- blad nr 6
- 22-3-2014
- auteur D. van 't Erve
- Redactioneel
Online leren rukt op
‘Overdragen van kennis wordt totaal anders’
Blended learning is een containerbegrip, waaraan elke school zo haar eigen invulling blijkt te geven. Maar het is in elk geval meer dan alleen het toevoegen van een snufje online leren aan klassikaal onderwijs. Er is een digitale leeromgeving voor nodig die een combinatie van online leren en contactonderwijs mogelijk maakt. Voor het vinden van de juiste mix (‘blend’) bestaat geen standaardrecept: voor elk onderdeel moeten docenten zelf de beste aanpak bepalen. Een voorbeeld van blended learning is Flipping the Classroom, een onderwijsvorm ontwikkeld in Amerika waarbij leerlingen de klassikale uitleg thuis via internet bekijken en het huiswerk op school maken. “Blended learning is geen doel op zich”, benadrukt Pieter Cornelissen, programmadirecteur onderwijsinnovatie bij Hogeschool Utrecht. “Het is een strategie om kwalitatief goed en aantrekkelijk onderwijs te bieden.”
Afstand
Dit schooljaar zijn bij Hogeschool Utrecht drie ‘blended’ onderwijsmasters van start gegaan: de opleiding tot eerstegraadsleraar wiskunde, Nederlands en Engels. Het blended programma heeft dezelfde inhoud als het reguliere, maar wordt ondersteund door een digitale leeromgeving en groepsbijeenkomsten. Aanleiding vormde de vraag van Limburgse besturen voor voortgezet onderwijs naar professionalisering van hun docenten. “De afstand is te groot om wekelijks in Utrecht college te volgen”, vertelt Cornelissen. “Een goede combinatie van online leren en contactonderwijs lag voor de hand. Ze komen nu een keer per maand naar Utrecht.”
Volgens hem sluit blended learning goed aan bij de moderne samenleving waarin een student zonder smartphone een uitzondering is. Vooral voor deeltijd- en masterstudenten vraagt de combinatie van werk, gezin en studie om effectiever onderwijs, waarbij ze grotendeels zelf kunnen bepalen waar en wanneer ze opdrachten uitvoeren. Face-to-face contact, zoals Cornelissen het noemt, blijft essentieel, net als het aanbieden van structuur en leren op de werkplek. “Een student volledig vrij laten, werkt niet. Uit onderzoek blijkt dat slechts 5 tot 10 procent van de studenten de MOOC’s afrondt. Dat zijn de online cursussen die universiteiten tegenwoordig gratis aanbieden. Zonder structuur vertonen studenten uitstelgedrag en lopen ze vast.”
Tekentafel
Niet alle docenten staan meteen te juichen om blended learning toe te gaan passen. Het kost namelijk veel tijd om het onderwijs blended te maken: van het uitdenken van wat online kan of wat juist niet tot het maken van video’s en ontwikkelen van opdrachten. “Dat kun je aan de tekentafel niet allemaal bedenken, dat moet zich vooral uitwijzen in de praktijk”, vertelt Cornelissen. “Docenten hoeven ook niet van de ene op de andere dag hun onderwijs anders in te richten. Het is een geleidelijk proces, waarbij ze de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Ongeveer 15 procent van de lerarenopleiding bieden we nu ‘blended’ aan, dat breiden we steeds verder uit.”
“Zodra docenten hiermee aan de slag gaan, zie je die eerste aarzeling omslaan in enthousiasme”, merkt hij. “Blended learning biedt je zoveel meer mogelijkheden om goed onderwijs te geven dat aansluit bij je doelgroep.”
De grootste winst is volgens hem dat het onderwijs zich verdiept. Studenten kijken bijvoorbeeld thuis een introductiefilmpje, maken een opdracht, discussiëren erover op het forum en bespreken de uitkomsten tijdens de groepsbijeenkomsten. Cornelissen: “De docent is geen tijd kwijt aan het geven van college, maar kan meteen de diepte in, zowel online als in de klas. De kwaliteit en de intensiteit van de contacturen gaan dus omhoog.”
Alleskunner
Blended learning biedt docenten op termijn ook andere voordelen, verwacht Cornelissen. “De docent van nu is een alleskunner. Blended learning maakt het mogelijk dat we het beroep anders gaan inrichten en dat docenten gaan doen wat ze het liefst willen en waar ze het beste in zijn. De een vindt het fantastisch om studenten te begeleiden en te inspireren, de ander houdt zich liever bezig met het maken van toetsen of het ontwikkelen van onderwijsmateriaal. Die rollen zouden we meer kunnen gaan onderscheiden als we blended learning meer gaan toepassen.”
