- blad nr 5
- 8-3-2014
- auteur L. Douma
- De Kwestie
De kwestie
Ben de Kok, leerkracht op een basisschool in de Haagse Schilderswijk:
“In de veertig jaar dat ik voor de klas heb gestaan, meldde zich nooit een leerling ziek voor een toets. Wel heb ik soms leerlingen die meer gespannen zijn dan nodig is. Ik zorg er altijd voor dat ik niet overdrijf. Maak een toets nooit te belangrijk. Dat advies geef ik ook aan ouders: Ga niet ineens als een gek zitten oefenen met je kind, of stuur het niet extra vroeg naar bed. Doe maar gewoon. Maar ik heb ook nooit gedaan alsof een toets er niet toe doet. Toetsen doen er wel toe, en een beetje spanning kan geen kwaad. Wat ook helpt, is je leerlingen gewoon heel simpel uitleggen wat hun te wachten staat: waar gaan ze zitten, hoe ziet hun blaadje eruit, hoe lang duurt het.”
Trudy Coenen, vmbo-docent en oud-Leraar van het Jaar:
“Ik heb een groep die niet uitblinkt in zelfvertrouwen. Ik ga met mijn leerlingen in gesprek over hun zenuwen, maar kom niet veel verder dan het advies: Blijf rustig. Op een witte school in Blaricum worden meteen allemaal therapeuten geregeld voor de examenstress. Die luxe hebben wij niet. Natuurlijk hebben we op school voor de echt extreme gevallen een faalangsttraining, maar veel andere leerlingen hebben ook last van hun zenuwen. Vandaar dat er in mijn groep een vriendin, Yvon Veerman, langskomt die net gediplomeerd is als trainer mindfulness van twaalf- tot negentienjarigen. Zij biedt gratis - omdat ze net begint - een tienweekse cursus ‘Aandacht werkt’ aan. Bedoeling is mijn leerlingen te ontstressen en hen te leren zich te concentreren.”
Steven Pont, ontwikkelingspsycholoog en oud-leraar:
“Als leerlingen in een spannende situatie terechtkomen, zijn ze ingesteld op vechten of vluchten. Die impuls kan zich omzetten in negatieve en positieve faalangst. Reken maar dat Sven Kramer faalangst heeft. Dat zet hem aan tot grootse prestaties. Maar als de spanning te groot wordt, kan er negatieve faalangst optreden waardoor mensen verkrampen. Maak spanning dus beheersbaar. Leerlingen moeten daarvoor allereerst hun lichaam onder controle krijgen. Zeg hun dat ze niet de tennisles overslaan om te gaan leren; ze moeten spanning kwijtraken op de tennisbaan of via ontspanningsoefeningen. En ga met je leerling in gesprek over zijn angsten. Wat kan er nou gebeuren als hij een toets niet goed maakt? Gaat hij dan dood? Houden zijn ouders minder van hem? Krijgt hij later nooit een goede baan? Want dat is faalangst: buitenproportionele fantasieën over wat er mis kan gaan. Voor matig faalangstige kinderen is een goed gesprek met de leraar over angst afdoende. Wanneer faalangst in elke plooi van een kind zit, kan de leraar hem beter doorverwijzen naar een psycholoog.”
----------------------------------------------------------
In de rubriek de Kwestie leggen we maandelijks een vraag voor aan een vast panel van negen deskundigen. Drie ervan reageren.
Jij kunt mee discussiëren over deze kwestie, ga naar
www.aob.nl/forum
De vorige kwestie was:
Steeds meer kinderen volgen een Cito-training. Wat vind je van deze ontwikkeling?
Een aantal reacties van lezers:
‘Trainen voor de Cito? Onderzoek (R. Marzano) wijst uit: zet in op leerkrachtkwaliteiten en de leerlingresultaten zullen vanzelf verbeteren. Dàt verdient aandacht.’
Quirine Wubben
‘Zolang de Cito gehandhaafd blijft, zeg ik: trainen!
Ben je goed in rekenen, dan is de kans groot dat de Cito dat niet laat zien. Alles is zo verschrikkelijk talig, dat je als beelddenker geen kansen krijgt. We hebben een tekort aan goede bèta’s, maar geven deze leerlingen absoluut geen kans.’
M vd V