- blad nr 1
- 11-1-2014
- auteur M. van Nieuwstadt
- Redactioneel
Het entreprenasium voor ondernemende leerlingen
Eigen baas op school
Brugklasser Jochem (12) houdt van T-shirts met doodskoppen, maar dit keer is hij van plan een stropdas te dragen. Zo’n ding strikken lukt niet, daarom heeft zijn moeder een ‘uitschuifbare’ das gekocht. Jochem gaat met vier klasgenoten uit havo 1B van het Veenlanden College in Mijdrecht zijn bedrijfsplan presenteren aan ondernemers. Meteen daarna zal hij zijn bedrijfje Maak en Haak inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Vandaar de stropdas: “Anders denken die mensen: Oh die kleden zich niet speciaal om”, zegt Jochem. “Dan nemen ze ons niet serieus.”
Met alle andere brugklassers van het Veenlanden College volgt Jochem het eerste jaar van het entreprenasium, een schoolprogramma dat kinderen helpt bij het ondernemen en zelf inrichten van hun lessen. Acht middelbare scholen in Nederland hebben het programma ingevoerd en ook op basisscholen rondom Apeldoorn, wordt er vanaf volgend jaar mee geëxperimenteerd.
Ondernemer Rob Slagter bedacht het entreprenasium in 2007, tijdens een lange wandeling met zijn partner. “Onze oudste dochter was negen”, zegt Slagter. “We dachten: als je ondernemend bent, krijg je op geen enkele middelbare school de ruimte die je nodig hebt.” Slagter had zijn plannen voor het ministerie al klaar toen hij directeur Kees Versteeg van het Hondsrug College in Emmen ontmoette. “Versteeg overtuigde ons dat een eigen school opzetten niet meevalt”, zegt Slagter. “‘Dit moet je op mijn school uitvoeren’, zei hij. ‘Vertel maar wat de cultuur moet zijn, dan zet ik mijn school voor jullie open.’”
Zo gebeurde het. Slagter verhuisde met zijn gezin naar Emmen, waar in 2009 het eerste entreprenasium begon. Zes jaar later staat zijn dochter (16) op het punt om daar versneld af te studeren, omdat ze niet langer wil wachten met haar eigen bedrijf. “Zonder het entreprenasium was ze op school afgehaakt en als drop-out geëindigd”, zegt Slagter. “Dat geldt voor meer kinderen op het entreprenasium. Nu zegt mijn dochter zelf dat ze bij het opzetten van haar eigen trainingsstal voor paarden voordeel zal hebben van haar schoolkennis.”
Geheimzinnig
In een ruim lokaal van het Veenlanden College liggen laptopjes en bedrijfsplannen op tafel. Aan de muur zelfgemaakte schilderijen van beroemde muziekalbums. De groepjes roezemoezen gezellig door, terwijl gymdocent Niels Breuker uitlegt dat je bij een speeddate met een ondernemer niet meteen moet vragen waarom hij in zo’n dikke auto rijdt. Normaal, zegt meester Niels, is het stil als hij aan het woord is, maar het entreprenasium vraagt vrijheid. De kinderen zijn letterlijk ‘eigen baas’, moeten initiatief tonen en zelf bepalen wanneer ze de uren maken die nodig zijn voor hun onderneming.
De Kamer van Koophandel waar twaalfjarigen Eline, Isa, Hillary, Matthijs en Jochem hun bedrijfje Maak en Haak gaan inschrijven, wordt in scène gezet. Maak en Haak zelf bestaat straks wel echt. Het ‘bedrijfje’ gaat zelfgebreide en gehaakte armbanden, mutsen en granny’s (vierkante lapjes) verkopen op de markt van Mijdrecht. De opbrengsten gaan naar CliniClowns, een goed doel dat de kinderen zelf hebben gekozen.
Het ondernemingsplan beschrijft de sterke en zwakke punten van de oprichters. “Ik ben goed in plannen”, zegt Hillary. “Maar niet in onthouden.” Eline kan niet tegen stress en wil ruim op tijd klaar zijn met de productie van het handwerk. “Iedereen haakt mee”, zegt ze, maar Matthijs en Jochem hebben voor de zekerheid hun moeder en oma ingeschakeld. Isa’s stiefmoeder heeft al tien armbandjes klaar. Deze ‘werknemers’ kopen zelf hun wol in, dus investeringen zijn er nauwelijks. De 1,10 euro voor het printen van het bedrijfsplan, vond Jochem vorige week in zijn zak. “Daar had ik anders chips uit de automaat mee gekocht.”
In de tweede klas doen in deze vroege fase van het entreprenasium nog maar tien kinderen van het Veenlanden College mee. Ze zijn geselecteerd op basis van cijfers en een gesprek over hun ondernemingsplannen: een auto-ontwerpbedrijf, een onderneming die gehandicapte kinderen helpt met sporten en een plan voor het tijdelijk opslaan van pakketjes van PostNL, waar meester Niels geheimzinnig over doet. Voor je het weet gaat een ander ermee aan de haal.
Deelnemers aan het entreprenasium mogen masterclasses organiseren en lessen laten schieten als ze voor een vak een 8 of hoger staan. Allemaal tijd om te ondernemen. Op het Hondsrug College gaat de vrijheid nog verder. “Vorig jaar mochten kinderen twee dagen in de week naar eigen inzicht invullen”, zegt entreprenasium-oprichter Slagter. “Die ruimte is er, zolang de resultaten goed zijn. De school bepaalt wat er geleerd wordt, de leerlingen bepalen hoe dat gebeurt.”
