- blad nr 10
- 20-5-2000
- auteur T. van Haperen
- Column
Eigentijds corrigeren
Mondig waren ze al, onwetend ook. Driekwart onvoldoende en dan te bedenken dat er maar vier toetsen per jaar zijn. Met een beetje pech blijft de halve klas zitten en heeft zij het gedaan. Het is inmiddels vijf voor tien. Er schiet een krantenbericht van een paar maanden geleden door haar hoofd. De kop luidde ŒOndanks kwaliteitszorg, eindexamens mbo onjuist afgenomen¹. De inspectie had ruim honderd werken bekeken en er klopte niets van: onzorgvuldige correctie, vragen die weinig met eindtermen te maken hebben en geen onderlinge controle. Een vriend van Anneke werkt bij een roc en ze begrijpt het wel. Het aannamebeleid schijnt extreem soepel te zijn, elke aanmelding is immers budget. Maar hoe dom ook, iedereen moet wel in een financieel aanvaardbaar tempo doorstromen, de enige managementdoelstelling die serieus bewaakt wordt. De afwezigheid van centrale examens doet de rest. Dit maakt haar beslissing een stuk eenvoudiger, want ook op haar school ziet ze door oplopende druk gelijksoortige ontwikkelingen.
Resoluut telt ze overal een punt bij, waardoor het aantal onvoldoendes op de helft komt. De klok leert dat het vijf over tien is, het nieuws laat ze passeren en het Sportjournaal mogen ze ook houden. Ze draait de stapel om en gaat één voor één na of ze niet ergens een inspanning kan belonen zonder zichzelf totaal belachelijk te maken. Even aarzelt ze. Een maand na het bericht over de mbo-examens zocht inspecteur-generaal Mertens de publiciteit. Het is overal mis, ook op middelbare scholen. De schoolonderzoeken scoren hoger dan het centraal schriftelijk. Anneke moet er om glimlachen, alsof dit nieuws is. Een docent die met zijn schoolonderzoek onder het centraal zit krijgt van de directie op zijn lazer. Haar rector komt ze vaker tegen dan Mertens, waarmee een opkomend loyaliteitsconflict in de kiem is gesmoord. Vol goede moed gaat ze onder het devies ŒWie zoekt zal vinden¹ aan de arbeid. Na een minuut of twintig is ze aardig op streek. Om iets voor half elf heeft ze nog vijf onvoldoendes.
Tevreden vult ze haar boekje in, loopt naar de bank, doet de televisie aan en ziet Dionne de Graaff verslag doen van een triviaal sportevenement. Naast haar ligt de Volkskrant, haar oog valt op een interview met hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen. Ze vindt dat een leuke man, hij heeft altijd van die grappige brillen op. Ze leest dat professor Paul de loftrompet blaast over Hermans, de minister denkt zo prettig decentraal. Scholen die op elkaar willen lijken vindt Paul dwangmatig, al dat gedoe met eindtermen, cao¹sŠ instellingen kunnen dat best zelf regelen. Hoewel hij zich niet expliciet uitlaat over examineren, voelt Anneke zich gesteund. Misschien moet Paul maar eens met die strenge Mertens praten, kan hij meteen even bij zijn eigen bazen langs, want daar zitten ze nog niet helemaal op zijn lijn. Bij de laatste tweede-fasewijzigingen schoten universiteiten in een stuip en dreigden met toelatingsexamens als er niet snel meer uniformiteit in het programma komt. Een achterhoedegevecht, frisse jongens als Paul en Hermans hebben het voor het zeggen. Niet iedereen is gelijk, alles moet op maat, examens ook. Haar klas heeft gewoon behoefte aan een correctieschema op maat. Nova begint, het gaat over oorlogsmonumenten, herdenken, nationale samenhangŠ allemaal passé. Anneke zet de televisie uit en gaat naar bed, dromen van mannen met brillen.