- blad nr 14
- 26-8-2000
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Het regent ontslagbrieven bij schoolbesturen in grote steden
Leraren basisonderwijs zoeken werk dichter bij huis
De grootste zorg van de steden richt zich niet langer alleen op het werven van nieuwe leraren, maar tegelijkertijd op het vasthouden van mensen. Nu er weer banen zijn te vergeven in het hele land, komt er een flinke uittocht uit steden als Rotterdam, Den Haag en Amsterdam op gang.
³Het verloop neemt snel toe², zegt Piet Monster van de stichting Protestants-christelijk basisonderwijs. Monster kan dat simpelweg afmeten aan het aantal ontslag- en aanstellingsbrieven die de deur uitgaan bij het bureau dat 28 scholen onder zijn hoede heeft. ³In heel 1999 waren dat er tweehonderd, nu hebben we al ongeveer 350 akten van benoeming en ontslag verstuurd.²
Volgens Monster weten veel leraren basisonderwijs die in Rotterdam werken maar in de randgemeenten wonen, een baan te bemachtigen in hun eigen woonomgeving. ³We zien ze vertrekken naar Capelle, Barendrecht, Hellevoetsluis. Daar kun je weinig tegen doen. Er is best geld beschikbaar uit de pot voor secundaire arbeidsvoorwaarden om mensen een reiskostenvergoeding te geven, maar dat vindt deze groep helemaal niet interessant. Ze willen dicht bij huis gaan werken.²
Lege vervangingspools
Hetzelfde geluid over een verhevigde Œlerarentrek¹ komt uit de andere grote steden. Zo vertrokken in de Amsterdamse wijk Slotermeer in korte tijd tien leerkrachten bij de zeven openbare scholen, wat volgens het hoofd onderwijs van de deelraad, Jan Kerkhof, onrust in de scholen teweegbrengt.
³Het Haagse openbaar onderwijs dacht op 1 juni alle vacatures vervuld te hebben, maar toen kwam er in de laatste weken voor de vakantie een enorme stroom opzeggingen en konden de scholen weer helemaal opnieuw beginnen², zegt Martin van der Horst van het projectbureau Stedelijke aanpak lerarentekort onderwijs (Salto). ³We zien als Salto nu dat alle schoolbesturen last krijgen van het lerarentekort en wegtrekkende leerkrachten, ook bij het algemeen-bijzon- der onderwijs dat daar voorheen minder last van had. Wij zijn in het verleden heel actief geweest om mensen vanuit het Oosten van het land naar Den Haag te halen. Je ziet nu dat als zij zich gaan settelen, kinderen krijgen en er weer banen in hun eigen regio zijn, ze toch weer teruggaan.²
Keiharde cijfers over het aantal leraren dat de scholen verwachten tekort te komen, zijn er nog niet. In september maken de samenwerkende schoolbesturen in de verschillende steden de balans op, maar voorzichtige schattingen maken duidelijk dat lang niet alle gaten kunnen worden opgevuld. In Rotterdam waren kort voor de zomervakantie nog ongeveer zeventig vacatures. Den Haag denkt in de loop van 2000 nog eens honderd leraren nodig te hebben door het steeds grotere verloop. In beide steden zijn de vervangingspools helemaal leeg. Bovendien vrezen beide steden dat zij na de vakantie nog worden geconfronteerd met leraren die elders een baan hebben gevonden en nog moeten opzeggen. Gezien de korte opzegtermijn - één maand - zouden er dan al snel weer gaten vallen.
In Den Haag liggen daarom plannen klaar om het voor het zittend personeel aantrekkelijk te houden om in de stad te blijven. Een van de voorstellen is een gratificatie voor mensen die al een aantal jaren in dienst zijn. Afhankelijk van het aantal dienstjaren kan dat oplopen van duizend tot drieduizend gulden. Wie in Den Haag komt werken en ten minste vier jaar blijft, kan nog eens rekenen op een bonus van 2000 gulden. Over alle plannen die worden bedacht om het lerarentekort te lijf te gaan, praten de bestuurders in het najaar verder met het ministerie van Onderwijs. Veel hangt af van minister Hermans, omdat de voorstellen flink wat geld kosten.
