- blad nr 13
- 6-9-2014
- auteur R. Wisman
- Na de bel
Jos
Na zijn herstel werd hij actief als vrijwilliger met een ww-uitkering: voetbaljeugdtrainer, schrijver en columnist voor verenigingsblad, weekblad en www.sukerbiet.nl. In 2004 begon hij als conciërge (als vrijwilliger) op vier scholen in de regio. Bij de Heilig Hartschool kreeg hij in 2007 een vast dienstverband mede dankzij een handtekeningenactie die een leerling op poten zette. De gemeente Dalfsen betaalde een groot deel van zijn salaris. Tot zijn 65ste verjaardag bleef hij op deze school en nu is hij er iedere donderdag weer als vrijwilliger.
In zijn vrije tijd maakt hij tochten op een van zijn twee ligfietsen, leest hij en kijkt hij voetbal. Jos woont alleen in Dalfsen.
‘Als je zo oud bent, ga je toch niet meer in zo’n ding zitten’, merken volwassenen soms schamper op. Maar de jongens op school vinden het leuk: ‘Jos, wat een vet karretje!’ Rijden in een ligfiets geeft Jos Jansen een gevoel van vrijheid. ‘Zie mij eens lekker gaan zonder rijbewijs’, denkt hij dan. Het ‘mooist’ is het om wielrenners in te halen. Die voelen zich dan op hun pik getrapt.
Jos noemt zichzelf een einzelgänger. “Ik doe het liefst alles alleen.” Ook doet hij graag buitenissige dingen. Hij zat eens vijftig uur onafgebroken op een barkruk (‘plassen en poepen op een po, op de barkruk’) en voor een ander record (en de sponsoring van de voetbalclub) lag hij vijftig uur in bed zonder te slapen.
Als kleine jongen bedacht hij dat hij nooit zou willen trouwen. Dat hield hij vol. “Vroeger had ik wel eens verkering, maar ik was altijd opgelucht als ik er weer vanaf was.”
Ook wanneer er iemand met hem meefietste tijdens fietsvakanties in Zuidoost-Azië voelde hij die opluchting als zijn gezelschap afhaakte. “Ik wil zelf beslissen of ik links of rechts ga. Als je samen bent, moet je steeds overleggen.”
Gepraat laat hij liever aan anderen over. Misschien komt dat door zijn stotterverleden, prakkiseert hij.
Op de lagere en middelbare school bleven veel woorden bij de beginletters in zijn mond steken. Vooral met de ‘k’ en de ‘p’ had hij moeite. Hij voelde de ogen in zijn rug prikken tijdens de wekelijkse leesbeurt. Iedereen moest op hem wachten.
In de loop der tijd werd het stotteren minder. Nu praat Jos vooral gehaast. Hij verbindt de woorden razendsnel tot zinnen en soms sneuvelen daarbij een paar letters aan het begin of eind. Stotteren doet hij alleen nog als hij voor een groep moet spreken. Misschien zag hij daarom wel zo op tegen de viering van zijn 65ste verjaardag op school. Hij had nog zo tegen de juffen gezegd dat hij geen feest wilde: ‘Dat flikken jullie me niet, hč?’ Maar ze deden het toch. In iedere klas werd voor hem opgetreden en kreeg hij een van de letters mee van het woord ‘pensioen’. “Verschrikkelijk”, verzucht hij, hoewel hij dankbaar is voor de aandacht en liefde die erachter zat.
Hij was van plan zijn pensioentijd voornamelijk in te vullen met vrijwilligerswerk. Toen zijn zus Ineke (62) vorig jaar overleed, realiseerde hij zich dat hij ook moest genieten van de rust. In het najaar (‘want dan zijn ze goedkoper’) koopt hij een caravan. Met een seizoensplek op een camping in de buurt zal hij bij mooi weer standaard in vakantiesfeer zijn zonder zijn conciërgetaken op de Heilig Hartschool te hoeven verzuimen. De school is gehuisvest naast de begraafplaats waar de as van zijn zus in de urnenmuur werd bijgezet. Als hij de ballen ophaalt die de leerlingen ‘per ongeluk’ over de heg schieten, staat hij even stil bij haar nis en praat met haar. “Het is fijn dat ze hier dicht bij me is.”