- blad nr 13
- 6-9-2014
- auteur . Overige
- De Kwestie
De kwestie
Tekst Aranka Klomp
Ben de Kok,
leerkracht op een basisschool in de Haagse Schilderswijk
“In sommige klassen klinkt het: ‘Meisje achterin met de rode trui, kun jij deze som oplossen? De jongen met het brilletje dan?’ Maar zo onpersoonlijk hoeft het niet te gaan hoor. Op de eerste schooldag stelt ieder kind zich bij binnenkomst voor, gaat zitten aan de tafel met zijn naamkaartje erop en ziet op het bord alle namen staan, die ik vervolgens nog eens oplees. Ik heb dan aanvankelijk nog een plattegrond met de namen erop als spiekbriefje, maar al snel heet het meisje met de rode trui Halima en de jongen met de bril Harm. Namen van oud-leerlingen onthouden, dat vind ik pas moeilijk. Regelmatig hoor ik: ‘Meester Ben kent u me nog?’ Waarom schiet zo’n naam me dan niet te binnen, terwijl ik me nog zoveel details van die leerling kan herinneren, al is het veertig jaar geleden?”
Rosa Rodrigues,
hogeschooldocent onderwijskunde en onderzoeksbegeleider
“Ik moet echt een tijdje met studenten werken om te weten hoe ze heten. Ik laat ze altijd een naambordje maken en vraag ze dat een paar weken lang op hun tafel te plaatsen. Aan het einde van de les leveren ze het in en dan oefen ik de volgende keer door de bordjes uit te delen aan, hopelijk, de juiste personen. De studenten vinden het doorgaans wel grappig.
Een collega van mij is er ontzettend goed in. Hij koppelt namen aan een fotootje en onthoudt een bepaalde situatie bij iedereen. Hij laat studenten daarom iets kenmerkends vertellen over zichzelf, slaat dit op in zijn geheugen en oefent het elke keer als hij de klas voor zich heeft.
Ondanks dat ik er moeite mee heb, vind ik het wel belangrijk om de namen zo snel mogelijk te kennen, omdat je de ander daarmee het gevoel geeft dat je hem ziet. Iemands naam hoort bij iemands identiteit.”
Arjan van der Meij,
docent natuurkunde op vmbo-t en havo/vwo
“Je naam is natuurlijk een belangrijk onderdeel van je identiteit en een leerling verdient het dat je als leraar zo snel mogelijk die naam weet. Dat is de theorie, natuurlijk. In de praktijk ben ik er best een tijdje mee bezig. Die klojo, die altijd door je heen praat, ja, daar weet je direct de naam van. Maar van die drie stille meisjes op een rijtje - daar weet je wel de namen van, maar wie is nu ook alweer wie? Gelukkig staan tegenwoordig de foto’s in het administratieprogramma. Zo kun je oefenen.
Als bèta ben ik gek op tellen. Ik geef nu negentien jaar les en ontvang gemiddeld zo’n tachtig nieuwe leerlingen per jaar. Dat betekent dat ik in mijn carrière tot nu toe zo’n 1500 leerlingen voorbij heb zien trekken. Als ik door de stad loop, zwaai ik altijd wel een keer naar een oud-leerling. Maar hoe heette die ook al weer?”
Heb je zelf een kwestie die je wilt voorleggen aan ons panel? Mail naar onderwijsblad@aob.nl
In de rubriek de Kwestie leggen we maandelijks een vraag voor aan een vast panel van negen deskundigen. Drie ervan reageren.
Wat vind jij? Leer je snel de namen uit je hoofd, of neem je de tijd? Ga naar www.aob.nl/forum of reageer op twitter #aobkwestie
De vorige kwestie:
In één van mijn klassen ben ik geen geliefde leraar. Leerlingen maken me belachelijk en verzinnen bijnamen. Ik word er erg onzeker door. Wat te doen?
Lezers op het forum zijn er duidelijk over: een leerling die je belachelijk maakt, hoort niet thuis in jouw les. Straffen dus. Maar hoe? ‘Zelf zou ik het gedrag individueel naar leerlingen benoemen. Haal het showelement eruit’, schrijft Pev Vie.
‘Roep hulp in: schoolleiding, vertrouwenspersoon en ouders’, adviseert Djonina Wiebenga. ‘Je hebt achtervang nodig als je deze leerlingen aanspreekt.’ Ook Hendrik-Jan van Gessel benadrukt het belang van achtervang. Hij zou de lastige leerling consequent, iedere keer dat het gebeurt, verwijderen.