- blad nr 6
- 22-3-2014
- auteur L. Douma
- Redactioneel
1 op de 9 kinderen is arm
Met een knorrende maag in de klas
In Nederland groeit één op de negen kinderen in armoede op, zo blijkt uit het Armoedesignalement 2013. Hoe ga je daar op school mee om?
Niet elke dag een warme maaltijd. Geen nieuwe schoenen als de oude knellen. Ongewassen kleren. Afgesloten elektriciteit. Nooit op vakantie. Geen geld voor een verjaardagscadeautje. Niet naar de sportclub. Bang je huis uit te worden gezet.
Kinderen die opgroeien in armoede hebben heel wat te verstouwen, blijkt uit onderzoek van de Kinderombudsman. “Kinderen die geen fatsoenlijk eten krijgen, kunnen een lange schooldag niet aan: hun energiepeil is te laag”, vertelt Ton Claassens, directeur van basisschool ’t Meesterwerk in Schiedam, een van de armste steden van Nederland. Claassens school staat in een wijk met veel werkloosheid en laagopgeleide inwoners. “Als je bij ons op school rondkijkt, ziet het er uit als op elke andere basisschool in Nederland”, vertelt hij. “Armoede is op het eerste gezicht vaak niet zichtbaar. Maar het is wel merkbaar.” En daar moet de school wat mee, vindt Claassens. “Wij hebben op school een ouderkamer waar ouders taal- of opvoedkundige cursussen kunnen volgen. We hebben ook een cursus omgaan met geld en we hebben een milieuambassadeur: hoe je geld kunt besparen op energiegebruik. In die ouderkamer merk je in gesprekken hoe arm sommige mensen zijn. We ontdekten daar dat enkele kinderen warme maaltijden overslaan. En dus zijn wij met de ouderkamer de wijk ingegaan om winkeliers te vragen of zij voedsel dat over de datum is, aan ons willen geven. Maandag en donderdag komen winkeliers nu langs met eten dat arme ouders kunnen ophalen in de ouderkamer.”
Ouders worden ook uitgenodigd om op de school te komen koken. Claassens: “Ouders met weinig geld kunnen vaak de meest fantastische maaltijden maken van weinig. Wij zorgen voor de ingrediënten, zij koken voor zo’n veertien gezinnen en nemen ook een portie voor thuis mee.”
Sociaal isolement ligt op de loer wanneer mensen arm zijn. Vandaar dat ’t Meesterwerk een project ‘gepikt’ heeft van een basisschool in Delft. “Daar hebben ze meester Kees die contacten onderhoudt met ouders en een netwerk om hen heen creëert. Dat doen wij ook. Als wij er door ouderbezoeken achter komen dat gezinnen op kaal beton leven, amper de huur kunnen betalen en grote schulden hebben, gaan we met hen kijken wat ze zelf kunnen doen om hun situatie te verbeteren. Mensen in armoede zitten vaak in een neerwaartse spiraal. Die geloven niet meer in hun eigen kunnen. Wij proberen dat te doorbreken. Want wanneer het beter gaat met een gezin, gaat het beter met het kind, dus op school ook.”
Gêne
Veel gemeenten hebben regelingen waardoor kinderen niet buiten de boot hoeven te vallen. Zo deelt de gemeente Schiedam aan ouders die onder of op bijstandsniveau leven, vouchers uit voor bijvoorbeeld zwemles, sporten en het schoolreisje. Maar lang niet alle arme ouders maken gebruik van dit soort mogelijkheden. Omdat ze de weg naar het juiste loket niet weten te vinden, of omdat ze zich schamen. “Ouders waarvan wij weten dat ze vrijwel niets te besteden hebben, betalen vaak als eerste het schoolgeld. Dat is heel opvallend”, vertelt Maarten Verberne, directeur van basisschool de Triangel in Tilburg.
“Sommige ouders bezuinigen liever nog extra op eten en drinken dan dat zij toegeven dat ze arm zijn”, weet Gaby van den Biggelaar, directeur van Leergeld, een organisatie die zich inzet om arme kinderen te behoeden voor een sociaal isolement. “Veel schoolleiders zeggen dat het bijna niet voorkomt dat ouders te weinig geld hebben om bijvoorbeeld het schoolreisje te betalen. Maar gemiddeld zitten er in elke klas twee à drie leerlingen die thuis weinig geld hebben. De ouders van die kinderen hebben moeite eten op tafel te krijgen, dan kun je je wel voorstellen dat een schoolreisje voor veel gedoe zorgt.” Maak die armoede dus bespreekbaar op school, zodat kinderen uit arme gezinnen ook – kosteloos - mee kunnen op schoolreisje.
Op ’t Meesterwerk in Schiedam is armoede bespreekbaar. “Sinds wij er op school zo actief mee bezig zijn, merk je dat er in de school een heel veilige sfeer heerst. Kinderen gaan zonder gêne met hun ouders mee naar de ouderkamer om voedselpakketten op te halen.”
Die situatie is uitzonderlijk. Op de Triangel in Tilburg – een school in een zogenoemde impulswijk waar armoede veel voorkomt – ligt het onderwerp al iets gevoeliger. “Beeldvorming is hier in de wijk heel belangrijk”, vertelt directeur Verberne. “Er zijn mensen die amper geld hebben, maar uiterlijk vertoon, zoals het bezit van een auto, wel belangrijk vinden. Mensen gaan ook liever niet naar de voedselbank. Wij hebben in Tilburg Pater Poels, de broodpater die op zijn fiets ’s nachts brood rondbrengt. Daar maken mensen liever gebruik van dan van de voedselbank.” Dat maakt het gesprek aangaan op school lastiger. “Wij geven de folder van Leergeld aan het begin van het jaar aan alle kinderen mee. Ook bieden we gratis naschoolse activiteiten aan, we zien dat arme kinderen daar vaker op af komen. We hebben tegenwoordig een continurooster, daardoor hebben we beter zicht op wat kinderen eten. We hebben ook schoolfruit gehad. Dan schrik je als je merkt dat er kinderen zijn die nog nooit een perzik hebben gegeten. Als er kinderen zijn die geen traktatie hebben voor hun verjaardag, dan zorgen wij dat dit creatief wordt opgelost. En als de problemen nog groter zijn, verwijzen we door naar buurtmaatschappelijk werk dat ook binnen ons gebouw aanwezig is.”
