• blad nr 5
  • 7-3-2015
  • auteur Y. van de Meent 
  • Redactioneel

‘Pakkenmannen uit bankwereld’ reorganiseren met harde hand 

Angst en onzekerheid bij Hogeschool Utrecht

Hogeschool Utrecht slankt, net als andere hogescholen, haar diensten af, maar doet dat op een manier die ongekend is in het onderwijs. Medewerkers worden onder druk gezet om in te stemmen met hun ontslag en daarbij wordt misbruik van het beoordelingssysteem niet geschuwd. ‘Dit is niet meer mijn HU, ik schaam me dat mijn hogeschool dit doet.’

Er is iets niet pluis bij de Hogeschool Utrecht. HU-medewerkers kloppen bij de AOb aan voor juridische bijstand. Zij krijgen van de hogeschool een vaststellingsovereenkomst aangeboden waarin ze - in ruil voor een minimale vertrekregeling - instemmen met hun ontslag. Hoewel ze eigenlijk niet weg willen, voelen ze zich zo geïntimideerd dat ze toch tekenen.
“Mensen worden gewoon weggepest”, zegt AOb-rayonbestuurder Jan Dijkstra. “Als ze de overeenkomst niet tekenen, wordt ervoor gezorgd dat ze een negatieve beoordeling krijgen. Zo worden ze onder druk gezet om toch akkoord gaan.”
Net als andere hogescholen bezuinigt de HU op ondersteunend personeel om geld vrij te maken voor het onderwijs. Minder overhead, meer handen in de klas - dat hebben hogescholen beloofd in de prestatieafspraken die ze met het vorige kabinet hebben gemaakt. Ze doen er alles aan om hun beloften waar te maken, want instellingen die de doelstellingen niet halen, kunnen 7 procent van hun bekostiging verspelen. Voor de HU zou dat 17 miljoen euro per jaar minder betekenen. Dus slanken hogescholen overal in het land hun diensten af. Roosteraars, personeelsafdelingen, studentenadministraties en ict’ers moeten efficiënter gaan werken. Meer kwaliteit leveren met minder mensen, is het motto.
Om de prestatieafspraken te halen, moet de HU 20 procent besparen op het ondersteunend personeel. Dat betekent dat er ruim tweehonderd van de elfhonderd arbeidsplaatsen bij de diensten verdwijnen. Maar om welke banen het gaat, weet niemand. De HU heeft geen toekomstplan gemaakt zoals andere hogescholen, maar is begonnen met het ‘ontvlechten’ van onderwijsuitvoering en ondersteuning. Daarbij zijn de vijfhonderd tot zeshonderd ondersteuners die bij de faculteiten werkten, ondergebracht bij de HU Diensten.
Door het bundelen van alle ondersteuners op centraal niveau worden dubbelingen zichtbaar, is het idee, en kan de dienstverlening worden gestroomlijnd zodat ondersteuners efficiënter gaan werken. ‘Harmoniseren’ heet dat in HU-jargon. Welke mensen er na die harmonisatieslag nog nodig zijn en wie er niet meer in het plaatje past, is niet duidelijk. Het harmonisatieplan dat het college van bestuur twee jaar geleden beloofde, is er nog steeds niet. Daardoor zit het ondersteunend personeel in onzekerheid en groeit de angst.

