- blad nr 5
- 8-3-2014
- auteur L. Verheggen
- Kleine column
Ongevraagd advies
Natuurlijk lopen er op veel scholen goed geïnformeerde collega’s rond, die zich een slag in de rondte werken om dingen via overleg met bestuurders zo goed mogelijk te regelen, maar ik merk vaak nog onwennigheid op als dit onderwerp ter sprake komt. Bestuurders voelen zich op hun vingers gekeken en er zijn nog erg veel collega’s die denken dat ze over bepaalde processen niets te zeggen hebben, tenzij er nadrukkelijk om wordt gevraagd.
Toch is het ongevraagde advies een essentieel onderdeel van medezeggenschap: op het moment dat een leraar of ondersteuner iets in de school mist, kampt met chaotische roosters, of een leslokaal waar het naar rot hout ruikt, dan moet hij dat via de medezeggenschap kunnen aankaarten. Ook als het niet door het bestuur is geagendeerd.
Een bestuur moet er vervolgens op reageren. En ook daar wringt de schoen. Onlangs zei een adviseur van de Besturenraad op een conferentie met meer dan 150 voorzitters van medezeggenschapsorganen dat een ongevraagd advies van de medezeggenschapsraad zoiets is als een ongevraagd advies van je schoonmoeder over de opvoeding van je kinderen: je hoort het beleefd aan om het verder te negeren.
Los van de oubollige beeldspraak, zo’n houding is natuurlijk belachelijk. Prima dat je als bestuurder denkt dat je alles weet, maar wie op zo’n manier zijn functie bekleedt, verstaat zijn vak niet. En helaas zien we het vaker, zo zijn veel van de voorbereidingen op de invoering van passend onderwijs bedacht door en voor managers. De mensen die dagelijks werken met kinderen, ervaring hebben met de do’s and don’ts en straks veel vaker dan nu scholieren met een extra zorgvraag in hun klas krijgen, worden gereduceerd tot uitvoerders.
Deze schoonmoeder weet één ding zeker: scholen die bij de totstandkoming van de plannen rond passend onderwijs de moeite hebben genomen om te luisteren naar het gevraagde of ongevraagde advies van hun personeel, leveren straks betere prestaties voor de kinderen aan wie ze onderwijs verzorgen.
Om die reden roep ik iedereen die in het onderwijs werkt ook op om zich van zijn proactieve kant te laten zien bij medezeggenschap. Alleen als we met elkaar laten zien dat de verantwoordelijkheid voor een goed functionerende school bij bestuur èn personeel ligt, leren we navelstarende bestuurders dat medezeggenschap geen blok aan het been is, maar een manier om het onderwijs beter te maken. En dan heb ik het nog niet eens over de betere werksfeer die ontstaat als we elkaar gewoon serieus nemen.
Liesbeth Verheggen, bestuurder AOb