• blad nr 3
  • 7-2-2015
  • auteur M. van Nieuwstadt 
  • Redactioneel

Disa Sauter over non-verbale communicatie in de klas 

Het nut van de nep-lach

Met een lach, zelfs met een valse, kunnen leerkrachten kinderen helpen om nieuwe informatie in zich op te nemen. Gedragswetenschapper Disa Sauter over het effectief gebruik van de lach in de klas.

Lachen gaat niet altijd vanzelf. Misschien regent het en heeft een van de ouders zojuist een boze mail verstuurd. Maar zelfs een onechte lach bij de deur helpt om leerlingen bij binnenkomst het gevoel te geven dat ze veilig zijn en welkom in de klas.
“Uit onderzoek blijkt dat veel mensen niet in staat zijn om een valse lach van een echte te onderscheiden”, zegt de Zweedse gedragswetenschapper Disa Sauter (Universiteit van Amsterdam), gespecialiseerd in non-verbale communicatie. “En zesjarigen herkennen een nep-lach al helemaal niet. In onderzoeken gokken ze maar wat. In het op waarde schatten van een lach blijven mensen zich verbeteren tot hun dertiger jaren. Dat een vaardigheid zich ontwikkelt tot op zo’n late leeftijd is echt uitzonderlijk.”
Disa Sauter bestudeert al dertien jaar lang positieve emoties. Ze heeft pretogen, korte zwarte krullen en een ringetje door haar onderlip. Boven haar computer hangt een tekening van een vis. Sauter kreeg de tekening van een meisje dat met haar ouders meedeed aan een lachexperiment in Science Center Nemo in Amsterdam. ‘Dank je wel dat je papa en mama aan het lachen hebt gemaakt’, staat eronder.
De Nieuw-Zeelandse onderwijsonderzoeker John Hattie noemt de lach in zijn jongste boek ‘een fundamenteel gereedschap’ voor leerkrachten (Visible Learning and the Science of How We Learn, 2014). Sauter is het met hem eens, ze zegt: “Kinderen die zich niet veilig voelen, focussen zich op hun primaire behoeften. Lachen is een manier om ze te laten zien dat ze veilig zijn. En dat is weer een voorwaarde om informatie in je op te kunnen nemen. Als je een verschrikkelijk begin van de dag hebt doorgemaakt, dan sta je natuurlijk niet stralend te lachen. Toch is het een goed idee om het in ieder geval te proberen. Wat dat betreft heeft een docent in het hbo het lastiger dan iemand op de basisschool. Bij een oudere student kom je met een valse lach niet zo makkelijk weg als bij een jong kind.”

Bewondering
Lachen, wat is dat eigenlijk? Volgens de wetenschappelijke definitie die Sauter hanteert, is het een verandering in de uitdrukking van het gezicht waarbij specifieke spieren in actie komen. Er bestaan tientallen vormen van lachen, de sprankelendste van allemaal is vernoemd naar de Franse wetenschapper Guillaume Duchenne. Bij deze lach komen de mondhoeken ver omhoog en knijpen de ogen samen, waardoor kraaienpootjes ontstaan. Zonder die kraaienpootjes – als de spieren rond de ogen niet meedoen – kan een lach er onoprecht uitzien; in de ogen van sommige volwassenen dus.
De Duchenne-lach ontstaat als iemand plezier heeft, omdat hij iets grappigs hoort of iets lekkers eet, maar ook als je bekenden ziet die je graag mag. Leerlingen die ’s ochtends de klas binnenkomen bijvoorbeeld. “De Duchenne-lach zie je bij mij elke dag”, zegt Sauter, “als ik mijn kinderen ophaal van school.”
Zelf lachen is belangrijk, maar een leerkracht moet ook de positieve emoties van leerlingen kunnen herkennen. De Amerikaanse emeritus hoogleraar David Berliner (universiteit van Arizona) heeft aangetoond dat de beste leerkrachten in hun klas voortdurend scherp om zich heen kijken, op zoek naar non-verbale signalen. De ene leerling zit misschien driftig te knikken, maar begrijpt eigenlijk niets van de stof. Bij een ander kan een klein veelzeggend lachje om de mond verschijnen op het moment dat hij iets wel begrijpt.
Naast de lach van Duchenne noemt Sauter drie vormen van lachen die in de klas van belang kunnen zijn. De lach van bewondering is te zien bij kinderen die iets nieuws hebben gehoord dat ze nog nauwelijks kunnen bevatten. De onderkaak valt een beetje naar beneden en de ogen blijven wijd open staan, anders dan bij de lach van Duchenne. “Als je die lach ziet in de klas heb je beet”, zegt Sauter. “Geef je les een volgende keer dan maar op dezelfde manier.”

