- blad nr 8
- 18-4-2015
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Onderwijs is sneller en selectiever, zegt de inspectie
Er zijn minder zittenblijvers. Schoolloopbanen worden korter. Stapelen van opleidingen komt nauwelijks meer voor. Wie in de onderbouw van het voortgezet onderwijs eenmaal in een bepaalde richting is geplaatst, maakt die route af en het daarbij passende vervolgonderwijs. Dus vmbo-roc, havo-hogeschool en vwo-universiteit.
‘Het perspectief voor leerlingen is aan het veranderen’, constateert de inspectie in de jaarlijks verschijnende rapportage De staat van het onderwijs. ‘Opstromen’ is er nauwelijks meer bij, niet in het voortgezet onderwijs noch daarna.
Minder vwo’ers
Het onderwijs is selectiever geworden, maar de inspectie lijkt daar niet zo gelukkig mee. ‘Misschien een natuurlijke reactie op de jarenlange toename van hogeropgeleiden of ontnemen we leerlingen en studenten kansen’, vraagt de inspectie zich af. Het effect is in elk geval niet positief.
Minder vwo’ers, minder jongeren met vmbo-beroepsgericht, maar een verschuiving naar het midden. Het excellentie-aanbod neemt wel toe, maar vertaalt zich volgens de inspectie nog niet in de resultaten. Oftewel: de zesjescultuur versterkt zich.
Wie het inspectieverslag doorneemt, ziet dat de selectiedruk nog verder oploopt. De inspecteurs maken zich grote zorgen over de nieuwe aanpak bij de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs waarbij het schooladvies leidend is. In sommige steden worden daarvoor niet de eindtoets, maar de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 gebruikt. Een risico, zo vindt de inspectie, omdat dan resultaten van tienjarigen medebepalend worden, waardoor selectie nog vroeger dan eerst plaatsvindt. ‘Leerlingen en ouders kunnen het gaan zien als een toelatingsexamen, wat mogelijk perverse prikkels oplevert.’
Zwakke scholen
Wat kwam de inspectie verder tegen? Een greep uit de belangrijkste punten:
-Er zijn weer minder zeer zwakke of zwakke scholen, vooral in het speciaal onderwijs en het mbo neemt het aantal dat beneden de maat scoort hard af.
-Utrecht is de eerste grote stad zonder zwakke scholen. In Rotterdam neemt het aantal juist iets toe. Volgens de inspectie door de concurrentieslag: scholen zijn hard bezig om leerlingen binnen te halen, maar besteden te weinig aandacht aan onderwijskwaliteit.
-Goed presterende scholen hebben een gemotiveerd lerarenteam door een beter personeelsbeleid. De schoolleider speelt daar een belangrijke rol in. Deze scholen hebben een goede begeleiding van nieuwe leraren.
-De inspectie noemt het incidenten: bij elf scholen of opleidingen kwam door slecht beleid van het bestuur de continuïteit in gevaar. Deze besturen hebben ‘een geringe focus op onderwijskwaliteit. De maatschappelijke schade is wel groot, want de incidenten tasten het vertrouwen in de kwaliteit van het hele onderwijs aan.’