• blad nr 8
  • 18-4-2015
  • auteur J. van Aken 
  • Redactioneel

 

Maatwerk brengt doel functiemix dichterbij

Na een voortvarend begin stokte in 2012 de invoering van de functiemix in het voortgezet onderwijs. Maatwerkafspraken brengen sindsdien de gestelde doelen dichterbij, maar nog niet op alle scholen.

De carrièreperspectieven en salarissen van leraren moesten omhoog. Niet langer je hele werkzame leven lesgeven in schaal LB als pakweg docent Nederlands, maar ook kans hebben om door te stromen naar een LC- of LD-functie. Dat is het idee achter de functiemix, zoals in 2008 afgesproken in het convenant Leerkracht.
Na een voortvarend begin stokte in 2012 de invoering van de functiemix in het voortgezet onderwijs.
De financiën waren ontoereikend om de afspraken uit te voeren, stelden de besturen onder aanvoering van de VO-raad. “Een deel van de scholen had daarin gelijk”, vertelt Clazien Rodenburg, rayonbestuurder bij de AOb. “In de vorige cao was vastgelegd dat goed functionerend onderwijspersoneel een tree van de salarisschaal mocht overslaan. Ook werken mensen langer door en verdienen daardoor langer hun maximumsalaris. Het leidde ertoe dat er maatwerkafspraken kwamen.”
Oorspronkelijk zou in het voortgezet onderwijs in de Randstad 29 procent van de leraren in schaal LD komen, 45 procent in LC en 16 procent in LB. Buiten de Randstad waren die percentages 44 voor LB, 27 voor LC en 27 voor LD. Een maatwerkafspraak betekent dat per school berekend wordt hoeveel procent van die LC- en LD-functies haalbaar zijn binnen het budget voor de functiemix.
Dat wordt berekend met de ‘Rekentool functiemix VO’, zoals het ministerie van Onderwijs, de VO-raad en de onderwijsbonden vorig jaar afspraken. In het rekenmodel zijn variabelen als leeftijdsopbouw van het personeel, het aantal leerlingen en de financiële positie van de school verwerkt. Rodenburg: “Uit de rekentool rolt een percentage en we hebben afgesproken dat te accepteren. Het kan dus zijn dat een school 65 procent van de functiemix realiseert.”

Tevredenheid
Als het gat niet zo groot is, dan maakt het bestuur met de GMR afspraken over de functiemix. Indien er een groot financieel tekort is, dan gaan de bonden met het bestuur in gesprek. “Vaak komen we er in een sessie uit, soms moeten we toch twee of drie keer onderhandelen. Besturen willen om financiële redenen vaak liever meer LC en wat minder LD. Of ze willen dat aan een LD-functie leidinggevende en coördinerende taken gekoppeld zijn, terwijl het doel van de functiemix is leraren met lesgevende taken beter te belonen.”
Tot tevredenheid van de AOb zijn op de meeste scholen inmiddels maatwerkafspraken gemaakt, zegt Rodenburg. Ruim 300 scholen leverden eind maart 2015 maatwerkafspraken in bij het ministerie van Onderwijs en nog eens 50 maatwerkafspraken zijn aangekondigd. Voor 46 scholen is geen maatwerk nodig, zij voeren de functiemix volledig in. En van 196 scholen is niet bekend wat ze doen. “Volgens de letter van het akkoord moeten zij 100 procent van de functiemix invoeren”, zegt Rodenburg.
In oktober 2015 zou elke school zijn doelstelling moeten halen. Maar Rodenburg wil ook daarna graag een vinger aan de pols houden. “Van de 130 afspraken die gemeenschappelijke medezeggenschapsraden met hun bestuur maakten, bleken er 40 niet te voldoen aan de voorwaarden van de functiemix. Vaak was er sprake van misverstanden, maar soms walsten bestuurders over een GMR heen. Daarnaast gaan er de komende jaren veel leraren met een LD-functie met pensioen en we verwachten dat scholen die functies niet allemaal willen opvullen.”

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.