• blad nr 2
  • 25-1-2014
  • auteur . Overige 
  • Juridische rubriek

 

De balpen

Een balpen naar de bestuursvoorzitter gooien is niet goed voor de onderlinge verhoudingen. De juridische dienst wist te voorkomen dat een beleidsmedewerker werd ontslagen.

Tekst Joost Aarts, juridische dienst

Martin werkte als beleidsmedewerker op het bureau van een schoolbestuur en had het daar goed naar zijn zin. Er was één probleem: met bestuursvoorzitter Van Galen kon Martin het niet zo goed vinden. Het leek er bijna op dat alle goede ideeën die bij de beste man op het bureau belandden sneuvelden.
Die ochtend werkte Martin aan een begroting voor de verbouwing van een school. Hij had gezien dat er mooie energiesubsidies binnen te halen waren en dat de begroting door deze onverwachte meevaller meer dan toereikend zou zijn. Wel zouden er voor een deel andere materialen gebruikt worden, maar dat zou noch bouwkundig noch architectonisch op problemen stuiten. En dat zou hij nu eens allemaal haarfijn aan Van Galen gaan uitleggen.
Maar Martin had het vandaag niet getroffen: Van Galen begreep niet wat Martin had bezield om voor andere materialen te kiezen. Hij had ze immers zelf uitgezocht en de kleurstelling was een heel stuk beter dan waar Martin nu mee kwam. Er ontstond een woordenwisseling en Van Galen vertrok met achterlating van een nieuwe boodschappenlijst voor Martin.
Martin was het zat en gooide een balpen achter de vertrekkende Van Galen aan. De bestuursvoorzitter werd alleen niet getroffen werd omdat hij net de deur achter zich dichttrok. “U gooide daar toch niets achter mij aan”, vroeg hij. Martin ontkende: “Nee, de balpen schoot zomaar uit mijn hand.”
Die verklaring vond de bestuursvoorzitter duidelijk niet voldoende. Dezelfde middag kreeg Martin een briefje waarin Van Galen hem per direct schorste om een onderzoek in te kunnen stellen, en waarin hij ook schreef dat hij voornemens was Martin te ontslaan. Op dat voornemen mocht Martin mondeling of per brief een reactie geven. Hoog tijd voor hem om zich tot de AOb te wenden.
In een geval als dit zal de juridische dienst vaak een zienswijze aan een werkgever kenbaar maken, zodat deze weet hoe de AOb de zaak beoordeelt. Het oordeel van de juridische dienst was in dit geval: het is op zijn minst niet erg netjes boos te worden en dingen achter je werkgever aan te gooien, maar om daar ontslag voor te verlenen gaat wel erg ver. Een balpen zal niet snel tot letsel leiden. Een minder vergaande straf zou eerder in de rede hebben gelegen. Nu dreigde Martin niet alleen zijn salaris, maar ook zijn recht op een werkloosheidsuitkering te verliezen.
Voor Martin liep de zaak nog betrekkelijk goed af. Van Galen realiseerde zich door de inzet van de juridische dienst van de AOb dat Martin geen andere keuze zou hebben dan een procedure te starten tegen het ontslag. Het zou beter zijn om te kijken of beide partijen de kwestie nog zouden kunnen regelen. En die regeling kwam er.
Martin was het met zijn werkgever eens dat het na deze ruzie niet verstandig zou zijn nog bij hem te blijven werken. Beide partijen kwamen overeen dat Martin zou worden ontslagen. Niet omdat hem een verwijt trof, maar omdat de verhoudingen niet goed meer waren. Martin behield daardoor het recht op een werkloosheidsuitkering die hem in staat stelde binnen enkele maanden een nieuwe werkgever te vinden.

Voor juridisch advies kunt u contact opnemen met het Informatie en Advies Centrum van de AOb: 0900 4636262 (5 cent per minuut), info@aob.nl

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.