• blad nr 14
  • 26-8-2000
  • auteur R. Voorwinden 
  • Redactioneel

Instanties werken vrolijk langs elkaar heen 

Ziekteverzuim is vaak een vlucht

Dit schooljaar starten diverse acties om het ziekteverzuim in het onderwijs terug te dringen. Er komen casemanagers, poortwachters en adviseurs die vooral moeten voorkomen dat werkgevers, arbo-diensten en ABP/Uszo langs elkaar heen blijven werken.

Er zijn een heleboel invaliden die elke dag naar hun werk gaan. Dus waarom zou iemand die alleen maar wat lichte rugklachten heeft dan thuisblijven?² Dat is een van de vragen die Bertjan Soetevent, zorgcoördinator van het ABP, zich het afgelopen jaar regelmatig heeft gesteld. Soetevent leidde een Rotterdams experiment om het langdurig ziekteverzuim in het basisonderwijs terug te dringen. Dat experiment slaagde, het wordt nu uitgebreid naar het hele land, als onderdeel van een groot aantal maatregelen om het ziekteverzuim te bestrijden.
Want dat verzuim is te hoog. In 1998 bedroeg het verzuim in het voortgezet onderwijs zo¹n zeven procent en in het basisonderwijs zelfs bijna acht. Duidelijk boven het ziekteverzuim bij de overheid en het bedrijfsleven dat rond de zes procent schommelt. Het hoge verzuim kost het onderwijs handenvol geld, bovendien komen de scholen in grote problemen omdat ze voor al die zieken geen vervangers kunnen vinden.
In een poging het verzuim te beheersen gaan dit schooljaar alle remmen los. Zo komen er casemanagers ­ met een mooi Nederlandse woord zorgcoördinatoren genoemd - die gaan proberen om langdurig zieke werknemers weer aan de slag te krijgen. De coördinatoren vormen de spil tussen de zieke werknemer, zijn werkgever, de arbo-dienst en ABP/Uszo (de instantie die de uitkeringen betaalt). Coördinatie tussen al die instanties is geen overbodige luxe, zo bleek eerder dit jaar al uit het rapport Kink in de kabel van het Verwey-Jonker-instituut. Want de verantwoordelijkheden van de vier genoemde partijen zijn vaak niet duidelijk en iedereen werkt vrolijk langs elkaar heen.
Niet iedereen neemt de verantwoordelijkheid die hij zou moeten nemen², zegt Marcel Touw, beleidsmedewerker van het Vervangingsfonds. ³De werkgever weet bijvoorbeeld niet wat hij nu precies aan de zieke mag vragen. Wat scheelt eraan, wanneer denkt de werknemer weer beter te zijn, wil hij eigenlijk nog wel terug in zijn huidige functie? Of is dat medisch geheim?²

Nauwelijks vervangers
Verder hebben de verschillende partijen die bij ziekteverzuim zijn betrokken ook verschillende belangen. En terugkeer van de zieke werknemer staat daarbij, gek genoeg, niet altijd voorop. ³Als je cynisch wilt zijn kun je zeggen dat de werkgever soms geen belang had bij de terugkeer van de zieke², zegt Soetevent van het ABP. ³Het Vervangingsfonds betaalde wel en de werkgever kreeg voor zijn zieke werknemer een vaak jong en gemotiveerd personeelslid terug. Dat laatste wordt nu alleen moeilijker omdat er nauwelijks vervangers te vinden zijn.²
Ook de arbo-diensten, die zich met de begeleiding van de zieke werknemers moeten bezighouden, hebben er volgens Soetevent geen erg groot belang bij dat de werknemer weer beter wordt. ³Arbo-diensten krijgen honderdvijftig gulden voor iedere keer dat de zieke hun spreekuur bezoekt. In de praktijk zijn die diensten gewoon een soort loket waar de cliënt elke zes weken een kwartiertje langskomt. En dan wordt er niet elke keer heel diep nagedacht over hoe iemand terug kan naar zijn baan.²
De werknemer zelf heeft ook niet altijd zin om weer aan de slag te gaan. Want langdurige ziekte is ­ puur lichamelijke klachten als een hartkwaal en kanker daargelaten ­ nogal eens een uiting van een dieper liggende onvrede met zaken op of rond het werk. ³Je moet dan de zieke werknemer duidelijk maken dat hij zelf er ook belang bij heeft om terug te gaan², zegt Soetevent. ³Omdat hij anders in de wao komt of, als de ziekte geen directe relatie heeft met de werkzaamheden, in de bijstand. Als je die consequenties duidelijk maakt zie je de mensen opeens opveren.²
Soetevent was het afgelopen jaar de zorgcoördinator in een experiment op Rotterdamse basisscholen. Daarbij werden dertig langdurig zieke werknemers geselecteerd bij wie de ziekte niet direct leek te worden veroorzaakt door ernstige medische klachten. ³Er was bijvoorbeeld een mevrouw met lichte reuma. Dat is een reële klacht, maar met een paar lichte aanpassingen kan zo iemand best goed werken. Wat belemmert haar dan? Dus wilde ik voor die aanpassingen in haar werk zorgen zodat zij weer aan de slag zou kunnen. En dan hoor je opeens: Nou, er speelt ook nog wat andersŠ²