Oude liefde
Om het lerarentekort in het basisonderwijs aan te pakken hebben alle Amsterdamse schoolbesturen zelf voor een speciaal opleidingstraject gekozen. Vlak voor de zomer kondigde de Initiatiefgroep lerarentekort Amsterdam een plan aan om versneld zij-instromers op te leiden. Zij kunnen alvast als assistent voor de klas gaan staan om ervaring op te doen. Uit de reacties werd duidelijk dat de belangstelling voor het beroep groot is. Voor het leer/werkproject meldden zich 300 mensen, terwijl er maar honderd plaatsen zijn te vergeven. De belangstellenden worden aan een geschiktheidsonderzoek onderworpen voordat ze tot de opleiding worden toegelaten.
De mensen die door de test heen komen, worden in twee jaar opgeleid tot leraar op de hogescholen van Amsterdam en Utrecht. ³Het is een gemotiveerde groep mensen, onderwijs is hun oude liefde², zegt initiatiefnemer Jan Kerkhof. De mensen worden tijdens hun opleiding uitvoerig gecoacht op de scholen waar zij gaan werken.
Ook in Den Haag en Rotterdam liggen plannen klaar om meer zij-instromers aan te trekken. ³Er zijn zat mensen die graag in het onderwijs willen werken², meent Van der Horst van Salto. Hij wijst op het project in Amsterdam en een vergelijkbaar initiatief van de Besturenraad. Maar hij vindt dat er zeer zorgvuldig met deze groep moet worden omgesprongen. ³Als er geen geld is om hun loon door te betalen, geen opleidingsplaats of als iets anders niet deugt, ben je ze kwijt.² Daarom wil hij dat er eerst meer duidelijkheid komt over de financiering van dit soort projecten, voordat mensen blij gemaakt worden met niets.
Hij rekent snel voor wat een zij-instromer ruwweg kost. ³Ongeveer 3000 gulden per persoon voor een assessment om de geschiktheid te bepalen. Opleidingskosten bij de pabo¹s 16.000 gulden per persoon. Twee opleidingsdagen dat de zij-instromers bij hun oude baas of op een school loon moeten krijgen: 32.000 gulden. Kinderopvang voor een deel van die mensen, gemiddeld 2000 gulden. Zo kom je per student op meer dan 50.000 gulden aan kosten voor twee jaar. We moeten deze categorie aanspreken, willen we het lerarentekort oplossen, maar dan moet er wel geld voor op tafel komen om dat ook echt goed te doen.²
Minder aanmeldingen
De belangstelling bij jongeren om in het basisonderwijs te gaan werken is - in tegenstelling tot paniekberichten van deze zomer - niet verminderd. Dat blijkt uit de meest recente tellingen van de Informatie Beheer Groep van 8 augustus. Voor alle pabo-opleidingen daalde het aantal aanmeldingen met drie procent, van 9670 vorig jaar naar 9361 bij de start van dit cursusjaar. Maar ook het totale aantal aanmeldingen voor het hbo en universitair onderwijs verminderde met datzelfde percentage. Het Œmarktaandeel¹ van de pabo¹s is dus gelijk gebleven.
Wel is er een trend waarneembaar dat veel meer mensen voor een deeltijdopleiding kiezen. Het aantal fulltime aanmeldingen nam met ruim 500 af, maar de deeltijdopleidingen groeien met ruim 200.
Dramatisch is echter het verder achteruit kachelen van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs. Het aantal aanmeldingen voor de tweedegraads opleidingen zakte van ongeveer 3450 naar 3150, een daling van maar liefst negen procent.
Vorig jaar stabiliseerde de aanmelding en leek het dieptepunt voor de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs bereikt. Maar uit de nieuwste aanmeldingscijfers van de IBG wordt duidelijk dat het vooralsnog niet gelukt is om meer jongeren te interesseren voor het voortgezet onderwijs.
Zoals gebruikelijk zijn er grote verschillen tussen de vakken. Alleen Engels, geschiedenis en algemene economie groeien een klein beetje. Sterke dalers zijn scheikunde, wiskunde, Duits en bedrijfseconomie. Ook de kunstvakken - handvaardigheid, textiele werkvormen en tekenen - dalen met twintig procent.
1999 2000
pabo volle tijd 8331 7813 6%
pabo deeltijd 1339 1548 +16%
pabo totaal 9670 9361 3%
lerarenopleiding vo 3469 3157 9%
talen 1239 1151 7%
maatschappijvakken 813 832 +2%
exacte vakken 506 416 17%
economische vakken 134 117 12%
technische vakken 431 365 15%
kunstvakken 346 276 20%