blad nr 11
7-6-2014
auteur R. Sikkes
Commentaar

Meer lenen, beter onderwijs?

Het leenstelsel is een mooie belofte. De studenten gaan zelf meer betalen, maar krijgen er véél beter hoger onderwijs voor terug. Meer docenten, meer contacturen. Het hoger onderwijs krijgt er dankzij het leenstelsel uiteindelijk een miljard bij, boven op de slordige vier en een half miljard die nu naar het onderwijs op hogescholen en universiteiten gaat.
Als u de rekentoets heeft gehaald, weet u uit uw hoofd hoeveel procent meer dat is. Inderdaad, 22 procent.
De belofte van beter onderwijs kent echter een garantie tot aan de voordeur van het ministerie van Onderwijs. Hogescholen en universiteiten roepen nu al in koor dat zij zelf zullen uitmaken waar het geld heen gaat. Beter onderwijs kan ook snellere ict zijn, zeggen de bestuurders, of mooiere huisvesting. Op papier krijgen studenten meer te zeggen over de besteding van het geld dat ze inleveren, maar excuseert u mij als ik zeg er een hard hoofd in te hebben dat studenten kleinschaliger onderwijs kunnen afdwingen.
Er zijn namelijk geen harde afspraken gemaakt over de besteding en dat gaan we zien. Kleinschaliger hoger onderwijs kan, maar dan moet je als politiek wel eisen durven stellen. Met zoveel extra geld kunnen hogescholen en universiteiten 22 procent meer personeel aanstellen, pakweg 15.000 banen om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Meer lenen, beter onderwijs? Niet met een blanco cheque voor de bestuurders. En dus een gemiste kans.