- blad nr 14
- 26-8-2000
- auteur O. Bosma
- Redactioneel
Ingrijpende gevolgen na pesten, seksuele intimidatie en geweld
Rotervaringen komen vaak voor op het werk
Het ministerie van Sociale Zaken wilde door het onderzoek inzicht krijgen in de effecten van de arbo-wet die werkgevers sinds 1994 verplicht werknemers te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld. Pesten is in het onderzoek betrokken als specifieke vorm van geweld. Er namen 1559 werknemers deel en 780 werkgevers, allen uit de sectoren handel en horeca, zakelijke dienstverlening, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening en overheid. Alleen de vragen aan de werkgevers waren te vergelijken met eerder onderzoek uit 1995.
Werkgevers treffen vaker dan vier geleden verplichte en aanbevolen maatregelen, maar er zijn nog altijd veel bedrijven en instellingen die geen vertrouwenspersoon en klachtencommissie hebben aangesteld en geen procedure over afhandeling van klachten maakten. Bijna een kwart van de bedrijven voldoet nog altijd niet aan de verplichting om het personeel informatie te geven over de arbeidsomstandigheden.
Van de 1559 respondenten kwamen er 484 uit het onderwijs, dus bijna een derde. De respons van de onderwijsgevenden was hoger dan in de andere bedrijfstakken, waarschijnlijk omdat de onderwijsbonden AOb en CNV meewerkten en dat ook in de begeleidende brief aan de geadresseerden meldden. Opmerkelijk is dat de 220 AOb-leden vaker dan gemiddeld aangaven dat ze op het werk zijn geconfronteerd met agressie, geweld, seksuele intimidatie en pesten, terwijl de totale groep onderwijspersoneel juist minder hoog scoort. Dit betekent dat de leden van de Onderwijsbond CNV zoveel minder vaak dan de AOb-leden geconfronteerd worden met onaangenaamheden, dat ze de balans voor de bedrijfstak onderwijs positief doen doorslaan (zie de grafieken). In de rapportage over het onderzoek wordt geen verklaring gegeven voor het verschil.
De populatie van de twee bonden loopt tamelijk sterk uiteen. De AOb heeft meer leden in het voortgezet onderwijs dan de Onderwijsbond CNV, meer leden in de grote steden en meer leden in het openbaar onderwijs - allemaal factoren die kunnen bijdragen aan de onveiliger situatie. Ander onderzoek wijst in dezelfde richting, zoals het flink lagere ziekteverzuim op confessionele scholen. Uit het onderzoek van Regioplan blijkt dat negatieve ervaringen ziekteverzuim tot gevolg hebben. Vooral pesten komt hard aan: 22 procent van gepeste werknemers is enige tijd ziek thuis.
Agressie en geweld
De 97 AOb-leden die geconfronteerd werden met agressie en geweld noemden mondeling geweld (92 keer) het vaakst, 36 keer spraken ze van geestelijk geweld, achttien van hen meldden (ook) lichamelijk geweld en zeventien keer werden persoonlijke eigendommen in hun aanwezigheid vernield. Deze aantallen komen grotendeels overeen met de ervaringen in andere bedrijfstakken, alleen lichamelijk geweld komt in het onderwijs duidelijk minder vaak voor dan gemiddeld. Geweld en agressie komen twee keer zo vaak van leerlingen als van ouders en collega1s. Van de 97 betrokken AOb1ers hielden veertien hun ervaring voor zich, 55 wendden zich tot een leidinggevende. Los daarvan werd er ook vaak (62 keer) met collega1s gepraat. In maar een handjevol gevallen schakelden de slachtoffers een vertrouwenspersoon of de bedrijfsarts in. Dit beeld wijkt nauwelijks af van het gemiddelde patroon. Een kwart van de 97 AOb1ers zegt dat niemand hen heeft geholpen bij het verwerken van de ervaring, de helft kreeg hulp van mensen uit de eigen omgeving en/of van een collega. Een op de vijf had iets aan de leidinggevende.