Aanpak directeur
Als de zorgbemiddelaar eenmaal de echte reden van het verzuim boven water heeft gekregen, kan er aan een oplossing worden gewerkt. Zoals reïntegratie, bij de oude werkgever of elders. De zorgbemiddelaar kan daarbij ook de werkgever en de arbo-dienst helpen, omdat hij vaak beter de weg weet in het woud van de hulpverlening. Van de dertig mensen die aan het experiment meededen, werden er uiteindelijk vijf arbeidsongeschikt. Tien van hen hervatten gedeeltelijk het werk en vijftien gingen weer fulltime aan de slag, al dan niet bij een andere werkgever en al dan niet in het onderwijs.
Naast zo¹n zorgcoördinator, waar scholen uit het hele land vanaf dit schooljaar een beroep op kunnen doen, zijn er ook regioadviseurs. Op dit moment negen, het worden er achttien. Zij adviseren scholen over het opstellen van verzuim-, arbo- en personeelsbeleid. Ook bezoeken de adviseurs scholen met een hoog ziekteverzuim om te helpen zoeken naar oplossingen. ³Dat zijn nu nog vaak eenmalige gesprekken², zegt John Kempener, coördinator bij het Vervangingsfonds. In dit nieuwe schooljaar zullen de adviseurs zelf de scholen met een hoog ziekteverzuim benaderen om een meer uitgebreide probleemanalyse uit te voeren.
Naar de oorzaak van zo¹n hoog ziekteverzuim hoeft Kempener overigens niet te gissen. ³Op scholen waar het verzuim meerdere jaren hoog is ontbreekt het aan - hoe zeg ik dat voorzichtig - Œeen aanpak van de directeur¹. Hij moet zich bemoeien met de zieke en met de arbo-dienst.² En die directeur moet vroegtijdig de signalen van zijn medewerkers oppakken. ³Want veel mensen die langdurig ziek zijn, blijken al jaren met problemen rond te lopen. Een goede en ervaren directeur pikt die signalen op, gewoon in de praktijk of tijdens functioneringsgesprekken. Hij ziet dan of een van zijn leerkrachten bijvoorbeeld moeite heeft met ouders die steeds meer eisen stellen, of met de omgang met de jeugd.²
Kempener weet dat zo¹n beleid veel eisen stelt aan de schoolhoofden. ³Zij hebben natuurlijk ook veel andere taken en dan sneeuwt dit onder. Maar ziekteverzuim is vaak een vlucht. Het is van groot belang om verzuim vóór te zijn en om, als het dan toch misgaat, snel te werken aan reïntegratie. Want hoe langer verzuim, hoe moeilijker de terugkeer. Het mag eigenlijk niet dat mensen weken thuiszitten zonder dat ze wat horen van de schoolleiding, maar het gebeurt wel.²
Een derde project dat onlangs startte om het ziekteverzuim te beheersen is Poortwachter. Daarbij kunnen scholen die zijn vastgelopen met de reïntegratie van een zieke werknemer samen met de arbo-dienst een gratis gesprek aanvragen bij ABP/Uszo. Als het goed is rolt er uit zo¹n gesprek een advies. Vanaf maart jongstleden tot maart volgend jaar is er ruimte voor vijfduizend van die gesprekken, maar echt storm loopt het nog niet. ³Onbekend maakt onbemind², concludeert Karin Langeree, beleidsmedewerker van de sectorraad onderwijs en wetenschappen van het Landelijk instituut sociale verzekeringen. ³Bovendien is er een spanningsveld tussen de arbo-diensten en Uszo, omdat de arbo-diensten geacht worden zelf de kwaliteit voor de reïntegratie in huis te hebben.²

