- blad nr 18
- 22-11-2014
- auteur J. van Aken
- Redactioneel
Temperatuur in de klas
“We krijgen ’s winters mails over kou in school én over verwarmingen die te hoog staan”, zegt Wim Gulitz van het Informatie en Adviescentrum van de AOb. “’s Zomers komen er klachten bij tropische dagen: de airco doet het niet en er mag geen raam open, want dan tocht het.” De vraag is: bij welke temperatuur is het nog verantwoord om te werken en te leren?
In de wet- en regelgeving zijn geen duidelijke normen opgenomen over de temperatuur in een klaslokaal, staat in de Arbocatalogus PO. ‘Wel worden algemene richtlijnen gegeven, zoals dat de temperatuur behaaglijk moet zijn.’ Maar wat de een behaaglijk vindt, kan voor de ander veel te koud of te warm zijn.
De Arbocatalogus geeft zelf aan dat de optimale temperatuur voor hersenactiviteiten 20 graden is en een aangename temperatuur in scholen ligt tussen 18 en 22 graden. ‘Vanaf 25 graden neemt de behaaglijkheid af en wordt het prestatievermogen minder.’
De Arbocatalogus VO is nog wat meer uitgesproken: in de winter ligt de binnentemperatuur tussen 19 en 25 graden in een theorielokaal. ’s Zomers bij actieve koeling tussen 22 en 27 graden.
De AOb adviseert dat een bestuur/directeur als de temperatuur boven de 26 graden komt, in overleg treedt over mogelijke maatregelen met de MR, die daarbij instemmingsrecht heeft.