- blad nr 5
- 8-3-2014
- auteur T. van Haperen
- Column
Feiten en waarheid
In De Telegraaf legt VO-raad voorzitter Rosenmöller zijn standpunt uit. Letterlijk: ‘Er dreigt een afrekencultuur te ontstaan rond de rekentoets. Het is goed om het rekenniveau van leerlingen te bepalen en daar het onderwijs op af te stemmen, maar deze toets mag geen voorwaarde vormen voor hun diploma.’ Volgens niet met naam genoemde deskundigen is de toets ook niet bedoeld als afrekenmiddel, maar als instrument om de voortgang van leerlingen te monitoren.
Inderdaad, raar verhaal. Elke test die deel uitmaakt van het examen is een afrekening. Eén rekentoets, afgenomen in de voorexamenklas monitort ook geen vooruitgang. En na de meting het onderwijs afstemmen op achterstanden in basisschoolkennis, terwijl het eindexamen in zicht is, gekker moet het niet worden. En dat wordt het wel. Want dit is geen incident, maar een patroon, een patroon dat neigt naar onbehoorlijk bestuur; eerst de denkfout van politici, dan de sloop door toetsconstructeurs, afgemaakt met gesjoemel met resultaten.
Want ja, het is waar, pubers leren in de loop van hun schoolcarrière te weinig. En dat is niet goed. Maar dat geldt eveneens voor de beleidsreflex. Niveaudaling betekent altijd meer toetsen tegen een strengere norm. Deze robuuste aanpak op afstand moet aanzetten tot harder werken op school. En dan komen de toetsenmakers. Hun uitgangspunt luidt: een testvraag discrimineert. Dus algoritmen en feiten, vraag er niet naar, want leerlingen geven allemaal het goede antwoord. Vanwege die discriminatievoorwaarde worden de afrekenelementen verstopt in verhaaltjes. Examenopgaven bevatten in elk vak veel tekst en bronnen. Waarna de toets vooral een moeilijk te duiden vaardigheid meet, misschien wel intelligentie. Bij die eenmalige rekentoets werkt dat net wat radicaler. Want daar zit die 4-havo leerling. Na jarenlang getallen uit een machine rammen, moet hij nu ineens vanuit verhaaltjes rekenhandelingen verrichten. Dat gaat niet goed. De reactie van het bestuurlijk onderwijskundig complex op dergelijk falen is altijd eender. Als een stoere examennorm meer gezakten oplevert, werkt het College voor Examens die met een flexibele eindnorm weg. En de rekentoets, ach, die tellen we gewoon niet mee.
Zijn politici en bestuurders nu dom? Natuurlijk niet. Hun besluiten zijn gevoed met onderzoeksfeiten. Maar schrijver en Nobelprijswinnaar William Faulkner zei het al: ‘Facts and truth really don’t have to do much with each other.’ Leraren weten dat aanscherpen van eindexameneisen niet aanzet tot harder werken. Leren doe je tijdens de rit, niet aan de meet. En inzicht, discriminerende examenvragen, contexten, allemaal prachtig, maar kinderen moeten ook een aantal zaken gewoon weten. Daarom, discrimineer minder en oordeel daarna keihard. Op wat in de klas geleerd is.