- blad nr 3
- 7-2-2015
- auteur J. van Aken
- Redactioneel
De vrouw van 6 miljoen
Docent Engels Anja Herkens* ziet zichzelf als bovenbouwdocent. “De afgelopen tien jaar gaf ik vooral les aan 4- en 5-havo en ik ben steeds mentor van een bovenbouwklas geweest.”
Het bestuur stak daar afgelopen voorjaar een stokje voor met de aankondiging dat docenten die geen LD-functie hadden, maximaal nog 49 procent in de bovenbouw mochten werken. De reden voor deze maatregel vormt het entreerecht dat vanaf augustus 2014 geldt: eerstegraads docenten die structureel 50 procent of meer in de bovenbouw van havo/vwo lesgeven, hebben volgens de cao voortgezet onderwijs recht op een LD-functie. “Volgens het bestuur was er echter geen geld om meer docenten LD-functies te geven.” Daarom krijgt LB-docent Herkens dit schooljaar slechts twee 5-havoklassen, een tweede klas en verder brugklassen. Tot haar onvrede. “Ik heb altijd met plezier lesgegeven in de bovenbouw. Het is heel vervelend en niet zo netjes dat er ineens anders wordt beslist”, zegt ze.
Daarom tekende ze bezwaar aan tegen het besluit haar uren in de bovenbouw sterk te verminderen en vroeg het bestuur om een LD-functie op basis van het entreerecht. “Ik vond het niet eerlijk dat ik bijna geen bovenbouwklassen meer kreeg”, vertelt Herkens. Haar werkgever verwierp haar bezwaar.
De vraag is wanneer werkzaamheden structureel zijn: als je ze al langer uitvoert of dat gaat doen? “Taalkundig betekent het volgens mij als het al langere tijd zo is”, zegt Herkens. “Mijn toenmalige vestigingsdirecteur zei dat volgens hun uitleg structureel betekent dat je op 1 augustus 2014 meer dan de helft van je lessen in de bovenbouw geeft en dat blijft doen in de toekomst. Ze keken dus niet naar het verleden.”
De Commissie van Beroep voortgezet onderwijs geeft op de website Onderwijsgeschillen.nl uitleg: ‘Onder structureel moet volgens de commissie worden verstaan dat als een docent ten minste twee opeenvolgende schooljaren heeft lesgegeven in het eerstegraads gebied, hij daar ook na 1 augustus 2014 aanspraak op kan maken.’
Scholingseisen
Herkens kondigde aan samen met een collega verdere stappen te ondernemen. “Mijn directeur zei: Dat moet je doen, even goede vrienden. Maar ze gaven me weinig kans.”
Ze belt de juridische dienst van de AOb. Jurist Frits Verschuren tekent namens haar officieel bezwaar aan tegen de afwijzing van de LD-functie. “De AOb heeft prima werk geleverd. Ze reageerden snel, dat vond ik hartstikke fijn. Een van de punten van Verschuren was dat de school eerder had moeten voorsorteren op het entreerecht door mij eerder in de onderbouw te laten lesgeven. Dat lijkt mij ook logisch.”
Haar werkgever is het daar niet mee eens en daarom stond er voor januari eigenlijk een zitting bij de Commissie van Beroep gepland. “Maar begin december kreeg ik een telefoontje van het bestuur. Uit de jurisprudentie concludeerden ze dat ze geen kans maakten en daarom boden ze me een LD-functie aan.”
En met haar nog zo’n twintig collega’s in dezelfde situatie. “Ik schrok er wel een beetje van dat mijn collega en ik dat in gang hadden gezet. Een directeur noemde me met een grapje de vrouw van 6 miljoen.”
Met terugwerkende kracht krijgen de docenten vanaf augustus een LD-functie met daarbij passend salaris. De afspraak is dat ze tot mei 2016 de tijd krijgen om aan de eisen voor een LD-functie te voldoen. “We krijgen nog te horen op welke vlakken we ons moeten scholen en bekwamen. Maar het bestuur heeft mondeling toegezegd dat iedereen die het traject normaal doorloopt een LD-functie behoudt.”
Herkens vindt de oplossing die de school biedt “heel netjes”. “Ik ben er heel blij mee. Het is tof dat een collega en ik stappen hebben ondernomen en dat andere mensen daarin ook zijn meegenomen. De vestigingsdirecteur feliciteerde me ook heel sportief. Dat waardeer ik zeer.”
{noot}
*Dit is niet haar echte naam.
{kader}
Entreerecht
Eerstegraads docenten hebben sinds 1 augustus 2014 volgens de cao voortgezet onderwijs recht op een LD-functie als zij structureel meer dan 50 procent in de bovenbouw van havo of vwo lesgeven. De regeling loopt tot 31 juli 2015. Een uitzondering geldt voor leraren die voor 1 augustus 2014 gestart zijn met een opleiding om een eerstegraadsbevoegdheid te behalen. Zij hebben tot 31 juli 2017 recht op het entreerecht.
Werkgevers proberen om financiële redenen soms onder het entreerecht uit te komen. Docenten die jarenlang het grootste deel van hun uren in de bovenbouw draaiden, werden ineens voor minder dan 50 procent in de hoogste klassen ingeroosterd. Daarom voerde een aantal leden met ondersteuning van de AOb – en met succes - beroepsprocedures bij de Commissie van Beroep voortgezet onderwijs om een LD-functie te verkrijgen. Zij stelden beroep in op basis van ‘onthouden van promotie’. Dat is in strijd met goed werkgeverschap, aldus de commissie.