Natuurlijk verloop
Volgens het college van bestuur is dat niet nodig, want er hoeven geen gedwongen ontslagen te vallen. “Er zou vier jaar lang, 5 procent per jaar bezuinigd worden en dat kan via natuurlijk verloop”, vertelt Jacqueline de Vogel, lid van de personeelsraad, de medezeggenschapsraad van de diensten. Maar de eerste twee jaar zijn de bezuinigingstargets niet gehaald, daarom wordt het natuurlijk verloop nu een handje geholpen. “Er is een significante stijging van het aantal vaststellingsovereenkomsten”, meldt De Vogel. “En er zijn bij ons gevallen bekend van mensen die met tegenzin hebben getekend.” In het hogeschoolmagazine Trajectum trok de HU-ombudsman ook al aan de bel. ‘Er wordt afscheid genomen van mensen die niet weg willen. Mensen worden “verleid” een vaststellingsovereenkomst te tekenen of worden weggewerkt via disfunctioneren’, aldus ombudsman Paul Herfs.
“De HU Diensten gebruiken bij functioneringsgesprekken nieuwe criteria die betrekking hebben op houding en gedrag”, weet AOb-consulent Sil de Nijs. Medewerkers worden bijvoorbeeld geacht ‘zich op positieve wijze aan te passen aan veranderingen’, en ‘hun eigen standpunten te veranderen als er nieuwe ideeën worden geopperd’, blijkt uit een beoordelingsformulier. “Wij krijgen signalen dat die beoordelingscriteria worden misbruikt om kritische mensen eruit te werken”, zegt Jan Dijkstra. “We horen bovendien van leidinggevenden dat ze onder druk worden gezet om minstens 10 procent negatieve beoordelingen te geven.”
Het college van bestuur ontkent dat stellig. In Trajectum noemt collegelid Jan Bogerd dat zelfs ‘onacceptabel’. Maar als bij een afdeling 10 procent een uitstekende beoordeling krijgt en nog geen half procent een onvoldoende scoort, ‘vragen wij ons wel af of er sprake is van een goed beoordelingsproces. Daar bevragen wij de leidinggevende dan over’, voegt hij eraan toe.

Grotere executiekracht
‘Dit is niet meer mijn HU, ik schaam me dat mijn hogeschool dit doet’, verzuchtte een medewerker tijdens een informatiebijeenkomst die de AOb vorige maand organiseerde. Veel ondersteuners zijn zo bang dat ze de volgenden zijn die eruit worden gewerkt, dat ze niet durfden te komen. Zij vrezen dat naar een vakbond stappen niet past bij de ‘positieve uitstraling naar buiten’ die de HU verlangt, legde een medewerker uit die mede namens zijn collega’s het woord kwam doen.
“Sinds anderhalf jaar waait er een andere wind bij de HU”, verklaart Jacqueline de Vogel die angst. “Het college van bestuur wil niet toegeven dat deze bezuinigingsoperatie niet meer via natuurlijk verloop te realiseren is en heeft een nieuwe directeur bij de diensten binnengehaald om de klus toch te klaren.” Ze doelt op Ilan Westphal, die eind 2012 is aangetrokken als directeur human resources.
Westphal, die zijn loopbaan begon bij ABN Amro, vertelde in mei 2014 in het vakblad HR Strategie dat hij is ingehuurd om de HU ‘grotere executiekracht’ te geven. Hij maakt er geen geheim van dat hij daarbij een andere stijl hanteert dan men in ‘de consensusgerichte en vrijblijvende onderwijscultuur’ gewend is. Sinds september is Westphal de bovenbaas van de vijf HU Diensten, een nieuwe functie.
“Er is een hele managementlaag bijgekomen”, vertelt Dalila El Yandouzi, voorzitter van de personeelsraad. “Westphal heeft twee adjuncten en een eigen stafbureau met projectmedewerkers en programmadirecteuren.”
“Er is hier een heel contingent pakkenmannen uit de bankwereld binnengehaald om deze operatie daadkrachtig ter hand te nemen”, stelt De Vogel onomwonden. En die drukken zo stevig op de begroting van de diensten dat er nog meer bezuinigd moet worden. “Het is nu 28 procent geworden”, weet zij.