En dat gebeurt al volop. Binnenkort gaan de masteropleidingen tot leraar natuurkunde en Duits en de deeltijdopleiding tot leraar techniek blended. En al eerder startte de hogeschool bachelor-lerarenopleidingen op Bonaire. “De docent gaat een keer in de zes weken voor een paar dagen naar het eiland en de rest van de begeleiding vindt online plaats, via Skype, e-mail of via de digitale leeromgeving. Dat werkt fantastisch.” Niet alles van een opleiding kan op dit moment blended worden aangeboden, zoals een stage of een afstudeerfase. Cornelissen sluit echter op voorhand niets uit. “We staan nog maar aan het begin. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en de mogelijkheden zijn legio. Wie weet kan een docent straks wel met een student via GoogleGlass live meekijken en aanwijzingen geven tijdens zijn stage.”
{Kaders + foto’s}
‘De rollen zijn omgedraaid’
Nanda van der Stap (48), docent lerarenopleiding Engels, Hogeschool Utrecht
“Ik was meteen enthousiast toen ze met het voorstel kwamen om een blended variant aan te bieden. Leerlingen groeien op in een digitale wereld en docenten krijgen door blended learning extra bagage om beter bij die belevingswereld te kunnen aansluiten. Het overdragen van kennis wordt totaal anders. Er zijn zoveel tools om je onderwijs op een aantrekkelijke manier te presenteren, zoals videoscribe, blendspace, prezi of voicethread. Door de combinatie met face-to-face contact en samenwerken in leerteams is het een krachtiger manier van leren. En dat doet veel meer recht aan verschillen in leervoorkeuren, waardoor studenten veel gemotiveerder en actiever betrokken worden. Zij krijgen binnen de leerteams de verantwoordelijkheid voor hun eigen leren. Studenten zijn beter voorbereid omdat ze eerst online de kennis verwerven en in leerteams verder verwerken. De tijd die je anders besteedt aan het uitleggen van de stof, kun je nu dus voor verdieping gebruiken. Er wordt veel meer een beroep gedaan op de expertise van de docent. De rollen zijn omgedraaid: voorheen motiveerde ik studenten met mijn enthousiasme, nu komen ze al gemotiveerd de les in.
Met twee collega’s heb ik een module gemaakt waarin docenten stap voor stap zelf blended learning leren toepassen. De grootste misvatting is dat je een bestaand lesonderdeel eenvoudig kunt omzetten naar de online omgeving. Blended learning omvat zoveel meer. Wat een nadeel is? Geen idee. Met deze mix van online en face-to-face onderwijs bied je studenten het beste van beide werelden.”
‘Veel meer wisselwerking in de klas’
Tim Visscher (19), derdejaars lerarenopleiding Engels, Hogeschool Utrecht
“Op de middelbare school was het al heel wat dat we ons huiswerk digitaal mochten inleveren, nu is er al blended learning. Ik vind het heel tof dat de opleiding met de tijd meegaat. De afgelopen periode heb ik er kennis mee gemaakt tijdens het leren ontwikkelen van een curriculum Engels. Je kijkt thuis het instructiefilmpje en maakt een opdracht en op school werk je met je groepje de opdracht verder uit. Groot voordeel is dat de docent zo veel dieper op de stof kan ingaan. Er is veel meer wisselwerking omdat studenten thuis de inhoud al hebben voorbereid en direct vragen kunnen stellen. Verder is het heerlijk dat je als student veel meer vrijheid hebt om een eigen invulling aan de lessen te geven. Je verdeelt de taken en maakt zelf een planning. In de digitale leeromgeving kun je je werk uploaden en zien wat je groepsleden hebben gedaan. Ook de docent kan hier online feedback geven. Een nadeel is dat je resultaat afhankelijk is van de inzet van andere groepsleden. Maar dat geldt natuurlijk voor alle lesvormen waarin samengewerkt moet worden.
Ik loop stage op het Griftlandcollege in Soest, de school waar ik drie jaar geleden zelf mijn diploma haalde. Ik zou het heel leuk vinden om blended learning toe te passen en zie ook zeker mogelijkheden voor de bovenbouw. Voor brugklassers zal het beroep op de eigen verantwoordelijkheid nog te veel gevraagd zijn. Bovendien vind ik het ook veel te leuk om ze zelf les te geven.”