• blad nr 11
  • 6-6-2015
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Verloren

Het is misschien wel misgegaan toen de leerkrachten van groep 1 en 2 van schooladviesdiensten de opdracht kregen om hun kussentje in te leveren. Dat kussentje waarmee ze op de rand van de zandbak zaten terwijl ze een kopje thee nuttigden en zo nu en dan een vechtpartij om een stuurkar oplosten. Schooladviesdiensten waren van mening dat leerkrachten mee moesten spelen met hun leerlingen. Didactisch en pedagogisch hoorden de toenmalige kleuterleidsters 100 procent van de tijd paraat te staan. Niet de fantasie van de leerling werd uitgangspunt tijdens het spel, maar de fantasie van de leerkracht. Het kwam waarschijnlijk voort uit jaloezie (lekker baantje zo met je hoofd in de zon en je billen op dat kussentje) of anders uit een veel te kunstmatige visie op onderwijs. Het lijkt er in ieder geval op dat er hele generaties kinderen opgroeien die niet goed meer kunnen (buiten) spelen. Het is allemaal zo weer klaar met die spelletjes van ze. Er zit ook kop noch staart aan. Ik zie het als ik naar de speeltuin kijk waarop ik vanuit mijn vakantieverblijf uitzicht heb. Hier gaat een meisje even op de schommel. Daar klimt een jongetje een paar seconden op de pingpongtafel. Soms komen er twee kinderen stoer met de bal onder de arm het veld op om vervolgens minutenlang wat onduidelijke regels met elkaar te bespreken, twee keer over en weer te trappen en dan hoppa… de speeltuin weer uit te lopen. De ene keer moet oma mee om de schommel te duwen. Een andere keer komt papa mee om te laten zien hoe goed hij voetballen kan. Ook in het park waar ik vaak met mijn hond loop, is veel gebruik gemaakt van de fantasie van volwassenen. Het is een speelwalhalla. Er zijn prachtige houten klautertoestellen verrezen, inclusief een houten schip dat half in het water staat. Er kunnen bruggetjes gebouwd worden. Het wemelt van de geheimzinnige bosjes. In de winter kun je met de slee naar beneden suizen langs hellingen. Er is een voetbalveld. Het is een prachtige plek om op te groeien. Ik zie er echter nooit een kind. In de klas valt het me eveneens op hoe weinig fantasie leerlingen zelf hebben. Het programma is overvol, hun weekagenda’s puilen uit van de vervolgopdrachten, want ook op dit gebied hebben schooladviesdiensten behoorlijk huisgehouden, maar alles stokt, alles komt tot stilstand, als ik de opdracht geef om iets ‘voor jezelf te doen’. Het is een erg ouderwetse opdracht, ik weet het, maar ik kan het niet laten. Nou dat zal ik weten. ‘Iets voor jezelf doen’ moet namelijk altijd op een computer. Er valt echte schrik af te lezen op hun gezichten als ik zeg dat ik dat eigenlijk niet voor ogen heb. Dat kan ik toch niet menen? Als de ernst tot ze doorgedrongen is dan is er natuurlijk altijd wel een aantal kinderen dat zich goed redt, maar er zijn ook leerlingen die wat bozig om me heen hangen. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik verveel me! Goed zo, zeg ik dan. Verveling is een mooi ding. Ik zou graag lesgeven in verveling. Daar komen de mooiste dingen uit voort. Zo heb ik nog altijd heimwee naar die eindeloze lege tijd die mij vroeger wachtte na schooltijd en in de vakanties. Er waren destijds net zoveel verhalen over kinderlokkers en griezelige moorden als in het huidige tijdsgewricht, maar het maakte voor mijn onbekommerde zwerfpartijen over de Veluwe niets uit. Weet u niets te doen dan, vraagt de verveelde leerling. O ja, ik weet het wel. Maar daar zit nu net het probleem. Ik wil niet dat mijn fantasie aangesproken wordt, het gaat me om die van hen. We hadden de schooladviesdiensten in die tijd nooit binnen moeten laten.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.