• blad nr 11
  • 7-6-2014
  • auteur A. Kersten 
  • Redactioneel

 

Interimmers ontduiken de salarisnorm

NHL Hogeschool in Leeuwarden betaalde vorig jaar in iets meer dan vier maanden tijd 1,5 ton voor een interim-bestuurder. Zolang ze binnen een half jaar weer weg zijn, mogen interim-bestuurders in de semipublieke sector verdienen wat ze willen. De politiek wil dat ‘lek’ in de Wet normering topinkomens dichten. Maar wat hogescholen uitgeven aan een interim-faculteitsdirecteur, mogen we niet weten. Met dank aan Den Haag.

I: Interimmers
Zo komt de kunstenhogeschool Artez niet graag in het nieuws. Voormalig interim-voorzitter Gerben Eggink, ingehuurd via managementbureau BoerCroon, bracht vorig jaar 208 duizend euro in rekening voor tien maanden werk, vier dagen per week. Dat is tegen het zere been van Onderwijsminister Jet Bussemaker (PvdA), die uit alle macht probeert om onderwijsbestuurders onder het plafond van de Wet normering topinkomens (wnt) te krijgen. Daarom heeft ze de Onderwijsinspectie naar Arnhem gestuurd om de zaak uit te zoeken.
Dat één van de toezichthouders, Mieke van den Broek-Hanskamp, zelf ook interimklussen doet via BoerCroon, vindt de minister niet bezwaarlijk. Zolang de instelling het maar netjes vermeldt, wat ze aanvankelijk vergeten was. Van den Broek-Hanskamp haalde in het verleden zelf ook het nieuws. In 2008 en 2009 was ze ruim een jaar parttime interim-bestuurder bij de Christelijke Hogeschool Ede om voorzitter Kees Boele te ontlasten. Kosten: 4,2 ton. Boele vertelde destijds aan het Onderwijsblad dat er een all-in dagvergoeding van 1700 euro was afgesproken met het bureau. “Dat is veel geld, maar het heeft ook toegevoegde waarde”, zei hij.
Intussen lukt het kunstenhogeschool Artez na een bestuurscrisis vorig jaar maar niet om een nieuwe voorzitter te vinden. Na meerdere wervingsronden staat de raad van toezicht nog met lege handen. En dus is in mei in de persoon van Renate Litjens een nieuwe interim-voorzitter aangetreden, weer via BoerCroon. Litjens duikt op in hetzelfde beloningsoverzicht van de Vereniging Hogescholen als voorganger Eggink. Vorig jaar betaalde NHL Hogeschool in Leeuwarden 1,5 ton voor iets meer dan vier maanden van haar diensten als interim-bestuurder. Dat kreeg heel wat minder aandacht, ook al is dat zo’n 35 duizend euro per maand en omgerekend algauw zo’n 3,5 á 4 ton op jaarbasis. Dik boven het normbedrag, maar zonder consequenties omdat de klus korter duurde dan een half jaar. “Het stond vooraf al vast dat de opdracht bij NHL minder dan zes maanden zou duren”, reageert Litjens. Hoe lang ze bij Artez blijft, is volgens haar nog onbekend. “Maar we committeren ons aan de norm, ongeacht de duur.”
Interimmers hebben een kwetsbare positie, stelt Litjens. “Een interim-manager kun je elke dag wegsturen. Als ik vandaag te horen te krijg dat ik morgen niet meer terug hoef te komen, heb ik ook geen inkomen. Dat risico wordt voor een klein deel verdisconteerd in het tarief. Die nuances verdwijnen meestal uit beeld.”
Artez is niet het enige voorbeeld. Een jaar geleden ontstond er rumoer over de inhuur van interim-bestuurder Sjoerd Vellenga bij de Haagse Hogeschool. Aanleiding was een voorlopige opgave in de vorige beloningslijst van de Vereniging Hogescholen. Voor vijf maanden werk in 2012 zou 1 ton zijn betaald. De gesprekken over de beloning liepen nog, aldus een voetnootje onder het overzicht. Een paar maanden later verscheen het jaarverslag van de hogeschool. Met een veel hoger bedrag: 202.080 euro, inclusief btw. Omgerekend ruim 40 duizend euro per maand, goed voor zo’n 4,5 ton op jaarbasis.
De wettelijke norm is pas in 2013 ingevoerd. En dan nog: er zouden in dit geval geen restricties zijn geweest, weet Vellenga. “Deze opdracht was binnen een half jaar afgerond en dan geldt die norm niet. Ik houd me netjes aan de regels.” Verder wil hij niet ingaan op de vergoeding. “Dat is niet aan mij, maar aan mijn opdrachtgever, de raad van toezicht.” De hogeschool wil inhoudelijk ook niets kwijt. Om “privacyredenen”.