Leven lang leren
De besparingen op de ondersteuning zijn nodig om geld vrij te maken voor verbetering van het onderwijs. Maar terwijl andere hogescholen met de vrijkomende miljoenen honderden extra docenten aantrekken, investeert de HU vooral in onderzoek en onderwijsinnovatie. Want de hogeschool wil niet alleen een University of Applied Sciences zijn met een stevige onderzoekspoot en een uitgebreid assortiment masterstudies, maar ook een instituut waar studenten van 17 tot 67 een leven lang kunnen leren. Daarom wil de HU bij alle opleidingen blended learning invoeren, een mix van online leren en contactonderwijs.
Blended learning kan de leeropbrengsten verhogen, denkt Geert Kinkhorst, docent en onderwijsadviseur bij de faculteit gezondheidszorg. Maar er is nog een lange weg te gaan voor het zover is. “Het is een omvangrijke operatie, want de ambitie gaat veel verder dan uitbreiding van de digitale ondersteuning van het onderwijs. Het is de bedoeling dat een groot deel van de theorievakken online wordt aanboden, inclusief leerwegonafhankelijke toetsen. Studenten kunnen dan inhoudelijke kennis thuis achter de computer opdoen, op een tijdstip dat hun het beste uitkomt. De lessen kunnen gebruikt worden voor het verwerken en toepassen van die kennis.”
Vakken moeten als het even kan onafhankelijk van elkaar gevolgd kunnen worden zodat werkende studenten bij de HU net zo flexibel kunnen studeren als bij particuliere concurrenten als NCOI en LOI. “Dat vraagt een omvangrijk herontwerp van de onderwijsprogramma’s”, legt Kinkhorst uit.
En daarmee ben je er nog niet. Om het concept uit te voeren, heb je eerder meer dan minder docenten nodig, waarschuwt hij. “In de prestatieafspraken is vastgelegd dat eerstejaars minimaal twaalf contacturen per week hebben. Om dat te bereiken zijn er bij de HU veel hoorcolleges voor grote groepen, dat is goedkoop. Maar bij blended learning werk je in de contacttijd met kleinere groepen. Als je aan die twaalf contacturen per week vasthoudt, hebt je dus meer docenturen nodig. Naast alle ontwikkeltijd.”

Weinig draagvlak
De HU trekt dit jaar ruim tien miljoen euro uit voor onderwijsinnovatie, maar docenten betwijfelen of dat geld echt bij het onderwijs terechtkomt. “De HU snijdt in de onderwijsondersteuning en investeert in managers, terwijl er voorlopig geen docent bij komt”, stelt Patrick Ubags, docent ict bij de faculteit techniek. Een deel van het geld gaat naar de programmadirecteur onderwijsinnovatie en de zes facultaire innovatiemanagers. Daarnaast wordt er vooral geïnvesteerd in onderwijsontwikkeling en ict-ondersteuning, meldde collegelid Anton Franken afgelopen najaar op de AOb-website Hogeronderwijs.nu. Meer handen in de klas heeft geen prioriteit, vertelde hij.
Terwijl de docent/student-ratio een stuk ongunstiger is dan bij andere hogescholen en de klachten over de werkdruk alleen maar toenemen. “De HU streeft naar 1 docent op 26 studenten; het hbo-gemiddelde is 1 op 22. Wij moeten met heel weinig mensen en steeds minder ondersteuning plannen uitvoeren die van bovenaf over ons worden uitgestort en waar heel weinig draagvlak voor is”, zegt Ubags, die één van de weinige docenten is die het HU-beleid openlijk ter discussie durft te stellen. Dat hoort bij zijn lidmaatschap van de facultaire medezeggenschapsraad, vindt hij.
Bij de centrale medezeggenschapsraad is het draagvlak voor het collegebeleid helemaal verdwenen. De raad heeft al twee keer de begroting voor 2015 afgekeurd. Omdat het college van bestuur miljoenen investeert in een top-down onderwijsinnovatie waar medezeggenschapsraden nauwelijks bij betrokken zijn. Maar vooral vanwege de ruwe manier waarop de bezuinigingen bij de HU Diensten worden uitgevoerd.
Dat medewerkers onder druk worden gezet om een vaststellingsovereenkomst te tekenen, is ‘onacceptabel’, meldde raadsvoorzitter Cees Braas vorige maand op Hogeronderwijs.nu. ‘Toen de raad instemde met de bezuinigingsoperatie, voorzagen we niet dat natuurlijk verloop op deze manier ingevuld zou worden.’ De nieuwe directeur die is aangesteld om vernieuwing van de diensten krachtig ter hand te nemen, opereert volgens Braas ‘veel te krachtig’.

