• blad nr 8
  • 18-4-2015
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Brandstapel.

Onlangs liet ik samen met mijn klas Catootje maar weer eens naar de botermarkt gaan. Het was zeker tien jaar geleden dat ik dit lied voor het laatst met een klas gezongen had -ik dacht dat mijn leerlingen het maar een oudbakken gevalletje zouden vinden- maar het bleek een instant hit. Kettingliedjes zijn erg populair dit jaar. Ze stelden meteen voor om met dit lied de bühne op te gaan bij de Sterrenparade. De rollen werden verdeeld en Myrthe sleepte een hele kist met verkleedkleren mee naar school. Binnen de kortste keren stonden ze allemaal vrolijk uitgedost op een botermarkt. Er was echter een probleem tijdens het instuderen van het lied: die dikke meid. Het opvoeren van een dikke meid op het toneel was bepaald geen handeling waarmee ik ‘kanjerjuf van de week’ zou kunnen worden. Twintig jaar geleden kon ik het meisje dat haar verbeeldde nog flink inzwachtelen en onbekommerd lekker laten zoenen maar nu zou het benadrukken van haar omvang de wenkbrauwen van de toeschouwers ongetwijfeld omhoog laten gaan. Ik was een tijdje in dubio. De afweging die ik moest maken deed me denken aan een voorval bij een bezoek aan een opera van Purcell. Ik raakte in gesprek met een dame die zich verontwaardigd toonde over het on-feministische gehalte van het werk. Ik deelde deze verontwaardiging niet. We hebben het hier wel over de 17e eeuw, bracht ik verbaasd in. Ze was echter onvermurwbaar. De vrouwonvriendelijkheid stoorde haar en daarmee uit. De tekst van Catootje komt ook uit een ander tijdsgewricht. Kan ik dat nu zo laten omdat het toen heel gewoon was of moet ik het aanpassen aan de moderne opvattingen over wat hoort en niet? Na ampel beraad besloot ik er maar een lieve meid van te maken. Een kleine aanpassing vanwege het voortschrijdend inzicht en zo meer. Er wordt immers in de loop van de tijd wel meer overboord gekieperd vanwege dat inzicht. In mijn jonge jaren als juf sneuvelde De Olijke Tweeling. Een serie jeugdboeken, geschreven door Arja Peters. Van de een op de andere dag werden deze boeken door met name bibliothecaressen in de ban gedaan. Het taalgebruik deugde niet, de karakters waren te stereotiep. Gehoorzaam mikten wij de boeken ook op school in de papiercontainer. Grappig genoeg overleefde de serie de brandstapel wel. Er komen namelijk nog steeds nieuwe deeltjes uit. Hertaald en aangepast aan de nieuwe politiek correcte normen. Een serie die echter niet te redden was –en terecht- is Piempampoentje, Pompernikkel en Piepeling door Piet Broos. Geschreven in de jaren veertig van de vorige eeuw. Het boekomslag maakt meteen duidelijk waarom. Alleen de Klu Klux Klan zou er nog belangstelling voor kunnen hebben. Ik durf bijna niet te schrijven dat ik die boeken in bezit had en zelfs graag las. Ik voel me met terugwerkende kracht schuldig. Waar je echter nooit op verdacht kunt zijn in een klas, is hoezeer leerlingen zelf met een tekst aan de haal kunnen gaan. Zo zal ik hier maar niet expliciet beschrijven wat er ooit eens ’s avonds allemaal met de arme Dina in de keuken gebeurde. Er hoorde enthousiast op een banjo gespeeld te worden maar met dit stel kinderen ging het er beduidend minder onschuldig aan toe. Ik deed het lied de rest van het jaar in de ban. Een andere ban die ik ooit eens uitsprak betrof ‘de haan is dood’. Halverwege het aanleren van dit lied aan mijn nieuwe groep viel me op dat de leerlingen dit keer wel erg enthousiast mee zongen. Ik keek wat achterdochtig om me heen maar er viel me niets op. Dus zette ik opnieuw in. Tot Rudie plotseling in tranen uitbarstte. Ik stopte abrupt en vroeg wat er was. Hij heet ‘de Haan’ juf, lichtte Rosa toe terwijl ze me verwijtend aankeek.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.