- blad nr 8
- 18-4-2015
- auteur A. Klomp
- Na de bel
Rolf
Gewoon een balletje kunnen trappen met zijn zoon. Dat was de wens die ervoor zorgde dat bij Rolf de knop omging: afvallen. Nu was dat niet voor het eerst. Een keur aan diëten passeerde de afgelopen jaren de revue. Vaak met succes, want als hij zich ergens in vastbijt, wordt hij bloedfanatiek. Maar dan was er toch telkens weer dat moment dat hij dacht er te zijn en dat hij het strenge regime los kon laten, met als gevolg dat de kilo’s er weer aan vlogen.
Maar nu is dat anders, weet Rolf zeker. Geen diëten meer op basis van maaltijdvervangers of calorieën tellen, maar ‘simpelweg’ gezonder eten en meer bewegen. Dat doet hij onder begeleiding van de Obesitaskliniek in Meppel. Daar sport hij, krijgt hij voedingsadviezen en staat een psycholoog paraat om de emotie-eter op het rechte pad te houden. Het traject begon in september, duurt een jaar en leverde Rolf al ruim vijftien kilo gewichtsverlies op. Hij heeft een goede stok achter de deur: het Dagblad van het Noorden interviewt en fotografeert hem maandelijks, waardoor iedereen de vorderingen op de voet kan volgen.
Al met al heeft het afvaltraject een grote impact op het leven van de leerkracht en zijn gezin. Vriendin Vera: “We hebben een veel vaster stramien elke dag. We hangen ’s avonds niet meer op de bank met wat lekkers dat we gedachteloos opeten.” Rolf: “En ik ben actiever. Ik sport in de kliniek, maar zwem ook eens per week. En ik voel me goed bij het verser en gevarieerder eten. Alleen Guus moest even wennen aan de vele groenten op zijn bordje.” Niet alleen bij Guus bleef de nieuwe aanpak niet onopgemerkt. Rolfs leerlingen vragen bij het trakteren: “Mag je dat wel hebben?” En ook hun ouders leven mee. “In plaats van chocolade nemen ze nu een schaaltje komkommer mee naar hun oudergesprek.”
Overigens zit Rolf tegenwoordig ook wel eens aan de andere kant van die tafel, nu zoon Guus naar ‘zijn’ school gaat. “Ik schuif opeens aan bij een collega, die van alles over mijn zoon te vertellen heeft. Dat is lastig en leerzaam tegelijk”, zegt Rolf. Vera vult aan: “Durven collega’s dan wel alles te zeggen? We hebben afgesproken dat ik vooral het woord doe.” Rolf: “Het levert ook inzicht op. Sinds ik vader ben snap ik de grote en kleine dingen waar ouders zich druk om kunnen maken. Een kind is het belangrijkste in je leven. Eerder dacht ik dat dat makkelijker te relativeren viel.”
Voor Guus lijkt het allemaal niet uit te maken dat zijn vader overdag door de schoolgangen loopt en hem ’s avonds instopt voor het slapengaan. “MeesterpapaRolf”, vat hij zijn vaders bestaan eenvoudig samen. “Maar we zullen voorkomen dat ik hem ooit zelf in de klas krijg”, zegt Rolf. “Hij is nu al ‘het zoontje van meester Rolf’, al plagen ze hem er gelukkig niet mee. Overigens hebben we niet overwogen Guus op een school in een ander dorp te doen. Hij heeft hier al zijn schoolvriendjes in de buurt om mee te spelen en voetballen.” En meesterpapaRolf doet mee.