar zoon verzorgde de vormgeving en het drukwerk bracht ze onder bij NOVO Drukkerij, waar mensen met een beperking werken. “Toen ze vroegen hoeveel exemplaren ik dacht te verkopen, zei ik ongeveer 500. Inmiddels zijn er tegen de 6000 verkocht en is er nog steeds vraag naar. Geweldig dat het zo aanslaat. Leerlingen zijn ook enthousiast. Sommigen vragen zelfs de docent wanneer ze weer in Op Schrift mogen werken, fantastisch hoor.”
Sinds dit jaar ligt er een tweede boek: In Gesprek, een methode voor spreek- en gespreksvaardigheid. Studenten van de mbo-opleiding Kunst, Theater en Multimedia in Groningen verzorgden de opname van de audioteksten bij het boek. En haar leerlingen maakten de foto’s op de omslag. “Zo wordt het mooi én is het te bekostigen”, zegt ze opgetogen. “De prijs wil ik bewust laag houden, zodat de boeken betaalbaar blijven voor iedereen.”


Zelfstandig
Het aanleren van gespreksvaardigheden is lastiger dan schrijfvaardigheden, zowel voor de leerling als voor de docent, vertelt Van der Maden. “Bij de schrijfmethode werken leerlingen vooral zelfstandig, waardoor de docent tijd heeft voor individuele begeleiding. Persoonlijke feedback is bij zowel schrijven als spreken erg belangrijk. Toch verlopen de lessen in spreken wel heel anders dan de schrijflessen. Spreken leer je pas echt door het in de groep, met andere leerlingen, te doen. Omdat dit om veel actievere werkvormen vraagt stelt het andere eisen aan de docent. Mijn methode biedt hen daarvoor handvatten, en door de opzet van de lessen is er ook veel ruimte voor persoonlijke feedback. Tot nu toe zijn de reacties enthousiast.”
Van der Maden is tevreden, maar nog niet helemaal klaar. “Ik zou heel graag een derde boek voor deze doelgroep willen maken”, verklapt ze. “Op dezelfde manier een jong, vlot boek maken over schooltaal. Hierbij moet je denken aan vakbegrippen als condensatie of erosie, maar ook aan de abstractere woorden die op school worden gebruikt. In de praktijk blijkt dat leerlingen struikelen over woorden die bij opdrachten of in toetsen worden gebruikt. Het gaat om zogeheten instructietaal, zoals de woorden vergelijk of definieer. Als je niet goed snapt, wat er van je verwacht wordt, is het lastig slagen. In het derde deel wil ik graag op die moeilijke woorden ingaan, al zal dat nog wel even duren voordat het boek er is.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.