• blad nr 14
  • 26-8-2000
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

Nieuw leiderschap

Het is zomer in Nederland, het zuiden heeft vakantie en het weer is als in de Schotse Hooglanden, nat. Journalistiek valt er weinig te halen, dus komt het onderwijs in het nieuws met ouders die de gang naar de rechter maken om de omvang van de schoolweek in het basisonderwijs af te dwingen. Vier of vijf dagen, dat is de kwestie. Voorstanders van vijf maken zich druk over het concentratievermogen van hun kroost, dat is het hoogst in de ochtenduren. Het onderwijsaanbod in een kortere week proppen veroorzaakt langere schoolmid-dagen, afnemende aandacht en dus minder leren. Een begrijpelijk bezwaar dat schreeuwt om een procedure die herinvoering van lessen op zaterdagmorgen afdwingt. Die zal niet komen, want er zijn ook ouders die per se vier dagen willen. Een wens, ingegeven door praktische motieven. Het lerarentekort zorgt ervoor dat bij ziekte van leerkrachten de kinderen soms na een kwartier weer thuis zijn. In een ander geval worden ze verdeeld over de resterende groepen, waardoor van de beloofde individuele aandacht niks terechtkomt. Dat is toch al lastig, want door datzelfde lerarentekort staat de remedial teacher vaak noodgedwongen voor een klas. Dit soort wantoestanden kan voorkomen worden met een geplande vrije vrijdag die benut wordt voor adv, vergaderingen en bijscholing. Als daarbij de garantie wordt gegeven dat de overige vier dagen de lessen doorgaan, lijkt dit een redelijke noodoplossing. Maar garanties bestaan niet, want als een school getroffen wordt door een paar langdurige ziektegevallen, is het dweilen met de kraan open en wordt het nooit droog.
Het dispuut gaat dan ook nergens over, iedereen heeft gelijk en helaas, het lerarentekort krijgt de rechter ook niet opgelost. Bovendien bestaat een tweewekelijkse vrije vrijdag al een paar jaar in de onderbouw en zo verkeerd is dat niet. Af en toe afstand nemen heeft soms een hoger leerrendement dan doorjakkeren. Over de situatie in de bovenbouw is de wet duidelijk: het mag niet. Het lijkt er dan ook op dat ouders via een publiciteitsstunt hun particulier gelijk juridisch bekrachtigd willen zien. Een vorm van narcisme die past binnen het paarse grand design van de samen-leving. Minder sturing van de centrale overheid geeft de burger ruimte. Een ontwikkeling die door een afstandelijke minister wordt gestimuleerd. Van hem hoeven scholen niet op elkaar te lijken. Ze hebben unieke problemen in unieke omstandigheden. Ouders, directie, bestuurders en lokale overheden overleggen met elkaar en bedenken zelf de best passende oplossingen. De centrale overheid voorkomt excessen door te volstaan met afpalende regelgeving. De onduidelijkheid die hierdoor ontstaat veroorzaakt een gat waar de dwaze ouder vrijmoedig induikt. Een deelnemer aan het inspraakproces die zich gefrustreerd voelt door het besliscultuurtje dat zijn eigen ongeschreven regels kent, rent naar de rechter om daar te koketteren met zijn eigenaardigheden. Gebrekkige benoeming van het algemeen belang maakt ongeremd nastreven van eigen belang legitiem.
Binnen dit kader is de reactie van de staatssecretaris op de vierdaagseschoolweek-act pure winst. Deze keer geen vrijblijvend geleuter over autonomie en zelfregulering. Voor Adelmund duurt een schoolweek gewoon vijf dagen. Ze wil best over argumenten praten, maar die kennen we onderhand wel. Het gaat om de beslissing. Onderwijs is een maatschappelijke opdracht onder politieke verantwoordelijkheid van democratisch gekozen bewindslieden. Adelmund breekt met een traditie door die verantwoordelijkheid te nemen. Hedendaagse bestuurders zullen aanvoeren dat ze hierdoor lijkt op een agent die bonnen voor te hard rijden uitschrijft tijdens een Formule 1-wedstrijd. Dat zal best, maar daar moet ze dan zeker mee doorgaan, want de bolides bevinden zich al lang niet meer op het circuit, maar racen door drukbevolkte straten. Zelfs de minister-president spreekt zich over de schoolweek uit. Misschien kan hij zijn staatssecretaris wat vaker steunen. Er liggen nog genoeg zaken die om een helder optreden vragen. Zo is de tweede fase onwerkbaar door het toenemend aantal leerlingen per leraar, te veel vakken en studiehuisbeloften die wel erg loos zijn door chronisch geldgebrek. Bovendien genieten scholen in het voortgezet onderwijs grote vrijheid in het omrekenen van klokuren naar lessen, zodat cao-afspraken worden ontweken en adv niks voorstelt. Allemaal zaken die centrale correctie behoeven ter bescherming van de leraar. Het nieuwe leiderschap van Kok en Adelmund biedt daar perspectief op en levert een grotere bijdrage aan de bestrijding van het lerarentekort dan ministeriële nota¹s die bol staan van postmoderne heilsboodschappen over mobiliteitsbevordering en zij-instromers.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.