- blad nr 11
- 6-6-2015
- auteur A. Klomp
- De Kwestie
De kwestie
Jan Willem Hengeveld,
bestuurslid Groene Golf (voor jonge leerkrachten) en basisschoolleerkracht
“Ik sta nu voor mijn derde jaar voor de klas, en het blijft ieder jaar opnieuw weer hard werken om de sfeer goed te krijgen. Of je overwicht hebt, hangt niet zozeer af van je leeftijd, maar wel van jouw relatie met de leerlingen. Ze moeten kunnen vertrouwen op jouw leiderschap en zich veilig voelen. Uiteindelijk wil iedere leerling een rustige werksfeer in de klas. Mijn belangrijkste tip: investeer de eerste weken in de band met je leerlingen. Zorg dat in de eerste lessen glashelder wordt wie jij bent, wat de afspraken en routines zijn, wat je van de leerlingen verwacht en wat zij van jou kunnen verwachten. Zorg dat je duidelijk, consistent en betrouwbaar handelt. Bewaak dat ze niet over jouw persoonlijke grens heen gaan. Je bent hun begeleider, niet hun beste vriend. Maak het in het begin niet te lastig voor jezelf met allerlei werkvormen, instructiegroepjes of ongestructureerde situaties. Zorg dat je in control bent. Creëer in het begin een overzichtelijke en duidelijke omgeving, dan heb je daar de rest van het jaar profijt van.”
Arjan van der Meij,
docent natuurkunde vmbo-t, havo/vwo
“De enige tip die werkt is volgens mij: wees de leraar! Dat betekent bijvoorbeeld dat je je realiseert dat je met je leerlingen een zakelijke relatie hebt. Je moet geen vriendjes willen worden met hen op Facebook, je gaat niet naar hun feestjes en je praat ook niet alle pauzes met je ze. Het betekent ook dat je je baan razend serieus neemt. Dus je bereidt je heel goed voor. Laat je niet verrassen door de tijd of door een vraag. Je stelt je op de hoogte van nieuws op je vakgebied en je zorgt dat je een flink eind boven de stof staat. Leerlingen hebben respect voor leraren die hen serieus nemen. Laat verder ook zien dat je graag leraar bent, dat jij het mooiste vak van de wereld hebt. En: luister vooral niet naar tips van ervaren oude rotten in het vak. Ga lekker je eigen gang.”
Steven Pont,
ontwikkelingspsycholoog en oud-leraar
“Ten eerste: kijk vooral niet naar de film Mees Kees, want zo gaat het helaas niet. Je moet je zaken tiptop in orde hebben, en niet het schattige, verwarde type proberen te zijn waar iedereen zogenaamd onmiddellijk rekening mee houdt. Zorg dat er geen vacuüm in de dag valt en dat dingen zo naadloos mogelijk in elkaar overgaan. Vooral bij overgangen van de ene activiteit naar de andere kan het spannend worden in een klas. Ten tweede: wees aardig, maar doe niet populair. Kinderen proberen je naar hun niveau te trekken (‘Boks, meester!’) om je vervolgens als hun gelijke te behandelen. Ten derde; als je een eis stelt, kijk daarna meteen weg. Hou het communicatiekanaal niet open, maar straal uit dat je als vanzelfsprekend aanneemt dat gebeurt wat je hebt gevraagd. En wees daarna verbaasd of bozig als dat niet gebeurt. Tot slot: het is altijd makkelijker van ferm naar mild te gaan dan van mild naar ferm.”