• blad nr 6
  • 22-3-2014
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

Gratis geld sloopt leraren

Ik was een weekje naar Duitsland. Met leerlingen. Goed was dat. Ik vertel je er nog wel eens over. Maar nu even niet. Want een paar uur na thuiskomst schoof ik achter mijn computer. Om de krantenachterstand in te halen. Ik begon met Bas Heijne in NRC Handelsblad. In zijn column een sneer richting oppositiepartij D66. Die mag veertig miljoen euro in het onderwijs investeren. Drie miljoen daarvan gaat naar de Leidse instrumentmakers School. Hè!? Ik zoek verder. En ja, het klopt. Iets met toeslag kleine scholen. Daardoor kan D66 in 2015 en 2016 twintig miljoen euro besteden. Waaronder drie miljoen voor de instrumentenmakers. En ik denk: ben ik nou gek? Die instrumentenmakers doen vast leuke dingen. Maar dat geldt ook voor mijn school. En voor de financiering moeten wij in Brabant dus niet de landelijke regelgeving volgen, maar een Kamerlid van de oppositie bellen. Apart.
Een paar dagen later blijkt D66 slechts de hulpsinterklaas te zijn. Minister Bussemaker maakt 600 miljoen euro vrij. Voor conciërges, klassenassistenten, computervaardigheden en begeleiding van jonge docenten. En weer schiet door mijn hoofd: wat is dit? We weten: niet de organisatie, niet de pedagogisch-didactische aanpak, maar de leraar bepaalt wat kinderen leren op school. En de beroepsgroep maakt zich zorgen. Existentiële zorgen. Langdurige bevriezing van de lonen, verhoging van de lasten en waardedaling van de eigen woning resulteren in een benauwend gevoel van welvaartsverlies. Maandelijks dieprood eindigen, na de storting van het salaris net boven water komen, om een paar dagen later weer kopje-onder te gaan, het lijkt uitzichtloos. Vooral omdat tegelijkertijd de werkdruk stijgt. Door de crisis krimpen de schoolbudgetten, bestuurders weigeren reserves aan te spreken en dus werken leraren meer. De lokalen lopen vol. Het aantal lesuren stijgt. En zolang er geen geld is, vooruit. In het bedrijfsleven verlies je in tijden van crisis je baan. In het onderwijs doe je meer voor minder. Het kan even niet anders. Maar nu, 640 miljoen euro, voor instrumentenmakers en computervaardigheden. Kom op, doe normaal. Bied perspectief. Verhoog de lonen. Begrens de werkdruk.
Waarom dit niet gebeurt? Omdat de geldstroom hondsdol is. Econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman legde dit mechanisme dertig jaar geleden uit. Een aflevering uit zijn televisieserie Free to choose opent met een camerashot van een prachtige zaal met daarin mannen in pakken, vrouwen in mantelpakken, glazen whisky, witte wijn, glimlachen, handen schudden. Friedman stelt: Daar staan keurige mensen, zij maken plannen, voor uw bestwil, met uw belastinggeld, hun gratis geld en there ain’t no such thing as a free lunch.
Vraag daarom uw geld terug, maak zelf plannen, u weet wat goed voor u is. Friedman was van de eigen verantwoordelijkheid. Op het asociale af. Ik vond zijn stelling indertijd abject, geloofde in met gezond verstand het goede doen. Maar die 640 miljoen verspild belastinggeld maakt het gelijk van Friedman pijnlijk tastbaar. De keurige mensen zijn het al aan het verdelen. Jij en ik werken ondertussen hard voor weinig. Gratis geld sloopt leraren.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.