• blad nr 14
  • 26-8-2000
  • auteur D. van 't Erve 
  • Dossier

 

Diploma's

Dat een werknemer de juiste papieren voor bepaalde werkzaamheden moet hebben, is duidelijk. Maar kun je diploma¹s met elkaar vergelijken? Die vraag speelt een belangrijke rol in het dossier van lerares P.
In 1989 wordt zij ziek. Hoewel ze in eerste instantie nog in deeltijd lesgeeft, gaat dit na een tijd niet meer. Uitkeringsinstantie Uszo keurt haar voor het lesgeven af, maar ze kan nog wel ander werk doen, zoals stagebegeleiding. Het verschil in inkomsten - de functie ligt op een lager opleidings- en dus waarderingsniveau - krijgt ze vergoed.
Als de klachten steeds erger worden, vraagt ze een herkeuring aan. In 1997 keurt Uszo haar tot 65 procent af. Als haar bezwaar wordt afgewezen, gaat ze samen met de juridische dienst van de AOb naar de rechter. P. vindt dat zij helemaal niet meer in staat is om te werken. Daarnaast heeft Uszo het besluit onzorgvuldig genomen, omdat het medisch onderzoek waarop de instantie zich baseert, uit 1995 stamt en dus verouderd is.
Volgens de wao is iemand arbeidsongeschikt als rechtstreeks en objectief medisch valt vast te stellen dat hij niet in staat is met arbeid te verdienen wat andere personen met soortgelijke opleiding en ervaring verdienen.
Uit het rapport van de keuringsarts in 1997 blijkt dat de arbeidsongeschiktheid van P. inderdaad is toegenomen. Zij is echter nog wel in staat om ander werk te doen. Dit oordeel wordt een jaar later door een andere arts onderschreven. Uszo heeft zich daarnaast gebaseerd op conclusies uit een psychiatrisch rapport uit 1995. Volgens de rechter is dit voldoende, omdat P. vooral lichamelijke klachten heeft en het onduidelijk is of ze nog onder behandeling is van een psychiater.
P. is dus, rekening houdend met haar beperkingen, in staat om gangbare arbeid te verrichten. Voor enkele van de door Uszo voorgedragen functies is echter een havo-diploma vereist. Uit eerdere vonnissen van de Centrale raad van beroep blijkt dat een bepaalde functie niet kan worden opgedragen als de betrokkene niet beschikt over het vereiste diploma. Een strikte diploma-eis kan niet worden gecompenseerd door een opleiding al dan niet aangevuld met relevante ervaring. P. heeft na de moeder-mavo een mbo-opleiding cultureel werk gevolgd. Vervolgens is zij als onbevoegde leerkracht aan het kmbo gaan werken.
De rechter is van oordeel dat de opleiding van P. niet voldoet aan de havo-eis voor enkele functies, zoals secretaresse, die Uszo voor haar in gedachten heeft. De mbo-opleiding is een specifiek gerichte opleiding die niet gelijkwaardig is aan de algemeen vormende havo-opleiding. De andere functies, zoals typiste, mag P. wel uitvoeren. Het verschil in inkomsten met wat ze verdiende, komt dan echter op meer dan 65 procent. Dat is volgens de rechter te veel. Uszo had hier rekening mee moeten houden en moet een nieuw besluit nemen.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.