Erg ingewikkeld
Dat hebben ze misschien ook wel, maar of die arbo-diensten daar optimaal gebruik van maken hangt volgens Langeree voor een groot deel af van het contract dat de scholen met die diensten hebben gesloten. In veel contracten is bijvoorbeeld ­ om kosten te besparen - opgenomen dat de arbo-artsen de werknemers pas zes weken na hun ziekmelding zien. ³Nu heeft minister Hermans wel weer een potje met geld om de arbo-contracten voor de scholen te verbeteren², weet Langeree. ³En voor zo¹n Poortwachtergesprek is ook weer subsidie beschikbaar. Maar het is voor scholen heel erg ingewikkeld.²
Om meer duidelijkheid te scheppen start dit najaar een grootschalige voorlichtingscampagne rond het terugdringen van het ziekteverzuim, waarin de rechten en plichten van de werkgevers, de arbo-dienst en ABP/Uszo aan bod komen. En, niet te vergeten, die van de zieke zelf. ³Want uiteindelijk gaat het om hem of haar², zegt zorgcoördinator Soetevent. ³De zieke werknemer zal de vraag moeten beantwoorden of hij al dan niet terug wil naar zijn werk. En dan kun je als werknemer wel tegenwerpen dat je werkgever dat maar moet oplossen omdat hij het probleem heeft veroorzaakt, maar uiteindelijk gaat het om je eigen geluk.²

Simpele beheersing
De veertien openbare basisscholen in Amsterdam-Noord kampen al jaren met een hoog ziekteverzuim. Een experiment leert dat daar ook met relatief eenvoudige maatregelen iets aan te doen is. Zo roosterde basisschool de Krijtmolen per veertien dagen een vrijdag vrij voor de leerkrachten van groep een tot en met vier. De werknemers nemen op die dag gezamenlijk hun adv op. ³We hebben gevraagd of de leerkrachten daartoe bereid waren, de meesten waren dat², vertelt directeur Nico Ruder. ³Bij eentje kwam het niet goed uit, en daar hebben we begrip voor.²
Zo¹n vrije vrijdag vergt een hele sloot adv-dagen en dat geeft de Krijtmolen ruimte om een extra leerkracht rond te laten lopen. Als een soort vliegende keeper. ³Als er iemand ziek is, dan neemt die leerkracht de klas over. En als er niemand ziek is dan heeft hij andere taken, zoals remedial teaching.²
Door dit systeem hoeven er geen leerlingen meer in andere klassen te worden ondergebracht als hun leraar ziek is. En dat geeft rust in de organisatie. ³Leerkrachten kunnen zich nu eens ziek melden omdat ze weten dat hun klas goed wordt opgevangen. Ze kunnen nu met een gerust hart zeggen: Ik voel me niet goed dus ik blijf thuis. Vroeger kwamen ze toch maar naar school, ook al waren ze ziek. En dat is extra ziekmakend.² Het verzuim op de Krijtmolen is inmiddels onder de twaalf procent gezakt, wat volgens Ruder zeker mede te danken is aan deze maatregel.

In 1999 weer hoger
Het ziekteverzuim onder leraren is vorig jaar opnieuw gestegen. In het basisonderwijs liep het op tot 8,65 procent (7,77 procent in 1998, 6,9 procent in 1997), in het voortgezet onderwijs 7,36 procent (7,02; 6,7), in het speciaal onderwijs 9,43 (8,36; 8,3). Evenals vorig jaar werd de stijging veroorzaakt door een langere duur van het ziekteverzuim. Vorig jaar waren leraren gemiddeld ruim twintig dagen ziek. Het aantal ziekmeldingen nam verder af. Gemiddeld meldden leraren in het basisonderwijs zich 1,04 keer ziek (was 1,08), in het voortgezet onderwijs 1,39 keer (was 1,59), in het speciaal onderwijs 1,28 keer (was 1,32). De conclusie ligt voor de hand dat mensen langer wachten met zich ziek te melden als gevolg van de vervangingsproblemen, maar dat ze daardoor langer weg blijven als het er dan toch van komt. Het onderzoek naar de verzuimcijfers van het bureau Regioplan geeft daarover echter geen uitsluitsel. De komende weken zal minister Hermans een nadere analyse beschikbaar stellen aan de Tweede Kamer.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.