• blad nr 14
  • 26-8-2000
  • auteur . Lachesis 
  • Column

 

Ongeïnspireerd

Klagen had geen zin. Er waren collega¹s genoeg die onmiddellijk met me wilden ruilen. Vierentwintig redelijk slimme, tamelijk rustige leerlingen. Kom daar heden ten dage nog eens om. Het kostte geen enkele inspanning om les aan ze te geven. Ik hoefde bij wijze van spreken maar te kuchen en het was stil. Eén strenge blik was genoeg om een hevig fluisterend groepje per ommegaande het zwijgen op te leggen. Niemand tartte ooit mijn gezag. Of het moest Werner zijn. Maar Werner was Werner. Zijn moeder vertelde ons dat zij tijdens de zwangerschap al had gemerkt dat het geen gewoon kind zou worden. Sommige dagen waren tot de nok toe gevuld met akkefietjes die voortvloeiden uit zijn gebrek aan communicatieve vaardigheden. De klas maalde er niet om. Een enkeling kwam wel eens klagen, de meesten schudden hem als een lastige vlieg van zich af, gaven hem lik op stuk en gingen over tot de orde van de dag.
Er zaten geen onaardige leerlingen in deze klas, wel hele aardige. Lucia en Melissa bijvoorbeeld. Vrolijke lachebekjes, die het leven niet noemenswaardig serieus namen. Kelly, die haar loyaliteit zorgvuldig tussen de dodelijk verlegen Lisanne en de veel spannender Ilse verdeelde. Sjeng, een buitengewoon vriendelijk jongetje van Vietnamese afkomst, die telkens beleefd kwam vragen of hij een en ander wel goed begrepen had. Natuurlijk lagen de dames onderling wel eens hevig overhoop en werden er tranen geplengd over diepe vormen van verraad. Ook sloeg er hier en daar wel eens iemand een ander op het hoofd. Maar niet vaak. En nooit lang. Mijn gang naar school kreeg iets voorspelbaars. Ik wist wat mij te wachten stond. Goed beschouwd was het een raadsel waarom mij dat zo tegen ging staan. Zou niet iedereen een moord doen voor zo¹n droomklas?
Eerst dacht ik: Het komt omdat ik voor het eerst in mijn loopbaan niet fulltime voor de klas sta. Ik zit er niet dicht genoeg op. Ik maak niet alles met ze mee. Daarna dacht ik: Misschien een dipje, een pas op de plaats, een piepkleine burn-out. Maar ik hoefde maar een paar minuten met de klas van vorig jaar te praten of een ochtend in de kleuterklas door te brengen en ik wist dat het niet waar was. Aan mijn plezier om met kinderen om te gaan ontbrak nog steeds niets. Het ontbrak mij aan plezier om met deze klas om te gaan. Al mijn pogingen om iets van mijzelf in de lessen te stoppen liepen op niets uit. De meeste kinderen wilden wel dingen weten maar alleen omdat het moest of omdat er iets concreets tegenover stond. Nooit zomaar. Nooit omdat het leuk was. Of interessant.
Of spannend. Ze luisterden beleefd hoe ik Attila de Hun heel Europa onder de voet liet lopen, de Noormannen Dorestad liet plunderen en hoe de eerste heksen een onzalig einde vonden op de brandstapel. Maar echt schelen deed het ze ­ op een enkeling na ­ niet. Hun ogen blikten leeg terug. Er was geen wezenlijk contact. Er werd geen snaar geraakt. Geen intrinsieke belangstelling gewekt. Het was hun een raadsel wat mij nu zo bezighield aan dit alles. Ze kwamen pas weer tot leven als ik vertelde wat de verwerkingsopdracht inhield. Daar gingen ze heel consciëntieus mee aan de slag. Vooral als het beoordeeld werd. Als iets geen aantoonbaar nut had, dan verdween hun belangstelling als sneeuw voor de zon. Iets vertellen in de kring? Ze piekerden er niet over. Luisteren naar een verhaal dat voorgelezen werd? Zelfs Harry Potter vonden ze de moeite niet waard. Als er dan toch zonodig tijd moest worden verspild in de kring, dan wisten ze zelf nog wel wat. Zo onzichtbaar mogelijk Œeen duw¹ doorgeven bijvoorbeeld of iemand stiekem treiteren door zijn houding na te apen. Ze hadden geen gevoel voor humor. Als er toch iets leuks gebeurde of iets grappigs werd verteld, dan leidde dat voornamelijk bij de jongetjes tot homerisch gelach. Je liet het wel uit je hoofd om je nog eens voor de leeuwen te werpen.

Sommige kinderen lieten dan ook veel minder van zichzelf zien dan er in hen zat. Ik ook. Mijn duopartner ook. En dat leidde tot nog meer vlakheid. Tot nog meer voorspelbaarheid. Tot een nog slepender gang naar school. Op sommige dagen leek het wel of er bodysnatchers aan het werk waren geweest. Bodysnatchers die alles wat des kinds is ­ magie, lol, levendigheid ­ weggeretoucheerd hadden. Omdat het overbodig was, geen doel diende. Wat overbleef was een verzameling toekomstige Microsofties. Vastberaden zich niet te laten kennen, vastberaden zich niet van de gebaande paden te begeven, vastberaden nooit iets te doen om het doen zelf. Immer het doel voor ogen houdend.
Over mijn nieuwe klas bereikten mij al veel verhalen: impulsief, chaotisch, ongeconcentreerd, emotioneel heel erg jong, conflictueus. Mijn collega¹s moesten er vaak erg van zuchten. Ik zucht vooralsnog niet.
Ik snak er naar.


De beste columns van Lachesis zijn gebundeld. Stort Ÿ17,50 of Ÿ25,- (niet-leden) op giro 190389 ten name van AOb, Utrecht, onder vermelding van ŒLachesis¹.
U krijgt dan snel ŒIk sta er alleen voor¹ toegestuurd.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.