Lachcoach
Bij een andere lach, de trotse, gaan kinderen rechtop zitten. De kin gaat omhoog, de handen over elkaar of in de zij. “Kinderen zullen zich van zo’n houding niet bewust zijn”, zegt Sauter, “maar het is heel informatief om te zien dat een leerling iets heeft bereikt waar zij trots op is.”
Ook verlegenheid, zegt Sauter, gaat vaak met een lach gepaard. In het verhaal ‘Het verlegen kind’, dat eind vorig jaar in het Onderwijsblad verscheen, is al benadrukt dat als leerkrachten verlegenheid herkennen, kinderen kunnen helpen ermee om te leren gaan. “Schaamte gaat gepaard met een verandering in de richting van de blik”, zegt Sauter. “Je kunt eruit opmaken dat iemand het liefst in het niets zou willen verdwijnen. Bij deze verlegen of beschaamde lach, bedekken mensen vaak de mond of zelfs een groot deel van hun gezicht.”
Lachen werkt aanstekelijk, ook in de klas, maar er zijn grenzen. Het bedrijfsleven schakelt lachcoaches in om de stemming op de werkvloer te verbeteren en zelfs om mensen dichter bij elkaar te brengen. Daar moet Sauter niets van hebben: “Je moet het niet overdrijven. Ik voel me heel ongemakkelijk bij een typisch Amerikaanse opgeplakte stewardessenlach. Hi honey! How are you? Bah!”

Plant
Leerkrachten die niet willen faken, zouden na kunnen denken over veranderingen in het klaslokaal die als vanzelf een lach op het gezicht brengen. “Ik weet dat onderzoekers in Delft hebben geëxperimenteerd met een wachtruimte voor stewardessen die moeten gaan vliegen. Passagiers verwachten een lach op hun gezicht en het is heel uitputtend om zo’n lach voortdurend te veinzen. Je maakt het mensen makkelijker om te lachen, als je ze voorafgaand aan een dienst in het vliegtuig een plant laat verzorgen. We hebben ook geëxperimenteerd met een soort catwalk, een lange gang vol spiegels en mooi licht, zodat mensen zichzelf in een gunstig licht zien, voordat ze aan hun dienst beginnen.”
Een leerkracht die kinderen wil laten stralen, kan hen in een soort toneelstukje naar het eind van een denkbeeldige catwalk laten lopen en met uitgespreide armen laten vertellen wat ze later willen worden. Ook planten kunnen volgens Sauter in de klas een hulpmiddel zijn. “Je kunt zeggen: ‘Laten we met zijn alleen nu eens flink gaan zitten lachen, ha ha ha’, maar het werkt beter als je positieve emoties oproept door de aandacht te verleggen. Bijvoorbeeld naar iets of iemand om te verzorgen.”

{KADER}
Kietellach

Een stamboom aan de muur van de werkkamer van Disa Sauter laat zien wat in het dierenrijk onze naaste verwanten zijn. Ze zegt: “Wist je dat chimpansees echt kunnen lachen? Ze kunnen een grimas trekken uit angst, maar ze lachen ook zoals wij dat doen als we iets grappig vinden. Als je chimpansees of andere mensapen kietelt, dan lachen ze. Ook andere sociale dieren, zoals ratten, kunnen op die manier lachen. We denken dat die kietellach voortkomt uit wilde stoeispelletjes die vooral jongere dieren met elkaar doen. Ze vechten dan speels en de kietellach is een manier om te laten zien dat ze vechten voor de lol en niet om de ander pijn te doen.”

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.