• blad nr 11
  • 6-6-2015
  • auteur W. de Lange, de 
  • Column

 

Uit het hoofd

Magan kijkt naar het smartboard waar de Turkse vlag op te zien is, met daarboven de zin ‘Mijn precentaie gaat over Turkije. Enjoy?’. Zonder zijn blik van het bord af te halen, fluistert hij: “Mijn prumpfffprumpffffffie gaat over Turkije omdat het me een interessante land lijkt.” Hij staat er toch maar, Magan, die thuis nooit Nederlands hoort of praat. Het is voelbaar, dat de klas probeert niet te giechelen.
Magan heeft stevig van internet geknipt en geplakt. Op een dia met een prachtig plaatje van de berg Ararat staat de volgende tekst: ‘Turkije ligt gemiddeld meer dan 1132m boven zeeniveau en kent een groot aantal geïsoleerde gebergten die…’ Magan kijkt er lang naar en fluistert dan dat Turkije “midden tussen de zee en de bergen” ligt.
Ha, de dia over geschiedenis! Geen plaatje, alleen een lang stuk tekst dat onderaan het beeld uit loopt. Het begint zo: ‘In Turkije ligt zowel de oudst bekende nederzetting als het oudst bekende tempelcomplex ter wereld; respectievelijk Catal Hüyük en Göbekli Tepe. De eerste volken die hun rijk grotendeels opbouwen in Anatolië zijn onder andere de Hattiërs, Hettieten, Lyciërs en Cariërs.’
Magan staart naar de dia, de door hem gemaakte dia, als was het een afgezant van de planeet Pluto. Na een lange stilte klikt hij de dia door, zonder iets over de geschiedenis te zeggen. Hier en daar zacht geproest. Magan lacht zelf ook een beetje. In de bespreking achteraf zeggen klasgenoten dat hij de volgende keer beter iets harder kan praten en iets meer de klas in moet kijken. “Verder was het gewoon goed.”
‘Gewoon’, ‘leuk en ‘goed’, veel meer komt er meestal niet uit.
Leerboeken, internet, atlassen, het komt voor veel leerlingen allemaal van Pluto. Soms is het alsof al hun nieuwsgierigheid door taalarmoe al lang om zeep is geholpen. “Vertel alleen wat je echt snapt, in je eigen woorden”, hamer ik. Kan ik niet, zeggen de ogen van velen. Toch vinden ze de presentatie leuk en spannend. Sociaal is het een succes, ze luisteren goed naar elkaar en branden elkaar niet af.
Er volgen nog een heleboel presentaties, betere en slechtere. En dan komt Ama. Ik houd mijn hart vast en ik niet alleen. Ik heb geleerd van Ama in mijn vak niets te verwachten. Ik kan niet helemaal zonder tekst lesgeven, maar zelfs ondertitels onder films zijn voor Ama met geen mogelijkheid te volgen. Hoe kan iemand, die niet op AVI 6-niveau kan lezen, een spreekbeurt houden over een Europees land?
Ama staat bij het bord, met gevouwen handen, en staart over de hoofden van de klasgenoten de verte in, haar ogen uitpuilend van spanning. “Mijn werkstuk gaat over Spanje”, zegt ze. “Ik heb Spanje gekozen om de stierengevechten. Spanje is op sommige plaatsen dichtbevolkt, maar…” Ze kijkt niet naar haar blaadje. Ze kijkt niet naar het bord. Ze heeft alles uit het hoofd geleerd. Ik hoor Wikipedia langskomen, ik hoor een paar rare fouten, maar niet zo veel. Trouwens, daar gaat het nu helemaal niet meer om. Luid applaus na ‘Zijn er nog vragen?’. Een 9, zeg ik. Weer applaus.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.