Het effect van een ervaring met agressie of geweld is soms groot. Zeven mensen namen ontslag of lieten zich overplaatsen, nog eens zes zijn op zoek naar ander werk, zes zijn enige tijd ziek thuis geweest, elf zeggen geen plezier meer te hebben in het werk. Een op de drie slachtoffers heeft niet het gevoel dat er voor hen persoonlijk iets is veranderd. Maar aan de andere kant zeggen slechts 22 AOb1ers dat ze na het incident weer met een gerust hart naar het werk gaan.
Regioplan vroeg ook naar de frequentie van geweld op de instelling. De helft van de 220 geënquêteerde AOb-leden zegt dat het minder dan een keer per maand voorkomt, 49 noemen een hogere frequentie van wie twintig een of meer keer per week. Zestig AOb1ers zijn het eens met de stelling dat agressie en geweld vaker voorkomen op het werk, 88 van hen ontkennen dat juist.
Slechts 45 AOb ers zijn het eens met de stelling dat de organisatie er alles aan doet om werknemers te beschermen, 73 zijn het er (zeer) mee oneens.
Seksuele intimidatie
Van de 220 geënquêteerde AOb-leden zeggen er 35 dat ze te maken hebben gehad met seksuele intimidatie. Dubbelzinnige opmerkingen scoren hoog (21 keer), maar ook handtastelijkheden worden zestien keer gemeld. Vier hebben te maken gehad met een poging tot aanranding. Als daders noemen de 35 AOb1ers veertien keer een collega, elf keer een leidinggevende en even vaak een leerling (soms werden meerdere dadergroepen genoemd). Slechts een enkele keer leidt een incident tot een officiële klacht, meestal houden mensen het bij een melding bij een collega (dertien keer) of een leidinggevende. Dertien mensen deden geen melding.
De bij wet verplichte vertrouwenspersoon was er op 21 scholen nog niet, een meldpunt seksuele intimidatie ontbreekt op 52 instellingen. Zo1n tien procent van de 220 AOb-leden weet niet of deze voorzieningen zijn getroffen. Slechts veertien procent van hen is het eens met de stelling dat er op het werk te weinig aandacht aan ongewenste intimiteiten wordt besteed. Veertig procent is het daarmee oneens, de anderen reageren neutraal. Maar weinig AOb1ers vinden dat seksuele intimidatie op het werk steeds vaker voorkomt, aan de andere kant zijn er ook maar elf die geloven dat het beleid van de school tot gevolg heeft gehad dat het minder voorkomt.
Pesten
Onder de geënquêteerde AOb-leden zijn er 39 die op het werk worden of werden gepest, een iets hoger percentage dan gemiddeld in de onderzochte bedrijfstakken. Alle denkbare vormen van pesten komen voor, het meest opmerkingen of Rgrapjes1, maar ook ernstiger vormen als isoleren (twintig meldingen), intimideren (vijftien) en openlijk terechtwijzen (vijftien). Het pesten komt zowel van collega1s (twintig meldingen) als van leidinggevenden (zeventien) en leerlingen (27).
De stelling dat op het werk niemand wordt gepest krijgt slechts steun van 23 procent van de 220 AOb-leden, veertig procent is het ermee oneens. Deze percentages zijn iets ongunstiger dan de uitkomsten van het onderzoek in andere bedrijfstakken.
Uit het onderzoek onder de werkgevers wordt duidelijk dat in het onderwijs het laagste percentage (71 procent) werkgevers de door de arbo-wet verplichte risico-inventarisatie en evaluatie hebben uitgevoerd. Maar ook zonder die inventarisatie realiseren de schoolbesturen en schooldirecties zich dat er gevaren dreigen, want 89 procent heeft wel een plan van aanpak ontwikkeld.
Evaluatie arbo-wet over seksuele intimidatie, agressie en geweld en pesten op het werk.
Eindrapport door J. Soethout en M. Sloep.
Uitgave: Elsevier bedrijfsinformatie,
telefoon 070-4415555, ordernummer 15.174/2000.
De AOb-scores zijn niet in het eindrapport opgenomen.