- blad nr 11
- 6-6-2015
- auteur A. Kersten
- Redactioneel
Riante parkeergarage, onvoldoende ruimte voor studenten
1. Een parkeergarage van onderwijsgeld
Met publiek geld kan een schoolbestuur van alles doen. Docenten aanstellen, lesmateriaal vernieuwen. Maar ze kan er ook een openbare parkeergarage mee bouwen. Een joekel met 337 plaatsen, die bij voorbaat al onrendabel wordt verklaard.
Het toenmalige bestuur van Roc Leiden stak er meer dan 14 miljoen euro in bij de ontwikkeling van een multifunctioneel gebouw bij station Lammenschans, een van de twee grote nieuwbouwprojecten op toplocaties die de ruim twintig oude schoolpanden moesten vervangen. En nog eens meer dan 5 miljoen euro in een supermarkt. Om er uiteindelijk, na de verkoop aan een investeringsmaatschappij, miljoenen op toe te leggen, zo blijkt uit een financieel onderzoeksrapport van PriceWaterhouseCoopers (PwC).
Eerst zou een private ondernemer de garage voor zijn rekening nemen, maar die trok zich terug. Toen kwam de gemeente in beeld, maar na een wisseling van de wacht op het stadhuis hing de vlag er weer anders bij. En zo kwam de garage uiteindelijk op het bordje van de school. Want de openbare parkeervoorziening was een voorwaarde om te kunnen bouwen. Een garage die ook nog eens extra groot werd gepland vanwege de, uiteindelijk niet uitgekomen, gemeentelijke groeiambities voor de buurt. Al bestrijdt de gemeente dat laatste.
2. Meer, meer, meer
Het illustreert het financiële en bestuurlijke moeras waarin de mbo-school verstrikt raakte. Verblind door bouwambities, die ontwikkeld zijn in een tijd dat de bomen tot in de hemel groeiden en vastgoed steevast steeg in waarde. En misleid door de complexiteit van het project en het getouwtrek met alle publieke en private partijen die in het vehikel meereden, en die ook een hand aan het stuur wilden.
Iedereen hield de voet aan het gas, niemand trapte op tijd op de rem. Drie keer vroegen toenmalige roc-bestuurders de raad van toezicht om extra geld voor het Lammenschans-project, omdat het budget van 91 miljoen euro niet uitkwam. Uiteindelijk liepen de kosten op tot boven de 100 miljoen, inclusief de gewraakte parkeergarage en commerciële ruimten. En inclusief een vmbo-vleugel voor het Da Vinci College, die na de oplevering aan de gemeente werd verkocht.
Om de immense nieuwbouw te financieren ging het roc ingewikkelde en riskante vastgoeddeals aan, onder andere met een investeringsmaatschappij. Die nam het Lammenschans-gebouw over van Roc Leiden, maar wel met de zekerheid dat de school het na twintig jaar zou terugkopen voor nagenoeg hetzelfde bedrag. Waarbij de school tot die tijd jaarlijks miljoenen aan huur en afschrijvingen betaalt. Een wurgende constructie, die destijds in pr-brochures als een ‘unieke samenwerking’ werd uitgevent. Daarin zegt toenmalig roc-voorzitter Jacques van Gaal: ‘De leerlingen moeten – en zullen – trots zijn op hun school.’
3. Het onderwijs betaalt de prijs
De rekening belandt zoals vaak in de klas. De torenhoge uitgaven aan de twee hagelnieuwe gebouwen vreten het onderwijs aan. De gloednieuwe huisvesting bleek niet berekend op een fikse stijging van de studentpopulatie, die tussen 2010 en 2014 toeneemt van 8 naar 9 duizend. Terwijl het management worstelde met de sterk gestegen huisvestingslasten, werd de broekriem aangehaald door de klassen te vergroten en op personeel te bezuinigen. In de begroting dalen de relatieve personeelsuitgaven met het jaar.
Het onderwijsrendement bij Roc Leiden laat, in tegenstelling tot andere mbo-scholen, een negatieve trend zien. In schooljaar 2012-2013 scoorden vier op de tien opleidingen onder de maat, in de jaren ervoor lag dat rond een kwart. Gerekend naar het aantal studenten per opleiding, blijkt dat jaar bijna 60 procent van de deelnemers een opleiding te volgen die onder de opbrengstnorm van de inspectie scoort, aldus het rapport.
Alarmerende cijfers, ook in de ogen van Onderwijsminister Jet Bussemaker. Onlangs maakte ze bekend dat ze 40 miljoen euro opzijzet in het landelijke mbo-budget om het Leidse mbo weer op orde te krijgen. Dat zou moeten gebeuren in de vorm van een regionale gemeenschap van kleinschalige mbo-colleges. Een nieuwe commissie onderzoekt nu wat er misging met de Leidse nieuwbouw, om te kijken welke lessen eruit te leren zijn.
4. Nieuwe lessen
Dat is niet voor het eerst. De eerste keer dat er beterschap beloofd werd na een financieel fiasco in het mbo ligt nog vers in het geheugen. Ook minister Bussemaker zelf trekt de vergelijking met het debacle bij de Amarantis Onderwijsgroep. Wie de geschiedenis op een rij zet, ziet een interessante tijdlijn.
In het voorjaar van 2012, als Amarantis op de rand van de afgrond balanceert, neemt de Onderwijsinspectie ook Roc Leiden onder de loep. Dat gebeurt nadat toenmalig bestuursvoorzitter Jeroen Knigge bij het ministerie aan de bel heeft getrokken. Op de eerste maandag van juli komt het roc onder verscherpt financieel toezicht te staan.
Terwijl minister Bussemaker begin 2013 lering trekt uit de casus-Amarantis en belooft het overheidstoezicht te versterken, sleept het Leidse dossier voort. Uiteindelijk stuurt ze oud-topambtenaar Koos van der Steenhoven naar Leiden om de situatie grondig in kaart te brengen en een oplossing te vinden. Dat leidde onder andere tot het onderzoek van PwC, dat dankzij de Wet openbaarheid van bestuur nu is vrijgegeven. Toen dat rapport vorige zomer werd vastgesteld, stond Roc Leiden alweer twee jaar onder extra toezicht.
Het verscherpte toezicht werd in de zomer van 2012 eerst nog even binnenskamers gehouden, blijkt uit een brief van de inspectie aan het roc-bestuur. ‘In overleg met u is begin juli besloten om de openbaarmaking (via het online instellingsprofiel, red.) nog enige tijd uit te stellen.’ De druk op de organisatie was al erg groot en door openbaarmaking zou veel onrust ontstaan, verklaart Knigge nu. ‘Omdat ik zelf de aandacht van de inspectie had gevraagd, leek me dat een redelijk verzoek’, reageert hij per mail. Aan het einde van de zomervakantie werd het feit alsnog wereldkundig gemaakt.