- blad nr 11
- 6-6-2015
- auteur . Overige
- Juridische rubriek
De payroll-overeenkomst
Tekst Geert Wind, juridische dienst
Bij payrolling geeft een werkgever de verantwoordelijkheid voor zijn werkgeverschap uit handen en komt het personeel in dienst van een payroll-onderneming. Via een payroll-constructie besteedt een werkgever dan de juridische- en de salarisadministratie uit. Onderwijspersoneel dat volgens een payroll-constructie betaald wordt, valt buiten de onderwijs-cao.
De afgelopen jaren heeft een aantal rechtbanken een streep gezet door de payroll-constructie, in het bijzonder in zaken waar de werknemer in de veronderstelling leefde dat hij in dienst was getreden bij de werkgever. Uit de jurisprudentie blijkt dat rechters over het algemeen de bescherming van de werknemer vooropstellen. Bij onduidelijkheid over wie de werkgever is, zal de werknemer doorgaans bescherming krijgen van de rechter.
Waarom heeft de juridische dienst van de AOb de laatste jaren zo weinig geprocedeerd in payroll-zaken?
Hiervoor zijn verschillende redenen. De eerste reden ligt in de doodeenvoudige reden dat de werknemer zijn werk koestert en buitengewoon voorzichtig is met een rechtszaak tegen zowel de payroll-onderneming als de onderwijswerkgever. Daarnaast worden in het onderwijs meestal met fatsoenlijke payroll-ondernemingen zaken gedaan. In de derde plaats is de werknemer vaak goed op de hoogte dat hij in dienst is getreden bij de payroll-onderneming en niet bij de onderwijswerkgever.
Bovendien zijn er op de juridische afdeling alleen dossiers voorbijgekomen over payrolling waarin een werknemer op kort tijdelijke basis werkte en niet eenvoudig gesteld kon worden dat deze werknemer in dienst was getreden bij de onderwijswerkgever, laat staan in vaste dienst. De zaken die aandacht kregen in de media waren schrijnende zaken: werknemers wisten niet precies bij wie ze in dienst waren getreden en werden jarenlang aan het lijntje gehouden, totdat ze niet meer nodig waren.
Is payrolling inmiddels niet verboden?
Nee, maar als de werkgever de payroll-werknemer niet meer nodig heeft en stelt geen werk meer te hebben, kan de payroll-onderneming de werknemer niet zomaar ontslaan. Eerst zal deze bij het UWV moeten aantonen dat bij de werkgever inderdaad geen plek meer is. In feite moet de payroll-werknemer precies zo worden behandeld als een ‘normale’ werknemer van de inlenende werkgever. Hierdoor wordt payrolling minder aantrekkelijk.
Nog een tip?
Neem contact op met de AOb zodra u wordt geconfronteerd met beoogde payrolling of met een payroll-overeenkomst.
Voor juridisch advies kunt u contact opnemen met het Informatie en Advies Centrum van de AOb: 0900 4636262 (5 cent per minuut), info@aob.nl