Slechte naam
AOb-bestuurder Jan Dijkstra spreekt van een asociale reorganisatie waarmee Hogeschool Utrecht het hbo een slechte naam bezorgt. “Andere hogescholen bezuinigen ook op het ondersteunend personeel, maar daar wordt het personeel netjes ingelicht over de toekomstplannen, wordt er een reorganisatieplan uitgewerkt en werken de vakbonden mee aan een sociaal plan.”
Maar de HU probeert ook de vorige maand aangekondigde sanering van de lerarenopleidingen speciaal onderwijs zonder reorganisatieplan af te wikkelen. Terwijl daarbij een kwart van de 83 arbeidsplaatsen verdwijnt. “Het is weer hetzelfde als bij de diensten”, zegt Dijkstra. “Er is geen toekomstplan, geen financiële onderbouwing. Er gaan geruchten over het sluiten van lesplaatsen, maar niemand weet dat zeker. Maar docenten krijgen wel alvast een uitnodiging om over een vaststellingsovereenkomst te komen praten.”
Dijkstra heeft serieus de indruk dat HU eropuit is onrust te creëren. “Onvoorspelbaarheid is onderdeel van het beleid. Als mensen niet weten waar ze aan toe zijn, krijg je ze makkelijker weg.” Om een vertrouwenscrisis te voorkomen, moet het college van bestuur nu ingrijpen, vindt de AOb-bestuurder. “Het college van bestuur moet inzien dat deze aanpak mensen knakt, kapotmaakt. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Ze moeten echt een radicale wijziging in de bejegening van hun werknemers inzetten.”

{noot}
Meer nieuws over de onrust bij Hogeschool Utrecht op de AOb-site www.hogeronderwijs.nu


{kader}
Reactie college van bestuur Hogeschool Utrecht

‘De aanhoudende geluiden over onrust zijn ons bekend en nemen we serieus. Hierover spreken wij regelmatig met medewerkers en onze Hogeschoolraad. Wij vinden het belangrijk om te weten op welke feiten de onrust is gebaseerd. Daarom laten wij hiernaar een onafhankelijk onderzoek doen. Dat helpt om met elkaar de juiste gesprekken in de juiste proporties te voeren en zo nodig adequate maatregelen te treffen.’
De transitie van Hogeschool Utrecht gebeurt met een specifieke reden. Jan Bogerd, lid van het college van bestuur licht toe: ‘Wij willen nu en in de toekomst uitstekend onderwijs geven en baanbrekend toegepast onderzoek doen. Om die reden investeren we de komende jaren onder andere in tientallen extra docenten en onderzoekers. Ook hebben we ruim tien miljoen euro voorzien ten behoeve van onderwijsinnovatie.’
‘Om dit alles mogelijk te maken, gaan we effectiever werken met minder ondersteunende medewerkers. Concreet betekent dit een personeelsreductie van 20 procent bij de ondersteunende diensten ten opzichte van de situatie in 2012. We zijn nu op de helft van het tijdpad, maar hebben al meer dan de helft van die uiteindelijke doelstelling behaald. Dat is gerealiseerd door interne mobiliteit, zoals het ontwikkel- en loopbaanportaal, in combinatie met natuurlijk verloop doordat mensen elders gaan werken of met pensioen gaan of vanwege beëindiging van tijdelijke contracten.’
‘In 2015 zullen circa honderd fte via natuurlijk verloop de hogeschool verlaten. Daarvoor zullen gedeeltelijk weer nieuwe medewerkers aangetrokken kunnen worden. De reductiedoelstelling in 2015 is circa zestig fte voor de ondersteunende diensten. Dat kunnen we zonder gedwongen ontslagen realiseren. We begrijpen heel goed dat deze reductie leidt tot onzekerheid bij een deel van de medewerkers. We blijven met hen en medezeggenschapsraden hierover in gesprek. Maar we moeten met elkaar door deze moeilijke fase heen om er uiteindelijk sterker uit te komen.’

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.