Vanzelfsprekend
Meer kun je eigenlijk niet doen, als school. Ja, een aantal jaren geleden was er een school in Dordrecht die de kleren van leerlingen waste. Ook zijn er scholen waar kinderen ‘s ochtends eerst een ontbijtje krijgen. Maar: “Leerkrachten zijn geen maatschappelijk werkers”, vindt de Schiedamse schoolleider Claassens. “Als leraar krijg je regelmatig nare verhalen te horen. Maar je kunt niet zoveel. Je kunt je medelijden uitspreken of doorverwijzen naar schoolmaatschappelijk werk, dan houdt het wel op. Daarom is het voor ons ook zo fijn dat wij de problemen die wij tegenkomen kunnen doorzetten naar de ouderkamer. Daar zijn mensen aanwezig die een welzijnsachtergrond hebben. Leerkrachten zijn wel de schakel die ouders kunnen doorverwijzen naar de ouderkamer.”
“Je kunt niet alles op het bordje van de school leggen”, zegt ook Van den Biggelaar van Leergeld. “Maar als een kind arm is, zit het vaak ook niet goed in zijn vel. Een gesprek aangaan met een kind dat zich niet lekker voelt, lijkt me een normale taak van een leraar.”
Wel vindt Van den Biggelaar dat scholen vaker stil mogen staan bij armoede. “Waarom bijvoorbeeld is een schoolreisje vanzelfsprekend? Er zijn scholen die dat hebben afgeschaft omdat je ook op school leuke dingen kunt doen. Daar is wat voor te zeggen. Veel leerkrachten van nu zijn opgegroeid in een tijd waarin alles kon, er was constante groei. De tijden zijn veranderd, dat moeten leraren zich ook realiseren.”
Verberne van de Triangel realiseert zich dat terdege. “Ik heb niet eerder in een impulswijk gewerkt en woon zelf ergens anders. En ik moet je eerlijk zeggen: ik ben geschrokken van de armoede hier. Ik dacht altijd dat armoede niet echt bestond in Nederland. Veel Nederlandse kinderen zijn pas blij met een iPad. Hier zijn kinderen blij met een pen. Dat is schrijnend.”
{noot}
Armoedesignalement 2013 van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal en Cultureel Planbureau, is gratis te downloaden vanaf www.scp.nl
{kadertje 1}
Schoolgeld
Een gemiddelde basisschool vraagt van ouders ongeveer dertig euro aan schoolgeld. Dat geld is niet bestemd voor onderwijs, maar voor activiteiten als het sinterklaasfeest, excursies of de kerstviering. Maar schoolzwemmen, overblijf en schoolreisje zijn niet bij het schoolgeld inbegrepen.
De ouderbijdrage is niet verplicht. Toch ‘vergeet’ zo’n 15 procent van de scholen te vermelden dat de ouderbijdrage niet betaald hoeft te worden, blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie. Het hoogste bedrag aan schoolgeld dat door de inspectie in een steekproef werd aangetroffen was 330 euro.
{kadertje 2}
Stichting Leergeld
De Stichting Leergeld geeft financiële ondersteuning aan ouders die op bijstandsniveau leven, zodat hun kinderen niet in een sociaal isolement terechtkomen. Leergeld betaalt – als dat nodig is – het schoolreisje of het lidmaatschap van een sportvereniging. Ook werkt de stichting nauw samen met scholen. Directeur Gaby van den Biggelaar: “Sommige scholen maken een afspraak om ons te laten inschatten of mensen in aanmerking zouden moeten komen voor regelingen. Wij komen namelijk bij de mensen thuis en zien echt wel wat armoede is.” Ouders melden zich ook zelf bij Leergeld. “De drempel om bij ons aan te kloppen is toch lager. Kinderen willen vaak niet dat de school weet dat hun ouders arm zijn.”
Meer informatie? www.leergeld.nl
{kadertje 3}
Onderwijs is de redding
Schoenmaker, blijf bij je leest, is het advies van armoede-expert Cok Vrooman van het Sociaal en Cultureel Planbureau. “Uit het onderzoek Voorbestemd tot achterstand blijkt dat arme kinderen door een goede opleiding de beste kans hebben zelf later niet in armoede te leven. Veel projecten voor arme kinderen richten zich nu op sport en cultuur, dat zou kinderen betere kansen geven. Daar is geen wetenschappelijke basis voor. Rekenen en taal, daar hebben kinderen echt wat aan.”
Maar een rammelende maag helpt niet als je sommen maakt, erkent Vrooman. “De school is geen voedselbank. Maar als het kinderen ontbreekt aan de meest basale levensbehoeften, zoals eten, moet de school daar inderdaad wel wat mee. Zonder eten kan een kind zich niet concentreren.” Hoewel kinderen die nu arm zijn twee keer zoveel kans hebben dat als volwassene ook te zijn, is Vrooman niet pessimistisch over de kansen van arme kinderen. “Wij hebben onderzoek gedaan onder mensen die in 1985, als kind, arm waren. We hebben uitgezocht waar zij zijn terechtgekomen. Het bleek dat 93 procent nu niet arm is.” Onderwijs was hun redding.