II: Politici
Interim-bestuurders die korter dan een half jaar voor een onderwijsinstelling werken, mogen verdienen wat ze willen. Alleen als ze minstens zes maanden binnen een periode van anderhalf jaar bij dezelfde organisatie zijn ingehuurd, vallen ze onder de norm. De frustratie is voelbaar in politiek Den Haag. Een maas in de wet, klinkt het nu in hetzelfde parlement dat - in een andere politieke samenstelling - een paar jaar terug voor deze regels stemde.
Die ‘interimnorm’ was vooral het werk van het toenmalige CDA-Kamerlid Ger Koopmans. ‘CDA wil beloningen van consultants en interim-managers in (semi)publieke sector aanpakken’ twitterde hij ferm op 12 oktober 2011, met een linkje naar een amendement om het wetsvoorstel aan te scherpen. Na wat aanpassingen wist Koopmans, samen met mede-indiener PVV, de handen op elkaar te krijgen voor de huidige minimaal-zes-maanden-norm. Het resultaat van politieke onderhandelingen, blikt hij bellend vanuit de auto terug. “Er waren partijen die het hele amendement niet wilden en er waren partijen die het wel wat scherper wilden maken. Persoonlijk vond ik drie maanden ook wel mooi, maar daarvan zei iedereen: Dat is heel moeilijk te handhaven. Uiteindelijk zijn we op die zes maanden uitgekomen.” Koopmans, die na zijn vertrek uit de Haagse politiek directeur van een advies- en interimbureau werd, vindt dat de wet zijn vruchten afwerpt. “Er is een halt toegeroepen aan die knotsgekke opwaartse spiraal die aan de gang was.”
Toch zijn de beloningsperikelen de wereld niet uit. Veel commotie ontstond er over een interim-zorgmanager die volgens de Volkskrant in één maand tijd 95 duizend euro declareerde. Na een paar incidenten weten Kamerleden het zeker: interimmers ontduiken de salarisnorm door in korte tijd veel te verdienen. En dat ‘lek’ moet worden gedicht. Ook minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken (PvdA) voelt er wel voor om de regels voor interim-bestuurders aan te scherpen. Hoe, dat gaat hij uitzoeken. SP-Kamerlid Ronald van Raak heeft wel suggesties. Een maximale dagvergoeding, bijvoorbeeld. Toch richt de woede bij Van Raak zich in de eerste plaats niet op bureaus die torenhoge bedragen vragen, maar op de organisaties die ze betalen, vertelt hij. “Er is altijd wel een manier om mazen in de wet te vinden, daar zijn adviesbureaus heel goed in. We zijn nu met z’n allen aan het dweilen, maar de kraan moet dicht. Instellingen moeten ophouden die bedragen te betalen.”

III: Hogescholen
Mistig is wat er in het onderwijs betaald wordt voor interim-managers die vlak onder het college van bestuur opereren, bijvoorbeeld als faculteitsdirecteur, instituutshoofd of domeinleider. Een inventarisatie onder hogescholen door de redactie leverde welgeteld anderhalve vermelding op. Bij Hogeschool Rotterdam wordt interimmer Jos Coonen ingehuurd als directeur van het Instituut voor Sociale Opleidingen tegen een dagtarief van 1100 euro plus een reiskostenvergoeding van zestig cent per kilometer. En bij Saxion werd 55 duizend euro uitgetrokken voor een interimklus van vijf maanden, maar precieze details ontbreken.
In beduidend meer gevallen wordt een overzicht van vergoedingen geweigerd. De meest gehoorde verklaring: We melden alleen wat we verplicht zijn. Andere overwegingen: De privacy van de interimmer en de concurrentiepositie van het interimbureau.
Het blijft dus onduidelijk wat adviseur Vellenga declareerde als interim-baas van verschillende instituten bij hogeschool Inholland, waar hij onder andere crisismanager was rond de diplomafraude. De hogeschool verstrekt geen informatie. Vellenga evenmin. Consultant Litjens leidde tot de vorige zomer, voordat ze bij NHL Hogeschool aan de slag ging, een jaar lang de faculteit communicatie en journalistiek van de Hogeschool Utrecht. De hogeschool geeft geen informatie over de vergoeding. ‘De privacy van mevrouw Litjens geldt hierbij als belangrijkste overweging. De inzet van mevrouw Litjens valt niet in de categorie topfunctionaris en daarom is de wettelijke verplichting tot publiceren niet van toepassing’, mailt een woordvoerder. Litjens zelf wil er wel iets over kwijt. Het tarief ligt ongeveer in de lijn met die voor de bestuursklus bij NHL in Leeuwarden. “In de zwaarte van de functies zat niet heel veel verschil.” Daarmee zou de vergoeding in Utrecht waarschijnlijk boven het hbo-normbedrag van 198 duizend euro voor een heel jaar uitkomen.
In de wet geldt een publicatieplicht voor alle functionarissen die bij (semi)publieke organisaties meer verdienen dan de norm: die gevallen moeten worden vermeld in het jaarverslag. Opmerkelijk genoeg laat Plasterk op dit front de teugels juist vieren. Speciaal voor interimmers heeft hij een uitzondering gemaakt, omdat het veel administratief uitzoekwerk met zich mee zou brengen. Met name op ministeries werd daarover geklaagd. Daarom heeft de minister een nieuwe gedragslijn gepubliceerd: hoewel de publicatieplicht in de wet staat, hoeven organisaties zich er niet aan te houden. Onderwijscentrum Driestar Educatief, dat zijn jaarverslag al klaar heeft, sluit zich daar gelijk bij aan. Ook de grootste hogeschool, Fontys, zal vanwege die gedragslijn geen informatie over interim-vergoedingen rapporteren, laat ze in een reactie aan het Onderwijsblad weten.
Nieuwe wetgeving is in aantocht waarmee uiteindelijk niet alleen bestuurders, maar alle medewerkers van onderwijsinstellingen onder de beloningsnorm komen te vallen. Intussen moet minister Plasterk een praktische oplossing zoeken om toch inzicht te krijgen in de vergoedingen voor interim-managers, vindt PvdA-Kamerlid John Kerstens. “Dat inzicht vind ik, zeker bij de besteding van publieke middelen, van belang.”
SP-Kamerlid Van Raak zegt dat hij de kwestie in de Kamer gaat aankaarten, ook al staan hogescholen in hun recht. “Dit is niet in de geest van de wet en het is niet acceptabel.”

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.