• blad nr 11
  • 7-6-2014
  • auteur . Overige 
  • Juridische rubriek

 

Deal is deal

In de ontslagpraktijk van de juridische dienst van de AOb worden veel deals, ook wel vertrekregelingen genoemd, voor de leden gesloten. De werkgever dient de deal alleen wel uit te voeren. En daar liep het bij ex-directeur Jan Zeilemaker tot tweemaal toe spaak.

Tekst Geert Wind, juridische dienst

Juristen van de AOb stellen vertrekregelingen via een vaststellingsovereenkomst schriftelijk op. Soms wordt de juridische dienst echter geconfronteerd met vertrekregelingen waarbij geen juristen betrokken waren. Zo ook de regeling van Jan Zeilemaker, die fulltime als directeur van een basisschool werkzaam was tot hij arbeidsongeschikt raakte. Ontslag in de functie van directeur en een herbenoeming als groepsleerkracht voor een werktijdfactor van 0,5 volgden. Jan Zeilemaker had een zeer goede deal gesloten met zijn werkgever; hij behield zijn financiële rechtspositie als directeur en daarmee zijn volledige directeurssalaris.
Een paar jaar later wendde Jan Zeilemaker zich met een probleem tot de juridische dienst van de AOb. De werkgever nam als uitgangspunt een betrekkingsomvang van 0,5; Jan Zeilemaker daarentegen was ervan overtuigd dat partijen de financiële positie van een fulltime directeur hadden beoogd. De tekst van de regeling bleek niet geheel duidelijk. In 2005 kon de kwestie netjes geschikt worden volgens de uitleg van Zeilemaker. Eind goed, al goed zou je denken. Nee dus.
De regeling bleek vanaf 2006 wederom niet goed uitgevoerd en Jan Zeilemaker meldde zich opnieuw bij de juridische dienst. Er was echter één groot verschil met de situatie in 2005; de werkgever volhardde nu in de betrekkingsomvang van 0,5. In bezwaar bij de werkgever en vervolgens in beroep bij de rechtbank had de werkgever gelijk gekregen. Daardoor moest Jan Zeilemaker met hulp van de juridische dienst zijn gelijk bepleiten tot aan de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechtelijke instantie in ambtenarenzaken.
Aan de hand van onder meer een getuigenverklaring van de toenmalige wethouder kon Jan Zeilemaker bij de raad betogen dat de financiële rechtspositie van een fulltime directeur door hem en de werkgever werd beoogd bij de opstelling van de vertrekregeling uit 2001. Jan Zeilemaker kreeg uiteindelijk in 2013 gelijk. De Centrale Raad van Beroep was eveneens van oordeel dat ‘een deal een deal is’. Het hoger beroep is na bezwaar en beroep driemaal scheepsrecht gebleken.
De late uitvoering van de regeling leverde hem naast ruim 77 duizend euro bruto ook nog ruim 33 duizend euro netto op aan wettelijke rente vanwege de vertraging in de uitbetaling. Moraal van het verhaal is en blijft dat een duidelijk geredigeerde vertrekregeling beter is dan procederen. De juridische dienst staat u bij in het opstellen van vertrekregelingen.

Voor juridisch advies kunt u contact opnemen met het Informatie en Advies Centrum van de AOb: 0900 4636262 (5 cent per minuut), info@aob.nl

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.