Het concept entreprenasium lijkt te passen bij de roep om aandacht in het onderwijs voor ‘vaardigheden van de 21ste eeuw’, zoals creativiteit, samenwerken en probleemoplossend vermogen. In de afgelopen maanden bepleitten de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Onderwijsraad én de VO-raad meer aandacht voor zelfstandigheid en creativiteit in het onderwijs. ‘Wij verdienen ons geld over twintig jaar niet omdat Nederland zo goed kan spellen of hoofdrekenen’, zei scheidend VO-raad voorzitter Sjoerd Slagter in het Financieele Dagblad, ‘Maar wel dankzij een onderzoekende houding en de vaardigheid om samen te werken.’
Maar de invoering van het entreprenasium verloopt niet altijd makkelijk. Entreprenasium het Cosmicus College in Rotterdam werd in verband gebracht met de Turkse Gülenbeweging en heeft nu andere ‘andere prioriteiten’, aldus Rob Slagter. Op andere scholen eisten bezuinigingen (CSG Dingstede) en berichten over een leerling die zou zijn doodgepest (Hondsrug College) aandacht op die de door het entreprenasium beoogde cultuurverandering in de schaduw stelde.
Elite
Het Veenlanden College profileert zich behalve als entreprenasium ook als business school. Tussen die twee bestaan overeenkomsten, maar ze vallen niet samen. Kennis van boekhouding en financiële planning is wel nuttig voor een ondernemer. “Kijk maar naar Marco Borsato”, zegt onderbouwcoördinator José Sweerts. “Die had een mooi bedrijf, maar zonder kijk op je eigen boekhouding kun je toch failliet gaan.” Toch gaat het bij ondernemen niet om boekhouden, zegt Sweerts, maar om creativiteit en om het stellen en bereiken van doelen.
Ondernemerschap aanleren is een mooi streven, maar critici vrezen dat dit soort vaardigheden te algemeen gedefinieerd zijn, ongrijpbaar en lastig aan te leren als ze losstaan van een vakgebied. Inhoudelijke kennis zou op school voorop moeten blijven staan. ‘Als scholen beweren dat ze kinderen problemen leren oplossen, raak ik ongerust’, zei de Amerikaanse hoogleraar Nathan Kuncel in NRC Handelsblad. ‘Want wat voor problemen moeten ze dan oplossen? Laten we praten over de details en niet over algemeenheden.’
Ondernemerschap is net zo moeilijk grijpbaar als probleemoplossend vermogen, erkent initiatiefnemer Slagter, maar hij benadrukt dat entreprenasium-leerlingen in de reguliere vakken moeten voldoen aan bestaande eisen: “Wij eisen zelfs dat de toetsscores door het entreprenasium omhooggaan.”
Dat roept dan weer het bezwaar op, dat het entreprenasium is voorbehouden aan een elitegroepje. Geen uitweg dus voor zwakke spellers of rekenaars die wél kunnen organiseren, presenteren en ondernemen.
Op het Hondsrug College en het Veenlanden College krijgen ook vmbo-t leerlingen de kans om met het entreprenasium mee te doen, als ze graag willen en ondernemend zijn. Maar wie slechte cijfers haalt vliegt eruit, bevestigt Sweerts. “Deelnemers die niet goed genoeg scoren, verliezen de privileges die bij het entreprenasium horen. Vaak zie je dat ze dan keihard aan de slag gaan om terug te mogen komen.”
Op het Veenlanden College is het entreprenasium nauwelijks zichtbaar. Een nog onvoltooid werkkamertje van drie bij vier meter is het ‘kantoor’ van waaruit de deelnemers hun ondernemingen moeten gaan runnen. Voor “ondernemende kinderen die school eigenlijk niks vinden” is enige vrijheid en een aparte ruimte belangrijk, meent Sweerts. “Ze hoeven niet alle uren in de klas te zitten, als ze er hard voor willen werken tenminste. ”
Anders dan het technasium eist het entreprenasium geen labs of experimenteerruimten. Wel betalen scholen een inschrijfgeld dat kan oplopen tot 15 duizend euro en een contributie van vijfduizend euro per jaar.
Volgens Sweerts zijn er onder de leerlingen op het Veenlanden College nu al aardig wat ondernemers. De een maakt en verkoopt bamboe vishengels. Een ander handelt in groenten of heeft een auto-wasbedrijf. “Met het entreprenasium proberen we ook dat soort activiteiten de school binnen te halen”, zegt Sweerts.
Volgens Slagter kan het entreprenasium niet alleen ondernemende kinderen, maar ook ondernemende leraren voor het onderwijs behouden. Ook zij moeten op deze scholen de kans krijgen om zich te ontplooien. Meester Niels werkt ook als commentator bij Eurosport en als surf- en snowboardinstructeur. “Een prima rolmodel”, zegt Sweerts. En die stropdas van Jochem dan? Dat is prima voor een belangrijke afspraak, zegt Slagter. “Maar dat is dan ook het enige moment waarop je mij in nette kleding zal aantreffen. Ondernemers zijn voor mij geen mensen met dassen. Dat past bij de gevestigde orde. Het zijn creatieve mensen die iets nieuws durven neer te zetten.”